Tuesday, October 14, 2008

Amsterdam Marathon: DNS

In plaats van gespannen vooraan in het startvak in het Olympisch stadion, tref je me zondag 19 oktober voor de buis, met een pijnlijke hiel, maar vooral een geblesseerde ziel. Mark Olsthoorn: DNS. Een nieuw marathon-PR, waar ik met overgave maanden aan heb gewerkt - kan ik op mijn buik schrijven dit jaar. Sneller, langer, verder, ik wilde het allemaal, en tegelijk. De natuurwetten, ik daagde ze uit, koos de extremen als maatstaf. Wie zich zoveel hoogmoed toestaat neemt het risico hardhandig met beide benen op de grond te worden gezet. En dat is nu gebeurd. Met invaliditeit gestraft voor zoveel eigenwijsheid. Spijt? Ja, natuurlijk. Maar zonder risico's worden geen grenzen verlegd. Wie zich spiegelt aan de middelmaat bespaart zich waarschijnlijk een hoop teleurstelling, maar zal hij ooit de vreugde proeven van een persoonlijke topprestatie? Maat houden daarentegen, dat blijkt wel nodig. Ik hoop dat ik snel weer loop, want veel maar dan van het voorbij laten gaan van de wedstrijd baal ik dat ik de dagelijkse training moet missen. Kan niet wachten tot ik - met nieuwe ervaring en beter beleid - naar nieuwe wedstrijden toe kan werken.

Monday, September 15, 2008

'Best of the rest' in Rotterdam

Een week na de zege in de Haarlemmermeer (zie vorige post), mocht ik gister alweer een bosje bloemen in ontvangst nemen. In de halve marathon van Rotterdam was ik de snelste van het grote veld, dat 50 minuten na het elitecorps van start ging. Ondanks de korte tijd sinds de marathon van vorige week, toch een nieuw PR in 1:14:09. Een grens doorbroken: een gemiddelde snelheid van boven de 17 km/u. In de gecombineerde uitslag kwam ik terecht op plaats 39 overall. Hieronder een verslagje:

Prachtig weer in Rotterdam vandaag. Veel wind wel, maar die levert vaak een goede indicator voor vorm: had je het gevoel vooral wind mee te hebben gehad, dan zit het wel goed (of heb je je best niet gedaan), en vice versa. Had het gevoel vandaag niet slecht bedeeld te zijn, qua wind. Een geruststellende ervaring, want na de marathon van vorige week was het de vraag of mijn benen mij die grap inmiddels vergeven hadden. Mijn benen zijn niet rancuneus. Ook deze week figureerden zij aan de kop van de strijd van het grote veld. De wedstrijd van de elite in het Like-2-Run circuit (met (ex-)clubgenoten Edgard Creemers, Thijs Feuth en Ralph Alpeldoorn en wat Kenianen) was immers 50 minuten eerder apart gestart. In mijn eerste kilometers op de Maasboulevard kon ik goed zien hoe Thijs in zijn laatste kilometers Lauret en Schroer opjaagde en Edgard niet heel ver daarachter iets minder blij keek. Lang hield ik een gat van 20-50 meter op de nummer twee in stand, maar bij km 18 kwam ie toch weer terug. Hij gromde nog net zo als toen ik hem achter had gelaten. Een kleinere gestalte, maar waarin een motor van een Chevy pick-up leek schuil te gaan. Voor een snelle laatste km had hij echter de kracht niet meer. Ik liet hem achter en liep na 1:14:09 op de Coolsingel tegen een bos bloemen voor de 'best-of-the-rest' aan, en ook nog een nieuw PR. Fantastisch, vorige week een 'internationale stadsmarathon' op m'n naam geschreven, vandaag 'bloemen op de Coolsingel'! Vannacht waan ik me in het rijtje Wanjiru, Limo, Densamo en zal slapen als een Kiplagat. Statistiek. Gelopen snelheid: snelheid per km (histogram) en gemiddelde (lijn).

Monday, September 08, 2008

Mark wint Haarlemmermeer Marathon

Van www.losseveter.nl Een Marathon is 42 kilometer en 195 meter en dat was vandaag ook het geval bij de Haarlemmermeer Marathon. Dat er van alles kan gebeuren in een Marathon is algemeen bekend maar hoe Mark Olsthoorn vandaag de Haarlemmermeer Marathon won verdient een echte pluim. Om 11:45 was de start van zowel de Marathon alsmede de Halve Marathon. Door verschillende lopers werd er knap hard gestart en de verschillen waren al na enkele kilometers aanzienlijk. Het was Michael Woerden (Veenlopers) uit Mijdrecht die al na 6 km een flink gat had op de nummers 2, 3 en 4 van de Halve Marathon. Er volgden nog 8 lopers alvorens de Hongaar Zoltán Fajfrik voorbij kwam als de koploper van de Marathon. Voor de start had hij aan de organisatie al aangegeven voor het parcours record (2:53:25) te gaan. Nummer 2 op dat moment is AV Haarlemmermeerder Cor van Baar gevolgd door Krijn Kroezen van Spirit Lelystad. Verschillende Marathon lopers gebruikten de lopers van de Halve Marathon in het eerste gedeelte als haas en dat was voor de toeschouwers best lastig. Lokale lopers Remco Metselaar (AV Aalsmeer) en Dennis van Bakel (AV Haarlemmermeer) liepen al alleen maar al snel ontstonden ook Marathon-groepjes zoals die van Frans Woerden (Veenlopers), Mark Olsthoorn (Leiden Atletiek), Harm van Bruggen (avVN) en Theo Noij (Veenlopers). Bij de 15km zijn er grotere verschillen te zien met nog immer Michael Woerden die het veld aanvoerde maar van wie we wisten dat hij de Halve Marathon zou gaan lopen. Hij zou de Halve Marathon gaan winnen in een tijd van 1:12:29. Achter Michael Woerden vochten NSL-clubgenoten Nico Altorf em Alfred Roelen een strijd uit om de 2e plek die uiteindelijk naar Nico Altsorf ging in 1:15:41 met op 1 seconden zijn clubgenoot. Snelste vrouw op de Halve Marathon zou Anja van ’t Schip (Loopgroep Aart Stigter) worden met een tijd van 1:26:34. Koploper op de Marathon is op de 15km Zoltán Fajfrik maar de verschillen in de top 10 zijn niet gigantisch groot. Cor van Baar loopt nog immer op de 2e plaats gevolgd door Krijn Kroezen met kort daarachter Dennis van Bakel, Bernard Roelen, Remco Metselaar, Harm van Bruggen, Frans Woerden en Gert Mertens. Sommige lopers zie je langzaam inlopen op hun “tegenstanders” en andere ervaren Marathon-lopers zijn misschien toch iets te hard gestart. Het kan natuurlijk ook aan de weersomstandigheden liggen want rond de 15km krijgen vele lopers een toch wel pittige regenbui over zich heen. De rest van de Marathon zou het afwisselend weer blijven met soms opklaringen maar vooral veel miezerregen. De Haarlemmermeer heeft altijd een motorrijder meerijden met verslaggever achterop. Zodoende kan het publiek wat bij de finish staat te wachten via de speakers een beetje op de hoogte blijven. Waar in het begin Mark Olsthoorn nog niet genoemd werd kwam zijn naam na 30km een enkele keer voorbij. Rond de 35km heeft men het over een internationaal gezelschap met de Hongaar Zoltán Fajfrik voorop, gevolgd door de Nederlander Mark Olsthoorn en in 3e positie de belg Lucien Talman. Het publiek kan de lopers natuurlijk niet zien maar reageert toch enigzins gelaten wanneer op het 38km punt het verschil tussen de koploper (Zoltán Fajfrik) de de nummer 2 (Mark Olsthoorn) een ruime minuut is. Een overwinning voor de Hongaar lijkt vast te staan en de organisatie denkt al aan het te verbreken parcours record. Waar de grote stadsmarathons vaak een zeer spannende laatste kilometer hebben is dat bij Marathons als die van de Haarlemmermeer vaak niet zo. Dit maal gebeurt echter het onmogelijke. Het is Mark Olsthoorn die na 41km de koppositie overneemt en daarbij een applaus krijgt van niet alleen het publiek bij de finish maar tevens van Zoltán Fajfrik die zo lang in de koppositie heeft gelopen. Hiermee lijkt hij direct de strijd op te geven en het is dan ook Mark Olsthoorn die na 2 uur 47 minuten en 19 seconden in een nieuw parcours record als eerste over de finish komt. De Hongaar Zoltán Fajfrik volgt met een tijd van 2:47:57 en na een snelle felicitatie gaat hij zitten en baalt zichtbaar. De Belg Lucien Talman pakt met een tijd van 2:50:15 de 3e plaats in deze Marathon. Ook Bernard Roelen (2:51:01) en Joris van de Meent (2:52:44) duiken nog onder het oude parcours record. Met totaal 11 lopers in onder de 3 uur mag de organisatie meer dan tevreden zijn. Bij de vrouwen is het een minder spannende strijd. Hoewel er enkele positie wisselingen plaatsvinden is het Claudia Wesselman uit Nieuw Vennep die in de bijna thuis-marathon onbedreigd naar de overwinning loopt. Met een tijd van 3:26:01 loopt ze tevens een ruime minuut van haar persoonlijk record af. Marja Vleugel wordt 2e algemeen bij de vrouwen in 3:42:10 gevolgd door Yvonne Barelds-Masselink in 3:47:18. Tekst: Bjorn Paree Foto´s: Bjorn Paree YouTube: Bjorn Paree Losse Veter, voor de loper met inhoud Statistieken: km-tijden

Sunday, June 29, 2008

Lomborg

Vanmiddag bezocht ik een mini-sypmposium over klimaatverandering in de aula van de TU Delft. Het was georganiseerd door de Botanische Tuin van Delft als prelude voor de International Scientific Conference dat de komende week plaats heeft. De conferentie staat in het teken van de relatie tussen plantenkunde en klimaatverandering. Helemaal hip natuurlijk. Ook hip was de hoofdgast van deze middag: de Deen Bjorn Lomborg, bekend van zijn boek 'The Skeptical Environmentalist' en de 'Copenhagen Consensus'. Een briljant figuur, pas 45 jaar, maar hij ziet er nog jonger uit met zijn (geblondeerde ?) semi-nonchalante haar, spijkerbroek en gympen. Zijn punt: in het klimaatdebat moeten feel-good oplossingen en paniek vervangen worden door do-good en rationaliteit. Dan zul je zien dat we met het geld dat we nu aan het tegengaan van klimaatverandering besteden veel meer goed doen door effecten van klimaatverandering tegen te gaan: bouwen van kustbescherming tegen zeespiegelstijging, installeren van air conditioning om warmtedoden te voorkomen, medicatie en klamboes verspreiden om malaria tegen te gaan, etc. Hij kreeg 45 minuten om zijn punt te maken. Dat deed hij dan ook overtuigend. Met veel vaart, geengageerde intonatie en gebruikmakend van het hele podium gaf hij blijk van veel charisma. Met sprekende voorbeelden en veel cijfers had hij de zaal snel mee. Geen wonder dat de klimaatsceptici hem in hun kamp in proberen te lijven, al bestrijdt hij niet dat het klimaat verandert en de mens daarvan de oorzaak is. Lomborg plaatst het klimaatprobleem naast andere ontwrichtende problemen en vraagt zich waar het best het geld naar toe kan. Hij is klimaatbeleidsscepticus. Na Lomborg was het aan Andreas Fischlin, een prominent lid van het VN-klimaatpanel IPCC. Hij had een verontrustend verhaal over de gevolgen van klimaatverandering op ecosystemen. Ook overtuigend, maar Fischlin belichaamde de verstrooide professor en de gevestigde orde. Zijn verhaal vereiste nogal wat voorkennis en hij kon qua presentatie niet tippen aan de performer Lomborg. Hier ging het om meer dan alleen klimaatverandering, maar ook om de nieuwe sociaal bewogen generatie tegen de gevestigde orde van zuurpruimen. Fischlin beschuldigde Lomborg van 'cherry picking' uit de IPCC scenario's en ongeoorloofde extrapolatie naar de toekomst. Terecht, in mijn ogen, maar eigenlijk liepen hier twee discussies door elkaar. Fischlin concentreerde zich op klimaatverandering, waar Lomborg juist uit wilde zoomen. De paneldiscussie dreigde een welles-nietes te worden over klimaatgetallen in Lomborgs boek. Zonde. Lomborg zou moeten discussieren met politici en beleidsmakers. Maar daarvoor zou hij de klimaatdiscussie moeten verlaten. Hij zou zich moeten ontworstelen aan zijn imago van klimaatscpeticus en met het IPCC om de tafel moeten om het eens te worden over de getallen en aannames die hij in zijn analyse gebruikt om beleid voor CO2-reductie te kunnen vergelijken met de end-of-pipe-oplossingen die hij voorstelt. Maar, zei Fischlin, met de juiste cijfers zullen de conclusies van Lomborg heel anders zijn. Dan heeft hij geen rol meer. Fischlin werd in zijn slotopmerking emotioneel. Door zijn intensieve werk voor het IPCC had hij zoveel verontrustende cijfers gezien; je kan er niet meer omheen dat het een serieus en zeer urgent probleem is. Op de manier waarop we nu bezig zijn doen we een groot experiment met de planeet waarin we haar onomkeer dreigen te veranderen. Vele planten- en dierensoorten en ecosystemen zullen voor goed verdwijnen. Eenmaal uitgestorven komen ze niet meer terug. En wellicht merken we zo helemaal niets van een volgende ijstijd.

Saturday, June 28, 2008

Veteranendag

Vandaag was Den Haag van de veteranen. Of beter: voor de veteranen. Veteranendag is een dag om ode te brengen aan deze mensen. Ze moesten er wel een beetje zelf om vragen, zelf een dag organiseren en spandoeken maken met 'ode aan de veteranen', maar de belangstelling was groot. Lang voor het defilé begon stroomden de tribunes langs de route al vol. Gehuld in poncho en gewapend met thermosfles zocht men het beste plekje om straks alles goed te kunnen zien. Vanachter het raam van een aangrenzend café verbaasde ik me over de rijen mensen langs de dranghekken. Was dit iets dat je niet mocht missen? Toen de grauwe miezerregen plaatsmaakte voor de eerste opklaringen naderden de eerste fanfareklanken. Niet lang daarna trok het hele spectrum aan korpsen en kapellen voorbij. Blankgepoetste instrumenten en rijen insignes schitterden onder de verse zonnestralen. Het publiek klapte, en ik betrapte mijzelf op een gevoel van ontroering. Het deed me wat, deze oude mensen fier marcherend in hun gekoesterd uniform. De belangstelling en het weerzien met oude strijdmakkers deed hen zichtbaar goed. De mannen deden hun uiterste best zo netjes mogelijk te marcheren, de fysieke aftakeling negerend. Sommigen werden geduwd, anderen marcheerden elektrisch mee. Er was een vlag waar slechts één man achteraan liep. Waren zijn maten verhinderd, of vergaan? In vredestijd of in een strijd hier ver vandaan? Ik zag ook een vrouwenkorps van de marine. Vanzelf ging ik harder klappen. Deze mensen heb ik ongetwijfeld eens vervloekt om hun traagheid bij de kassa, of in het verkeer. Schuldgevoel welde op. Hadden zij niet levensgrote risico's gedragen in van god vergeten plaatsen voor onze gemeenschappelijke belangen? Had ik het niet aan hun te danken dat ik vanmorgen in alle vrijheid door de duinen kon rennen, waar eens gevreesde bunkers nu overwoekerd en nutteloos liggen te zijn? Nu snapte ik ook waarom er zoveel mensen langs de kant stonden. Zou het niet een burgerplicht moeten zijn om naar veteranendag te komen en te klappen voor 'onze jongens', of schiet ik nu door? Oorlogen zijn zelden zuiver, maar wat hebben deze mensen daar mee te maken? Als er onzuivere motieven in het spel zijn, zijn de veteranen eerder slachtoffer dan dader en moet vooral gekeken worden naar de ronde zaal aan het Binnenhof waaronder de stoet nu passeert. De inspanningen van deze mensen moeten erkend worden. Met andere ogen keek ik 's avonds vanuit mijn raam naar de taptoe op het Spuiplein, waar zeven smetteloze korpsen met militaire discipline gedirigeerd worden. Ik stoorde me zelfs niet aan dertien keer Marco Borsato uit zeventien doedelzakken.

Tuesday, May 20, 2008

Oisterwijk

De voorbije twee dagen verbleef ik in Oisterwijk, Brabant, voor een cursus. Wat was het daar schitterend! Ik bedoel niet de cursus, hoe boeiend die ook was, maar die hectaren heide, bos en vennen temidden waarvan mijn medecursisten en ik onze innerlijke overtuigingen onderzochten. Maandagmorgen werd ik al vroeg gewekt door een bijna oorverdovend lawaai van verschillende vogelgeluiden. Terwijl ik mijn ogen gesloten hield om de slaap weer te vatten, hoorde ik spechten roffelen tegen boomstammen, koolmeesjes, vinken, duivengekoer, in de verte een koekoek en merels die strijdden om de eer in dit zangvogelsongfestival. Voor mij als stedeling een ongewone wake-up call. Van slapen zou toch niets meer komen, dus snel stapte ik vanuit bed in mijn loopschoenen om de vroege gevederde artiesten te groeten. De zon stond nog laag, haar licht scheen warm maar fris over de roze bloemen en goudgele gras van de Kampinaheide. Het halfnatte zand dempte mijn passen. Een eenzaam hert sprong verschrikt weg toen het mij plots zag naderen. Ik maakte mijn borst groot om de nog koele geur van de heide op te snuiven en mij te warmen aan de vlakke zonnestralen. De dauw boven het ven begon al op te lossen en in de verte zwol het dissonante geluid van autoverkeer aan. Nog even groette ik het zwanenpaar dat mij vanaf het spiegelgladde water in de gaten hield voor ik het pad koos dat mij terugbracht naar de weg waaraan mijn herberg lag. Energieker dan ik begonnen was beeindigde ik mijn duurloop. Alleen al om te kunnen lopen in dit gebied is een goede reden hier een cursus te volgen. Wel verwarrend: de cursus moet mij beter moet doen functioneren in de snelle economie die hier al gauw relatief en heel ver weg lijkt.

Friday, May 16, 2008

Entropy

Een dezer dagen liep ik tegen het boek “Entropy” aan, van Jeremy Rifkin. “Entropy” stamt uit 1980, maar de thematiek – de uiputting van de fossiele energiebronnen – is nog verbazingwekkend actueel en de kijk daarop boeiend. (Rifkin was adviseur van Romano Prodi toen die voorzitter was van de Europese Commissie, en hij is de auteur van o.a. “De Waterstofeconomie” en “De Europese Droom”.) In het boek kondigt Rifkin een nieuwe kijk op de wereld die uitgaat van de tweede wet van de thermodynamica, die zegt dat de entropie – de wanorde – in het universum alleen maar toe kan nemen. De totale hoeveelheid energie is constant, maar de beschikbare energie – die arbeid kan verrichten - neemt alleen maar af ten koste van een groeiende entropie. Als de entropie maximaal is, is het einde der tijden gekomen. De huidige geïndustrialiseerde, mechanische wereld zou gestoeld zijn op de ideeën van Locke, dat hoe meer natuurlijke bronnen we weten in te zetten, des te meer waarde en vooruitgang gecreëerd wordt. Onontgonnen natuur is per definitie afval. Maar volgens de wet van de entropie gaat elke ordening ten koste van de beschikbare energie. Hoe meer energie gebruikt wordt, des te sneller de beschikbare energie opgesoupeerd wordt en een energie- en grondstoffencrisis zich aan zal dienen. Heel simpel: een samenleving die gebaseerd is op fossiele brandstoffen en minerale grondstoffen zal eerder met uigeputte bronnen te maken krijgen naarmate zij er meer van verbruikt. Er moet sneller naar een alternatief materiaal- en energiesysteem overgegaan worden. In dit perspectief wordt het hoge energieverbruik van een ‘ontwikkelde’ wereld van een teken van vooruitgang een symptoom van destructie en armoede. Dat klinkt wat vreemd, als je denkt aan de gezondheid en levensverwachting van Europeanen in vergelijking met de hongerbuikjes in Afkrika. Maar daar stelt Rifkin weer tegenover dat industrialisatie de vooruitgang niet heeft kunnen uitbannen en de ziektekosten die nodig zijn om Europeanen en Amerikanen op de been te houden de pan uit rijzen tengevolge van de bijeffecten van het gemechaniseerde tijdperk. De boodschap van “Entropie” is in wezen een hele actuele: de fossiele brandstoffen en minerale grondstoffen zijn eindig, uitputting van deze voorraden is nabij, een transitie naar een ander materiaal- en energiesysteem is onvermijdelijk. Nu, bijna dertig jaar later, inmiddels ver in het informatietijdperk, is dit verhaal relevanter dan ooit. Maar hoe lossen we dit op? De entropiewet zegt eigenlijk, dat hoe langer we het willen volhouden, hoe minder entropie gecreëerd moet worden, hoe minder energie we moeten verspillen. Naar een ‘low-entropy world’, eentje met een lage energie- en materiaalstroom gebaseerd op hernieuwbare bronnen. Een beetje deprimerend: mag dan niets meer? Hoe moeten we dan leven? Liefde. Het antwoord is liefde. Hier lijken we te gaan zweven. Ik geloof niet dat ik het helemaal begrijp, maar ik vind het mooi hoe een keiharde natuurwet stuurt naar new age. Rifkin (“Entropy”, pp. 255-256): “The ultimate moral imperative, then, is to waste as little energy as possible. By so doing, we are expressing our love of life and our loving commitment to the continued unfolding of all of life. Therefore, when we speak of love in the universal sense, we are speaking of that deep spirit of oneness that acknowledges that we are each an insperable part of the total flow that is the becoming process of life itself. Love is not antientropic, as some would like to believe. If love were antientropic, it would be a force in opposition of becoming, for the entropic flow and becoming go hand in hand. Rather, love is an act of spreme commitment to the unfolding process. That is why the highest form of love is self-sacrifice – the willingness to go without, even to give one’s own life, if necessary, to foster life itself. Love is a gentle, subtle force that conveys a feeling of total awareness and integration with universal rhythm that is the becoming process. By its expression, love acknowledges a master plan for the unfolding of the physical sojourn in the universe, even as it acknowledges the impossibility of ever fully understanding the mysteries that lie behind it. It is at once a statement of faith in the ultimate goodness of that cosmic process and an act of total, unconditional surrender to the natural rhythmic flow that carries all physical reality along its course. Love, then, is a savoring experience. It attempts neither to speed up nor to arrest the becoming process because in its pure form it is simply the embodiment of that universal cosmic rhythm that is meant to be represented and adhered to. In the end, our individual presence rests forever in the collective soul of the unfolding process itself. To conserve as best we can the fixed endowment that was left to us, and to respect as best we can the natural rhythm that governs the becoming process, is to express our ultimate love for all life that preceded us and all life that will follow.”

Friday, May 09, 2008

Skitoer

Met z'n zessen zaten we op 2430 m in de lekker warme (volgense sommige loeihete) stube van de Langtalereckhütte, aan het einde van Oetztal, om een houten tafel en tuurden naar de landkaart van de omgeving die daarop lag. Waar zouden we morgen naartoe gaan? Buiten was het al donker geworden, maar dat maakte weinig verschil, want ook overdag belette de nevel en de sneeuw het zicht. Gids Hermann liet zijn vinger over de hoogtelijnen, gletsjerspleten en waterstroompjes glijden op zoek naar de route naar de Mittlere Seelenkogel, even ten zuidoosten van de hut, maar 1000 meter hoger. "Hij staat er helemaal niet op!" riep hij teleurgesteld. "Wat is dit voor kaart." Op de voorkant stond een datum: uitegegeven in 2000. De gids haalde zijn eigen exemplaar, uit 2008, en spreidde hem uit naast zijn oudere broer. Met z'n zessen bestudeerden we de verschillen. Niet alleen bleken er inmiddels vele nieuwe toerskiroutes bijgekomen en enkele verdwenen, maar ook de landschapstekeningen waren niet identiek. De vaste grond was niet verschoven, maar de randen en hoogtelijnen van de gletsjers waren toch echt aan de wandel gegaan. In vijf jaar - het verschil in gletsjerstand tussen de twee kaarten - was er blijkbaar merkbaar iets gebeurd. Wij Nederlandse toeristen waren verrast dat de opwarming van de aarde hier vrij direct zichtbaar was. In Nederland hebben wij weliswaar al lang geen elfstendentocht meer gehad, maar het zou zomaar weer kunnen gebeuren. Verder is er weinig schokkends zichtbaar. Hermann was allerminst verrast. Hij leidde al 40 jaar mensen door de Alpen en had het ijs zich steeds hoger terug zien trekken. Van hutten die in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw pal onder het uiteinde van een gletsjer waren gebouwd, moest nu een flinke wandeling ondernomen worden voor de stijgijzers ondergebonden hoefden te worden. In plat Beiers dialect informeerde een krasse oude medegast naar onze routeplannen. Zijn ogen gingen stalen toen wij vertelden dat ons doel de Mittleren Seelenkogel zou zijn. "O, dan skiën jullie zeker aan de andere kant over de gletsjer naar het dal terug?", want zo had hij het acht jaar geleden gedaan toen hij hier was. "Nee, nee", zei Hermann, "dat is onmogelijk. Tegenwoordig moet je dan eerst een stuk abseilen vanaf de graat voor je de ski's onder kunt binden. Die gletsjers is veel dunner geworden." De Duitser maakte grote ogen. Hij was geen onervaren man in de bergen - een broche van de Duitse alpenvereniging ter indicatie van zijn 40-jarig lidmaatschap prijkte trots op zijn fleecetrui - maar dat het zo snel ging was ook een verrassing voor hem. De volgende dat verhinderden de omstandigheden dat wij de top van de Seelenkogel helemaal konden beklimmen. Maar de skitocht terug over de westflank was een waardige afsluiting van deze prachtige eerste week op toerski's.

Friday, March 07, 2008

Nieuwbouw

Gisteravond toog ik naar het World Trade Center in Rotterdam. Daar organiseerde Altran samen met het Rotterdam Climate Initiative een avond in het teken van innovaties die het CO2-vraagstuk te lijf gaan. Weer een avondje praten over klimaatverandering, hoe erg het wel niet is en dat er toch echt iets gedaan moet worden? Dat geldt misschien de zaal, maar niet de sprekers. Zij verdienen veel credit. Rob van Hattum, maker van de tegelichtdocumentaire Afval = Voedsel, heeft een ware cradle-to-cradle hype ontketend in Nederland. Met een eerdere film inspireerde hij Igor Kluin drie jaar geleden tot het ontwikkelen van een belangrijke schakel voor de waterstofeconomie. Nu is zijn Qbox realiteit (www.qurrent.nl). Het apparaat managet vraag en aanbod tussen gedecentraliseerde energieopwekkers (zoals zonnepanelen op huizen, micro-warmtekracht en kleine windturbines) en -gebruikers. Een stap in de richting van een energie-internet, waar kleine partijen energie opwekken, gebruiken en uitwisselen. En ook het Nederlands duurzaam troetelproject was er weer: de Happy Shrimp farm (http://www.happyshrimp.nl/), garnalen kweken met water dat verwarmd is door restwarmte van een grote energiecentrale. Maar ze laten zien dat ze het troetelstadium ontgroeid zijn, want ze gaan verder. Boven de bakken waar de gamba's groeien (te koop bij Schmidt Zeevis) worden rekken gehangen waarop het zoutminnend zeekraal gekweekt gaat worden, bewaterd door voedselrijk afvalwater uit de garnalenbassins. Door gebruik te maken van superzuinige Led-verlichting - afkomstig van de pioniers van Tendris - kan het gewas ook 's winters groeien. Het afvalwater van de garnalenkweek zit vol nutriënten. Dat kunnen algen uitstekend gebruiken om te groeien, daarbij CO2 bindend. De algen leveren grondstof voor biodiesel en gezonde vetzuren omega-3 en -6, zonder dat dat ten koste gaat van voedselproductie of daarvoor vissen gevangen moeten worden. De Happy Shrimp jongens bouwen, in samenwerking met andere pionierende ondernemers, een steeds geavanceerder gesloten systeem, waar afvalstromen van industriële buren nuttig gebruikt worden. Daarmee creëren ze tastbare vooruitgang. Het enthousiasme straalt ervanaf. Deze nieuwe ondernemers maken zo langzaam de bouwstenen voor een nieuwe, duurzame economie. Aan het nieuwe gebouw is al lang begonnen, terwijl ondertussen de discussie over renovatie van het bestaande stevig woedt.

Tuesday, February 26, 2008

Boer Geert

Vanmiddag bij 'Boer Geert' een broodje gehaald. O, desillusie. "De lekkerste broodjes van Nederland", volgens JB. We moesten ervoor naar Zaandam (vanuit A'dam Noord). Leuk, dacht ik, ik stop m'n boterhammetjes wel in de koelkast, want bij het vooruitzicht van een kleinschalig ambachtelijk bakkertje, dat nog eer ontleent aan zijn vak, om vier uur opstaat om zelf het graan te malen en het deeg te kneden, terwijl vrouwlief de koffie kookt, liep het water me al in de mond. In de auto maken we plannen om de lieve man te helpen zijn autenticiteit met web 2.0 toepassingen een groter publiek te laten bereiken. Maar als we op de afdrit van de snelweg op een industrieterrein af rijden lacht Boer Geert ons al toe. Boer Geert is een lachend stripfiguur met een broodje in zijn handen, in neon uitgevoerd op de geven van een glazen fast-food corner, goed zichtbaar voor voorbijrazend verkeer. Beetje arrogante jongelui draaien luidruchtig productie achter een toonbank vol reeds belegde broodjes. Wat een naieveling ben ik ook. De bocaccia carpaccio smaakt overigens prima. En het pistoletje warm vlees krijgt de ongedurige kinderen op de rode Happy Days-krukjes eventjes stil.

Monday, February 25, 2008

Clingendaelcross

Lekker rennen door het bos, dat is wat crossen is. Dacht ik, althans. Gister de raceschoentjes eindelijk weer eens van stal gehaald om in het Clingendaelse bos te heersen in de Clingendaelcross, georganiseerd door The Hague Road Runners (waarom ze zich een angelsaksische naam aanmeten, geen idee. Misschien is het vanwegen de dubbelzinnige interprateerbaarheid van het Nederlandse Haagse Weglopers). Mooi weer, en het parcours ging door bekend terrein, want ik maak in trainingen geregeld gebruik van dezelfde omgeving. Drie rondes van 2,4 km, totaal 7,2. Meteen vol erin geknald. Draaien, keren, omlaag, boomstronk...ik had geen idee waar ik was, gewoon de linten volgen. Na twee rondes probeerde ik wat mondvocht kwijt te raken om de laatste ronde volledig vrij te kunnen ademen, maar dat mislukte gedeeltelijk. Vast geen fraai gezicht, maar er stonden niet zo veel mensen langs de kant om indruk op te maken. Het was een solistische strijd van 25 minuten en 33 seconden: 4e. Lekker gerend, vonden ook mijn bronchiën, maar geen hert of vos gezien. Merijn deed ook mee, niet helemaal voluit na een monstertraining de dag ervoor, wel gewoon weer in de vrouwentop.

Knappe koppen

Vrijdag jl. bezocht ik de promotie van een vriend van mijn vriendin aan de TU in Delft. In de twintig minuten voorafgaande aan de officiële verdediging wist hij het lekenpubliek opvallend goed inzichtelijk te maken wat achter de titel 'Sub-10 nm focused electron beam induced deposition'. Iets met regendruppels tellen en Poisson, wat niet gelijk stond aan vis. De vragen waaraan de achtkoppige promotiecommissie hem vervolgens onderwierp en de antwoorden daarop waren daardoor enigszins begrijpelijk. Maar voor het publiek was de ceremonie nog het mooist. In stilte kwamen de professoren in zachtglanzende, zware, zwarte toga's de zaal binnen, voorafgegaan door een strengkijkende pedel met staf. De promovendus en zijn paranymfen keurig in rokkostuum. Elke vraag werd ingeleid met 'waarde promovendus', die op zijn beurt geen antwoord gaf zonder zijn bewustzijn van de 'hooggeleerdheid' van zijn 'opponent' te laten blijken. Na precies een uur ging de deur van de zaal weer open: entrée de pedel. Een teken voor de promovendus dat het verlossende 'hora est' weldra zou klinken, maar door de voorzitter van de commissie genegeerd - onverstoorbaar zijn vraag vervolgend - tot daadwerkelijk de staf de grond raakt. Je kunt je afvragen moet dat nou, al die poespas? Maar ik raak meer en meer overtuigd dat dit soort tradities ook een functie hebben. Het draagt bij aan de erkenning en waardering van de promovendus en de universiteit als instituut voor excellentie. Voor mij gaat er een aantrekkingskracht vanuit: je moet er wat voor doen om er te komen, maar dan heb je ook wat: respect en verantwoordelijkheid. Die exclusiviteit drijft op kwaliteitsborging, en wellicht is de procedure daarom ingesteld. In tegenstelling tot rare praktijken bij de corporale studentenverenigingen vindt zo'n promotie in de openbaarheid plaats, waardoor het instituut behoed kan worden voor sectarisme. Prachtige ceremonie, zo'n promotie. En niet zonder humor! De promovendus wordt namelijk geacht een tiental stellingen bij zijn proefschrift te voegen waarvan enkele geen verband houden met het onderwerp daarvan. Dat biedt ruimte voor prikkelende, luchtiger discussies. Het wordt alleen wat pijnlijk als een hooggeleerd commissielid een stelling aanvalt waarvoor hij nou net niet heeft doorgeleerd. Wel emanciperend voor het publiek: knappe koppen? Ook dat is relatief.

Thursday, February 21, 2008

Perspectief

Het vorige bericht heeft toch een ietwat treurige toon. Misschien is dat wat uit balans. Een uitweg uit energiezekerheid en klimaatverandering achtte ik mogelijk, maar waarom dan? Ik zei dat deze twee tot tegenstellingen op het internationale toneel leiden, maar niettemin zijn veel oplossingen in de vorm van duurzame energie en 'cleantech' wel een verlichting voor beide problemen. Het gaat erom dat ze voldoende snel voldoende schaal bereiken, zonder al te veel negatieve bijeffecten. Dat gebeurt nu nog niet, omdat ze nog duur zijn. De markt doet het dus niet en de overheid durft het niet. Wachten op tot de onderzoek de kosten zover omlaag heeft gebracht tot de - oneerlijke - concurrentie met vervuilende technologie aangegaan kan worden duurt te lang. Maar als in dat laatste een doorbraak gemaakt kan worden kan het snel gaan. Natuurlijk betekent dat extra kosten voor de belastingbetaler, maar is dat nou zo erg? Sinds de jaren vijftig worden we al niet meer gelukkiger van extra inkomen. Kijk naar wat het oplevert: schone lucht, stillere auto's, verbeterde veiligheid nieuwe exportproducten en nieuwe bindende trots. Als de politieke wil er is, en wij burgers die de kans geven, dan lijkt me dit een prachtig perspectief en zo ondenkbaar niet.

Tuesday, February 19, 2008

Gurmit Singh K.S.

Gisteravond bezocht ik een lezing van het Society for International Development (SID) aan de Vrije Universiteit. Het SID had Gurmit Singh K.S. uitgenodigd zijn visie te geven op 'political ways and means to address climate change'. Dhr. Singh is voorzitter van het Maleisische CETDEM, Center for Environment, Tecnology & Development of Malaysia, een echte milieugoeroe, gepokt en gemazeld, want al 18 jaar actief op het internationale toneel strijdend tegen klimaatverandering. Hij schudde hij de zaal direct wakker met zijn schrille, keiharde stemgeluid, doorgegeven door een geluidsinstallatie die nog op de mompelende en aarzelende opening van de dagvoorzitter was afgesteld. Maar ook de inhoud kwam aan. De vermeende vooruitgang in de klimaatonderhandelingen op Bali was een lege huls, we zijn geen stap verder. De EU kreeg er van langs voor zijn inconsistente gedrag in de klimaatonderhandelingen en het gat dat er gaapt tussen mooie woorden en feitelijke afspraken (ref. G8). Het was volgens Singh toch echt zo dat de rijke landen historisch en moreel verplicht zijn het voortouw te nemen in CO2-reductie. We zouden de Amerikanen niet moeten overtuigen Kyoto te ratificeren, maar hen moeten houden aan de verplichting die ook zij zijn aangegaan jegens de VN-klimaatconventie (UNFCCCC), om broeikasgasconcentraties in de atmosfeer te stabiliseren teneinde gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen en duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. Want daar gaat het om: voedselveiligheid en duurzame economische ontwikkeling. Co-referent Pier Vellinga noemde klimaatverandering de grootste test voor internationale samenwerking. Hij onderschreef de woorden van Singh, maar riep ook op constructief optmistisch te zijn. Want in de laatste 15 maanden is meer vooruitgang geboekt (in denken) dan in de 15 jaren ervoor. Een wereldwijd klimaatverdrag, is zijn verwachting, zal volgen op een eenvoudiger deal tussen de grote broeikasgasemitters. En misschien moesten we het meer zoeken in een uitruil met andere grote issues, zoals ontwikkeling en aanpassing aan gevolgen van klimaatverandering. "Cap & convergence" noemde Vellinga ook, een principe in klimaatovereenkomsten: broeikasgaslimieten stellen voor verschillende landen en die langzaam naar elkaar toe laten convergeren op een eerlijke basis van ton-CO2 per hoofd. Uitruil en convergentie, dat betekent inleveren. Singh zei het zo: rijke landen moeten hun gewoontes herijken, ontwikkelingslanden hun aspiraties. En internationale samenwerking, dus. Een aantal maanden eerder echter, constateerde Michael Klare in dezelfde lezingencyclus dat zich een internationele machtsstrijd ontwikkelt om toegang tot fossiele energiebronnen veilig te stellen, en dat deze strijd militariseert. Waren voorheen de energiezekeheid en de klimaatverandering drijvende krachten voor dezelfde oplossingen, nu lijken ze elkaar in de weg te staan. Is voor een vreedzame uitweg uit deze twee crises een uitruil noodzakelijk, om recht te doen aan belangen van olie- en gasproducenten (Rusland en Midden-Oosten), ontwikkelingsbelangen van energiehongerig China en andere opkomende economieën en ontwikkelingslanden? Ik vind het moeilijk optimistisch te blijven. Er mag dan veel gebeurd zijn in de laatste 15 maanden, maar internationaal gaan de vorderingen traag. Ondertussen voltrekt klimaatverandering zich langs de meest pessimistische scenario's en weten we niet in welke abrupte veranderingen deze zich manifesteert en welke positieve terugkoppelingseffecten worden aangezwengeld. Van een trendbreuk in de ontwikkeling van broeikasgasemissies lijkt voorlopig geen sprake en maakt de zorg om de ijsbeer plaats voor hoop dat het poolijs snel de weg vrijmaakt om ook de allerlaatste druppel olie uit de grond te zuigen voor onze Hummer. O, Paaseiland. Misschien is mijn zorg ongegrond. Zou kunnen. Want ik denk ook dat het wel kán, dat een (vreedzame) uitweg mogelijk is. Maar elke keer als mensen bij de regering aankloppen voor compensatie voor gestegen brandstofprijzen (Zalm gaf niet toe in 2005), wordt dit geloof beproefd.

Friday, February 15, 2008

Ooit de Vasaloppet?

Vandaag voel ik het eindelijk niet meer, die stijfmakende spierpijn in mijn liezen. Hoe het kwam? Vorige week was ik op wintersport in Scuol. Dat ligt in het Unterengadin in Zwitserland. We logeerden in Val Sinestra, een oud-kuurhuis dat diep in een zijdal tussen de bomen staat. Het wordt nu gerund door Nederlanders als vakantiegasthuis. Als je er logeert hoef je je nergens meer druk over te maken. Je wordt vervoerd naar en van de pistes, eten is geregeld, ski's kun je aan huis huren. Je moet alleen zorgen dat je wat te doen hebt, want op deze manier blijft natuurlijk tijd over en 'even naar het dorp' is er niet bij. De hele week heb ik heerlijk geskied op en om de pistes van Scuol, met uitzicht op helderwitte toppen, waarachter Italië schuilgaat. De laatste dag wilde ik toch een keer wat anders doen en besloot me aan het langlaufen te wagen. Geen probleem, skietjes huren en gaan. Je moet wel kiezen: wil je de klassieke stijl beoefenen of 'skating'. Skating gaat harder, en als ex-schaatser zou dat niet al te moeilijk moeten zijn. Maar ik schatte dat de klassieke stijl meer op hardlopen lijkt, dus dat leek me een beter training voor iemand met ambitites in die sport. Bovendien, gloeit sinds afgelopen zomer een klein vuurtje in mij om ooit nog eens deel te nemen aan de Vasaloppet, en die vereist de klassieke stijl. De Vasaloppet is de Elfstedentocht van het langlaufen. 90 km door de bossen in Midden-Zweden, bij Mora. Een mega-event. Elk jaar doen vele duizenden mensen mee, strijdend om voor sluitingstijd de finish te halen. De tijdslimiet is net zo meedogenloos als die in de Friese Elfsteden. Afgelopen zomer was ik met Merijn in de buurt en hebben we het Vasaloppetmuseum bezocht, vlak naast de finishlocatie. Buiten geen sneeuwpiste, maar door regendruppels geteisterd asfalt. Een bekertje bosbessoep en de zwart-witbeelden van oude helden in actie hebben blijvende indruk gemaakt. Ik moest ook een keer. En vorige week ging ik dus oefenen. De eerste meters waren wat onzeker, maar zolang die dunne ski's in de geulen van de loipe gleden ging het goed. Op een foto had ik gezien hoe een mooie slag eruit moest zien, kijk maar: Ziet er niet al te moeilijk uit, toch? Dus met overgave boog ik iets voorover, zwaaide met m'n armen de lange stokken naar voren en naar achteren, ondertussen op een been glijdend en de ander naar achter strekkend, zo dat de achterste ski iets los komt van de sneeuw. Piece of cake. 21 km lang hebben m'n vader en ik voortgeworsteld door het ijskoude dal. Geworsteld ja, want al snel had ik het gevoel een hoop arbeid te verrichten zonder dat dat een bevredigend vaartje opleverde. De afzet naar achter leek een trap in het luchtledige, het glijden leek op fietsen met een aanlopend wiel. Als het omhoog ging was het niet anders dan lopen, maar dan met van die lange latten aan je voeten. Ondertussen gleden de 'skaters' een voor een soepeltjes voorbij. Warm kreeg ik het er wel van, en dus die spierpijn, in de liezen, evenals een groeiend ontzag voor de 90 km klassieker in Zweden en de mensen die hem hadden volbracht. De Vasaloppet is dus nog aantrekkelijker geworden. 2 maart 2008 wordt ie dit jaar 'gelaufen', nu nog zonder mij. De terugweg, stroomopwaarts langs de Inn, beoordeelden we als 'niet in het schema passend' en stapten met de ski's in de hand de bus naar Scuol in.

Wednesday, January 30, 2008

42!

In de Nederlandse Runner's World ranglijst van beste seizoenstijden op de marathon in 2007 sta ik op de 42e plaats! 42e over 42 kilometer, had ik het mooier kunnen wensen? OK, toegegeven, ik zou 'm ruilen voor plek 1, of een startbewijs voor de Olympische Spelen, maar hardlopen is geen kwartetten. Op zoek naar de online versie van deze ranglijst (nog niet gevonden) stuitte ik op de aankondiging van de film 'Spirit of the Marathon'. De trailer belooft een verdere mythificatie van deze mooiste discipline. Nu nog alleen in de VS te zien, maar ik kan niet wachten tot hij in Nederland in première gaat. Niet alleen de Griekse oorsprongslegende maakt dat de marathon magisch is, maar vooral de afstand, die garant staat voor een onontkoombaar lijden, maar binnen de mogelijkheden ligt van elk gezond persoon. Respect en toewijding zijn noodzaak, overmoed wordt genadeloos afgestraft. Ik denk dat daarom, meer dan welk sportevenement ook, de marathon levens op zijn kop heeft gezet, levens heeft gered, levens heeft beëindigd en lijven geruïneerd ook, maar vaker een uitweg heeft geboden uit een miserabele toestand. Dat op dit podium juist de Afrikanen uit economisch onderontwikkelde landen excelleren en de blanke houten Klazen geen schijn van kans laten draagt er ook nog eens aan bij. Misschien zien sommigen in dit laatste als een nieuwe vorm van zwoegen en zweten voor het grootkapitaal, de arbeidsvoorwaarden zijn in elk geval beter geregeld en de eer komt de loper toe. Ik krijg moraal, ik wil trainen...maar helaas, mijn achillespees is nog steeds niet opgewassen tegen mijn blanke passen.

Tuesday, January 29, 2008

Slachting in Den Haag

Tijdens een wandelingetje liep ik zondag met Merijn toevallig tegen het Haagsch Historisch Museum aan, op de hoek van de hofvijver en het toernooiveld (Mooie naam. Je ziet de geharnaste ridders met lange lansen hun paarden de sporen geven in een decor van kleurrijke vaandels en trompetgeschal). Gelijk maar even een kijkje genomen. Over twee verdiepingen verspreid werd de geschiedenis van Nederland sinds Willem van Oranje verhaald in de vorm van bekers en kannen (uit den Zylveren Vloot), wandvullende portretten, en impressies van zeeslagen. Sterng keken de stadhouders en koningen neer op ons bezoekers. En bij elke stap kraakte de houten vloer hard door het stille vertrek, alsof ze wilden zeggen: wij volgen u, Nederland, ook nu nog. Het intrigerendste museumstuk was ook een van de kleinste. Eigenlijk waren het twee stukken. In een apart hokje lagen in het dimlicht de tong en de teen van Johan en Cornelis de Witt. Een beetje verschrompeld en verkleurd inmiddels, maar echt. Een smit had zijn best gedaan op een zilveren doosje om de lichaamsstukken in te bewaren. Hoe moet dat doosje geroken hebben? De twee stukjes mens vertellen het verhaal van een gruwelijke slachting. Johan de Witt had de schuld gekregen voor de Franse invasie van de Republiek in 1672, die zijn pro-Franse politiek niet heeft voorkomen. Zijn broer Cornelis werd valselijk beschuldigd van verraad. Toen Johan zijn broer in de Haagse gevangenenpoort wilde bezoeken werd hij opgewacht door een bloeddorstig gepeupel, opgehitst door een populist, dat De Witt samen met zijn broer ter plekke genadeloos lynchte. Hun lijken werden ontbloot en ondersteboven opgehangen. Stukken vlees werden uit de lichamen gehakt, verdeeld en opgegeten. De harten werden uitgesneden en tentoongesteld. De teen en tong belandden later in een speciaal ontworpen zilveren doosje, dat nog weer later in het Haagsch Historisch Museum terechtkwam. Gelukkig doen we het tegewoordig beschaafder en houdt de oppositie van de populist het vooralsnog bij de typering 'knettergek' voor de op dialoog gerichte bewindvoerder. Buiten, op het trapje naar de vijver, tegenover de gevangenenpoort, speelden vandaag de eerste ganzenkuikens in een aangenaam voorjaarszonnetje, gadegeslagen door vertederde wandelaars. Deze broertjes en zusjes hebben minder te vrezen van het volk dan de De Wittjes, nu in de vertrekken van het Binnenhof langs de andere oever de parlementariers een voor een hun dierenliefde belijden voor behoud van de gunst van het volk. Maar donerdag zal de vroege lente een illusie blijken, want kou en hagel wachten. Of anders is er de hongerige snoek, klaar onder het wateroppervlak om de broertjes en zusjes aan stukken te scheuren en op te eten.

Friday, January 25, 2008

Antarctica

Het is alweer een jaar geleden dat ik hoorde dat ik naar Antarctica mocht. Een absoluut hoogtepunt in 2007. Ik werd eraan herinnerd toen ik in het boek 'aanval op de redelijkheid' van Al Gore las over zijn initiatief 'Current TV'. Current TV is een poging televisie te democratiseren. Het is een website waarop mensen zelfgemaakte filmpjes kunnen plaatsen om op die manier hun stem te laten horen, waar zij normaalgesproken geen kans toe krijgen via de televisiekanalen. Een van mijn expeditiegenoten tijdens de reis naar Antarctica, Brendan Williams, heeft een heel mooi filmpje gemaakt van de beelden die hij tussen de ijsbergen geschoten heeft. Het was zijn inzending voor de ecospot challenge op Current TV. Kijk maar eens: Mooi, he. Binnenkort mag ik zelf weer een presentatie geven over de ervaringen daar en het belang van het continent. De gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen elders op de wereld heeft nu al zichtbare gevolgen voor het afgelegen continent. Maar in de kilometers dikke ijslaag op Antarctica zit een reciprociteit: vele meters zeespiegelstijging hangt als een zwaard van Damocles boven de verantwoordelijken voor het probleem. Dus niet alleen in muurtjesvoetbal of het criminele circuit geldt: wie kaatst moet de bal vangen. Maar helaas zijn bij de vangers ook vele miljoenen die nooit een bal gezien hebben. Die wederkerigheid draag ik niet aan als genoegdoening, maar wel als weer een argument voor actie tegen klimaatverandering. Het is veel meer een veiligheids- en economievraagstuk, dan een milieuprobleem. Het Nobelcomité heeft dat goed begrepen.

Tuesday, January 22, 2008

'Ericvansauersen'

Een van afgelopen dagen verscheen 'Wat is nou gezond?', een boekje van voedingshoogleraar Martijn Katan, waairn hij beschrijft wat gezond eten is en wat niet en Sonjabakkeren, Montignacken en Atkinsen als mythes ontmaskert. (Heb het niet gelezen, maar Katan was te gast in de Tros Nieuwsshow, zaterdagmorgen op radio 1.) Twee maanden terug al zei inspanningsfysioloog Bengt Kayser in het FD dat je de marathon ook kan lopen op BigMacs, en nog hard ook. Hehe, dat werd tijd. Al die diëten met mooie namen missen een wetenschappelijke basis. Er is geen bewijs voor dat het werkt. Ze bestaan bij de gratie van gebrek aan discipline en kennis. Volgens mij is het zo simpel als dit: wat erin gaat aan calorieën moet er ook weer uit, door arbeid en warmte. Gaat er meer in, dan moet het ergens blijven en meestal is dat de buik of zijn het de billen. Die mooie dieetadviezen zijn - en daar is niets mis mee - niet meer dan hulpmiddelen om jezelf te beheersen, want dat valt niet mee. We zijn er nu eenmaal geprogrammeerd op schaarste: eet nu, want je weet niet wanneer je weer iets krijgt. Daarom zijn vette dingen ook zo lekker. De realiteit van vandaag de dag is een andere, voedsel in overvloed en geen noodzaak tot enige fysieke inspanning, want dagelijks kilometers lopen voor een paar vruchten hoeft bijna niemand meer. Dat is heel jammer, maar daar moeten we mee leren leven. Het beste kun je je daar volgens mij tegen wapenen door beweging op te zoeken en te weten wat je eet, een beetje studeren dus. Cabaretier Eric van Sauers - hij zei in zijn programma 'Smulpapen' wel een graantje mee te willen pikken van de dieetmarkt - had zijn boek al klaar. Eén pagina zou het tellen, met één regel: 'Eet minder!' Als ik moest afvallen koos ik voor het 'Ericvansauersen'.

Monday, January 21, 2008

Mastboscross

Ik zou er aan de start staan, afgelopen zondag, naast Kamiel Maase. De eerste ronde zou ik achter de lange rug van Nederlands beste wegatleet de kunst afkijken, de tweede ronde ietsje temporiseren en daarna verdedigen, finishen en naam vestigen in de wedstrijdatletiek. Het liep anders. Ik stond er wel, maar in plaats van een hempje en een kort broekje, droeg ik een regenjas en spijkerbroek en stond ik aan de andere kant van het lint waarmee het parcours was afgezet. Deze BN-De Stem Mastboscross, daar was m'n achillespees nog niet tegenopgewassen. Uit nieuwsgierigheid samen met vriend Mark deze wedstrijd bezocht; even kijken hoe het eraantoe gaat. Eerst een uurtje door het bos (mooi bos!) gelopen samen, droge kleren aan bij de auto en daarna kijken hoe het had gemoeten. Het zou de eerste wedstrijd van Kamiel Maase worden na zijn nationaal record in de marathon van Amsterdam. De speaker was al van ver te horen, kleurrijke linten en opgeblazen bogen tussen de bomen. Toch was Breda niet uitgelopen om de nationale toppers in actie te zien. Het publiek bestond uit een handjevol meegereisde ouders, broers en zussen en trainers. Meer was het niet. Dat verbaasde me. Een stuk of veertig atleten beulde zich 10 km lang af tussen de bomen. Elke ronde meer zwarte spikkels op de billen en kuiten van het slijk. Geconcentreerde gezichten. Ik kreeg er een dubbel gevoel van. Graag had ik ertussen gelopen. Waar was ik geeindigd als ik wel meegedaan had? Toch kwam het modderballet in een leeg bos me ook wat zielig voor. De gedecideerdheid waarmee de atleten zich afbeulen in de drek voor een handvol bekenden, alsof je naar spelende kinderen kijkt. Bij veldrijden krijg ik hetzelfde gevoel. Als Richard Groenendaal met een gezicht verborgen achter een dikke plak modderkoek uiterst serieus en teleurgesteld klaagt over het tegenvallend dagresultaat, vraag ik me af waarom niemand hem vertelt dat hij de hoofdrol speelt in een slapstick. En toch is het ook mooi, oer. Een strijd van man tegen man, met minimale middelen, van A naar B, of er nu een weg is of niet. En met even soepele, lange en hoogfrequente passen als die van de kopgroep in het Mastbos, zou ik geen publiek of weg nodig hebben om gelukkig te zijn.

Winternachten

Dit weekend gaf het Theater aan het Spui onderdak aan Winternachten, het internationaal literatuurfestival. Omdat wij in hetzelfde gebouw wonen hebben we ons zaterdagavond ondergedompeld in angst en hoop, het thema van de avond. Het festival zou draaien om internationale literatuur, uit Suriname en de Antillen. Wie iets van deze culturen op wilde snuiven moest daarvoor wel naar de kleine zaal, want in de grote zaal werd daar de hele avond geen woord aan vuil gemaakt. Daar vonden drie discussies plaast onder leiding van Michael Zeeman, Volkskrantcorrespondent in Rome en zelfverklaard hyperintellectueel. Volgens mij vindt hij zichzelf een buitencategorie denker en woordkunstenaar. Na een waterval van moeilijk, moeilijker, moeilijkste woorden, uitgesproken met zijn gezicht in een quasidiep nadenkende plooi volgde dan toch een vraag die makkelijk met een-derde van het aantal woorden had toegekund en dan voor de ondervraagde beter te begrijpen was geweest. Niettemin wist hij soms direct en best geestig te zijn. Het meest interessant vond ik de bijdragen van Louise Fresco, Ronald Plasterk en Sjoerd Soeters. Fresco zei bij terugkeer in Nederland na jaren bij de FAO in Rome geschrokken te zijn van de pessimistische teneur in Nederland en riep op - door een Libaneze schrijver te citeren - toch vooral ook de rozen te zien en niet slechts naar de dorens te staren. De wetenschappelijke feiten zijn hoopvoller dan de overheersende meningen. Ze zou graag zien dat de politiek meer gebruik zou maken van wat de wetenschap biedt. Architect Soeters loofde de compactheid en kleinschaligheid van de oud-Hollandse stad, de enige die door particulieren zijn gebouwd en niet door megalomane heersers. Hij pleitte voor terugkeer naar deze compactheid in ruimtelijke ordening. Open ruimte is gebaat bij aanwezigheid van mensen in die ruimte. Afwisselende gevels met deuren waar mensen in- en uitgaan, niet te grote pleinen. Grappig, want dat lijkt in tegenspraak met de individuele eisen die we stellen aan een leefbare omgeving: rust, ruimte om te parkeren, veel groen; maar ik kon me voorstellen dat de compactheid sociaal beter werkt. De Volkskrant heeft vandaag een verslagje waar ik me uitstekend in kan vinden.

Thursday, January 17, 2008

Curlingteam

'Waarom praat ze toch zo hard in haar telefoon? En ook nog 's in het Fries!'. Ik raakte een beetje geirriteerd en las de zin in mijn boek nog maar eens een keer. Tevergeefs. Het ging over 'Canadese coaches', 'training', een sportster aan het woord, dus ik was afgeleid. Toen ik door het raam het perron van Schiphol herkende sloeg ik m'n boek dicht op dezelfde bladzijde als waar ik het in Den Haag had open gedaan, pakte m'n tas en begaf me - niet vallen - naar het balkon van het treinstel. Onderaan de trap wachtte een jongedame, geheel in het oranje gehuld, sportschoenen, samen met haar knaloranje rolkoffer tot de trein tot stilstand zou komen. 'Nederland' in zwarte letters op haar rug. Dat moest ze zijn, de Friese sportster. Waar ging ze heen, wat ging ze doen? 'Curling', zei ze. Ze zat in het Nederlands damescurlingteam. Mijn blik ging spontaan naar de koffer. Het zal toch niet, zo'n zware steen? We hebben een curlingteam! Ik wist het niet. En nog goed ook, vorige maand gepromoveerd naar de A-poule in Bern en nu op weg naar de Glynhill Ladies International, van 18-20 januari in Glasgow. Naar Peking ging ze niet, want curling is een wintersport (natuurlijk, domme vraag van mij), maar Vancouver zou toch wel heel mooi zijn. Dan moesten ze zich nog wel plaatsen. Het gaat ze lukken, Shari, Esther, Margrietha en deze Idske van 'team Leibbrandt', en ik zal ze in 2010 naar een plak schreeuwen. Volg ze op: http://www.teamleibbrandt.nl

Monday, January 14, 2008

Internetdemocratie

Op het werk discussiëren we over de invloed van de digitalisering op
onze activiteiten. Dát het een belangrijke ontwikkeling is is wel
duidelijk, maar wát er dan verandert is dat minder. Al Gore verwacht
er veel goeds van. In zijn nieuwste boek - 'De aanval op de
redelijkheid' - wat ik aan het lezen ben, beklaagt hij zich dat o.a.
de televisie een belangrijke oorzaak is van de afkalvende rol van de
ratio als fundament van het democratisch proces. Het publieke forum voor vrije uitwisseling van ideeën van het geschreven woord is vervangen door het veel minder vrij toegankelijke, top-down forum van
de TV. Ook Piet Borst maakt zich in een sterke column in NRC van
zaterdag jl. - waarmee hij zijn zorgen uit over het in de mode zijn
van spiritualiteit - hard voor de rede: 'De ratio is en blijft de
basis voor vredig samenleven en ondanks verschillen in godsdienst, de
basis ook voor onze huidige welvaart en voor de oplossing van de
problematische bijverschijnselen van die welvaart.' Kan het internet de rol van de rede weer in ere herstellen? Al Gore denkt van wel. Hij ziet het vrij toegankelijke internet als nieuw forum voor vrije uitwisseling van ideeën en standpunten. Is dat zo? De vrije toegang klopt,
maar blijkt z'n nadelen te hebben. In de boekenbijlage van het NRC
van vrijdag 11 januari worden twee nieuwe boeken gepresenteerd die
een beeld zouden laten zien dat stuurloze democratie van het net 'leidt tot amateurisme en radicalisering.' 'Voor het eerst in de geschiedenis heeft de massa toch maar toegang tot een massamedium gekregen - je kunt vaststellen dat de resultaten voorlopig niet meevallen.' Nobelprijswinnares Doris Lessing walgde van de leegte en oppervlakkigheid van het web. Andrew Keen, auteur van het besproken boek 'The Cult of the Amateur - How today's internet is killing our culture and assaulting our economy', zegt dat de internetdemocratie zodanig ver is doorgeschoten dat de woorden van een wijs man nu niet meer waard zijn dan het gestamel van een dwaas. Niet erg hoopgevend,
maar er zijn ook voorbeelden die bewijzen dat internet ook een
krachtig middel is wanneer je het ten goede aanwendt (zie boek 'Wikinomics'). En wat te denken van de Chinese bloggers die corruptie aan de kaak stellen en de inernetcontrole van de partij lijken te doorbreken. Misschien is het nog te vroeg om een oordeel te vellen, is er meer tijd nodig en scheidt na verloop van tijd het kaft zich van het koren via een evolutionair proces. Keren gebruikers zich af van het vullis en krijgt kwaliteit weer de aandacht. Of, zoals de boekrecensie in NRC ook noemt en wat ik waarschijnlijker acht, blijft het 'voor ieder wat wils', fragmentatie in groepen gebruikers en sites van gelijkgestemden, waar tegengestelde meningen nauwelijks voorkomen. We gaan het zien, maar ik denk dat veel zal afhangen van de opstelling van internetgebruikers zelf, van hun kritische en rationele houding, en dat betekent dat goed onderwijs van levensbelang is.

Friday, January 11, 2008

spiraal

De olieprijs ging vorige week door de belangrijke psychologische grens van 100$ per vat, zij het slechts eventjes. Denk niet dat het erg lang zal duren voor de prijs structureel boven deze grens uitkomt. De hoge olieprijs wordt wel gezien als een zegen voor de ontwikkeling van duurzame energie. Immers, hoe hoger de prijs van olie, des te eerder is energie uit duurzame bronnen concurrerend. Ik ben niet echt een econoom, maar vraag me wel af zou het ook door kunnen schieten? Zou de oliekrapte niet zo snel kunnen komen, met zulke economische gevolgen, dat er helemaal geen tijd en geld is om hernieuwbare energie te ontwikkelen, maar alle aandacht uitgaat naar kortetermijnoverlevingsstrategie, dat we in een neewaartse spiraal terecht komen en nieuwe infrastructuur voor een duurzame energievoorziening nog maar even uitstellen? En we weten dat uitstel van CO2-beperkende maatregelen maakt dat de kosten van klimaatverandering alleen maar groter worden. Waar nu het klimaatprobleem en de energieschaarste drijvende krachten zijn achter een duurzame energievoorziening, kan de laatste best acuut zijn. De energievoozieningszekerheid en economische malaise t.g.v. hoge prijzen dringt dan het klimaatprobleem naar de achtergrond met als gevolg een vlucht in vuile kolen zonder oplossing voor de daarmee gepaard gaande extra CO2-uitstoot en luchtvervuiling. De beelden van de webcam van het KNMI op de Euromast die Gerrit Hiemstra dagelijks in het NOS Journaal laat zien zouden dan net zo goed uit Peking kunnen komen. Dat is letterlijk 'zwartkijken', nietwaar? Ik schreef voorgaande een paar dagen terug, maar de gedachte blijkt zo gek nog niet: het World Economic Forum (WEF) in Davos wijst in een rapport ook op deze ontwikkeling (http://www.weforum.org/en/media/Latest%20Press%20Releases/GlobalRisk08Press) . "The objectives of secure, reasonably priced energy and reductions in emissions of greenhouse gases (GHG) seem both out of reach and in conflict." Kolen zijn smerig, duurzame bronnen missen de potentie om op grote schaal een rol te spelen (wind, zon) of leggen beslag op andere schaarse bronnen als landbouwgrond en water (biobrandstoffen). En onduidelijkheid over toekomstige regulering doet energiebedrijven bijvoorbeeld investeringen in nieuwe energieopwekkingscapaciteit ter vervanging van verouderde installaties uitstellen. 'Het gebrek aan een holistische benadering van energiezekerheid en emissiereducties', zegt het WEF, 'brengt beide doelstellingen in gevaar. De volgende jaren zullen cruciaal zijn om tot een wereldwijde strategie voor de lange termijn te komen.' Geen gemakkelijke opgave.

Wednesday, January 09, 2008

Pezen door Den Haag

Weet je nog, die geblesseerde achillespees? Na dik twee weken dagelijks trouw oefeningetjes te hebben gedaan, met een rugzak gevuld met waterflessen en een zak tuinaarde, heb ik dat juk van me afgeworpen. Ik kan weer lopen! Gisteravond ging het weer 's proberen. Ik wist niet wat er gebeurde. Zodra ik de stopwatch had ingedrukt gingen m'n benen er met me vandoor. Als een losgeslagen stier brieste ik langs de symbolen van ons staatsbestel. Langs Huis ten Bosch, over de Laan van NOI, Madurodam werd nog kleiner toen ik passeerde, in het Vredespaleis vroeg men zich af voor welke oorlog ik op de vlucht was, op het Binnenhof vroeg men een spoeddebat aan. Kan ik het nog? Waar sta ik? Wat is het effect van die paar fietstochtjes? Van m'n krachtoefeningetjes? Ik wilde het allemaal weten, meteen. Na 12 minuutjes een steek. Nee toch! Achillespees? Of toch kuit? Geen antwoord, het verdween! Ik mocht door, door, door het donker. Na drie kwartier was ik terug onder de vlaggen tegenover m'n woning ter ere van scheidend burgemeester Deetman. "Wim, bedankt!", stond erop, maar ik las 'finish'. Ook bij het uitlopen over de tijdelijk - wegens werkzaamheden - autovrije en overharde Veerkaden hield de pees zich stil. Wat een luxe trouwens, die afgezette straat! Normaliter denderen dag en nacht de vrachtwagens voorbij over de krappe baantjes en is het de vuilste straat van Nederland. Nu is het heerlijk rustig, maakt de straat een ruime indruk en vallen opeens de mooie gevels van oude ex-grachtenpanden op. Wat mij betreft gooien we de Veerkaden permanent dicht voor autoverkeer. Met wat groen in het midden, wat restaurantjes en terrasjes wordt het een prachtig voetgangersgebied. 's Zomers een witbiertje in de zon, 's avonds kunt dineren voor je bezoek aan spuitheater, danstheater, filmhuis, concertzaal of raamprostituee om de hoek. Maar helaas, men werkt dag én nacht voor onze deur om de afsluiting maar zo kort mogelijk te laten duren. Binnenkort staan de kaden weer vol verkeer en kan je op de site van het RIVM weer zien hoe ver de meters op de snuffelpalen in de straat de normen voor luchtkwaliteit overschrijden.

Monday, January 07, 2008

De groei voorbij

Net 'De groei voorbij' van Jaap van Duijn gelezen. Interessant, met name door de vele sprekende statistieken en het historisch perspectief. Het gaat erover dat Nederland niet veel economische groei meer kan verwachten. We bevinden ons eigenlijk in een zelfde soort situatie als aan het einde van de Gouden Eeuw, een verzadigde toestand waarin de economische structuur verandert. Er is geen behoefte aan 'meer', maar het streven richt zich op 'behoud'. Dat uit zich in risico-aversie, regeldruk, focus op korte termijn, meer voorkeur voor vrije tijd, en nog een aantal kenmerken. We zijn nog nooit zo snel zo rijk geworden als in de tweede helft van de 20e eeuw, maar veel gelukkigers zijn we niet geworden en we hebben er wel een prijs voor moeten betalen: achteruitgang van milieu, rust en ruimte. We zouden een nieuwe ambitie moeten vinden in het terugwinnen van het verlorene, zegt van Duijn, welvaartstoename door herstel van milieu, minder geluidsoverlast en meer ruimte. Klinkt mooi. Maar het streven naar rijkdom is iets wat je individueel na kan jagen: harder werken, meer geld, meer spullen. Milieu, rust en ruimte vergroten is een lastiger individueel doel. Ja, het kan wel; als je rust en ruimte wil zorg je eerst dat je snel rijk wordt, pakt je boedel en gaat in een mooi huis in een ander land lekker van je rust in het natuurschoon genieten. Ik denk niet dat Van Duijn het zo bedoeld heeft. Het zou een collectieve inspanning moeten zijn, maar waar in het groeistreven de lusten particulier en de lasten gesocialiseerd zijn, is dat in het streven naar herstel van de leefbaarheid andersom. Behoud van welvaart vraagt een flinke inspanning, maar is een nogal defensieve drijfveer. Voeg daar herstel van de leefbaarheid als ambitie aan toe, dan heb je een defensieve missie met een hoop extra randvoorwaarden. Wie definieert een positief, uitdagend perspectief dat mensen ook individueel hun gretigheid ontlokt? Is cradle-to-cradle een goeie?

Saturday, January 05, 2008

verstrikt in netwerken

'Jan invites you to join his network on Plaxo'. Dat is aardig van Jan, maar wat in 's hemelsnaam is plaxo nu weer? Heb m'n linked-in password zojuist ergens weten terug te vinden, m'n profiel op facebook ingetypt met weer dezelfde 'work experience'en 'education' informatie en nu druk bezig m'n hyves te 'customizen'. Leek me wel voldoende, drie netwerken, heb er een dagtaak aan up-to-date te blijven met alle blogs, krabbels en gadgets. Maar is de wereld er nu achter dat linked-in toch niet je-dat is en vindt er een virtuele volksverhuizing plaats naar het nieuwe beloofde land dat plaxo heet? Dan mag ik de boot niet missen, anders ben ik straks de laatste in een versteende wereld van dode profielen. Het gaat geruisloos, je hebt het niet door. Maar welk password zal ik nu weer verzinnen en hoe ga ik dat onthouden? Hyves vind ik overigens fantastisch. Opeens kan ik volgen hoe het gaat met vrienden en kennisen die ik allang uit het oog verloren was! Sommigen gunnen je zelfs een flink diepe kijk in hun privébestaan en etaleren de gênanste dingen, geweldig, kan zo in de tabloids. Ook linked-in is ideaal. Gedoe met verschillende verouderde bestanden om alle adressen en nieuwe banen van oud-collegae en bekenden bij te houden is niet meer nodig. 't Is alleen nog even wachten op de winnaar. Welk netwerk zal zegevieren? 't Zullen er waarschijnlijk enkele zijn voor verschillende doelgroepen. Of zou het overwaaien en kan ik ook zonder? Denk het niet, want het brengt echt iets nieuws in communicatie. Maar wie fabriekt er even een frontje dat alle netwerken integreert? zoiets als een RSS-reader, maar dan voor facebook, schoolbank, plaxo enz.. Eén inlognaam, eén wachtwoord. Ik loop vast achter, want zoiets bestaat zeker allang?

Wednesday, January 02, 2008

De klimaathype voorbij

Wouter van Dieren, de directeur van IMSA (waar ik werk), stond aan de wieg van de milieubeweging in Nederland, meer dan 35 jaar geleden. In Trouw verscheen zaterdag 29 december een artikel van zijn hand, een positieve kijk op de uitkomst van de VN-klimaattop in Bali: "De laatste klimaattop betekent een wending ten goede voor de toekomst van de aarde." Lees het hier.

Altijd verder

Wat doe je als je geblesseerd bent en niet kunt lopen? Behalve
oefeningen van de fysiotherapeut en fietsen kun je lopen met het deel van het lijf dat nog wel functioneert, het hoofd. Lezen over lopen, bijvoorbeeld. Er is niet zo heel veel te lezen over lopen. Wat kun je er ook over schrijven? Er zijn behoorlijk wat boeken over trainingsmethodes, voeding enzovoort, maar dat ken ik nu wel een beetje. Dan is er het tijdschrift Runner's World, dat de loop- en fitheidshype aardig weet uit te buiten. Elke maand prijkt er weer een
jogger met een tandpastasmile op de cover, gehuld in de nieuwste mode, maar duidelijk geen 'atleet' en vast gecast door een reclamegriet die zichzelf in vorm houdt bij een chique fitnesscentrum
(of heet het wellness experience tegenwoordig?). Veel leuker is het literair hardlooprijdschrift '42', onder redactie van Kees Kooman. Het is een verhalenbundel met stukken van bekende lopende schrijvers
en schrijvende lopers dat twee keer per jaar verschijnt. Het risico van breedsprakige 'lopen als metafoor voor het leven en oplossing van alles'-conclusies hangt erboven, maar verreweg de meeste verhalen zijn boeiend. Er blijken heel wat prachtige anekdotes rond
sportprestatie en vergeten atleten. '42' weet de mythe die het wielrennen nog mooier maakt ook een beetje naar het hardlopen te
brengen. Oud-politici Pieter Winsemius en Paul Rosenmöller vertaalden hun hardlooppassie in een dun boekje; Abdelkader Benali schreef een mooi literair werkje over zijn hardloopleven verweven in een emotionele tocht van 42 km door Amsterdam; maar wat vond ik onder de kerstboom: het nieuwe boek van Dolf Jansen, 'Altijd verder'. Hierin schrijft hij over zijn leven als loper, wat lopen doet met zijn leven. Heb het gretig verslonden, want ik wilde wel eens weten hoe hij met lopen bezig is. Hij heeft het vast druk met zijn artiestenbestaan, hoe flikt ie het dan toch zijn kilometers te maken? Hoe past dat geloop bij een artiest, waar de kunsten toch eerder met sex en drugs en wilde nachten in verband worden gebracht?
Dolf Jansen identificeert zich met hardlopen. Hij is hardlopen. Kan niet zonder, gaat 'altijd verder'. Voor de buitenwereld is Dolf Jansen toch vooral cabaretier en programmamaker en minder bekend als loper. Lopen is hobby, bijzaak, maar voor hem zelf lijkt het omgekeerd. Hij is in de eerste plaats de atleet, die droomt (droomde) van Olympische Spelen en altijd bezig met zijn lijf, de training, herstel, voeding. 't Is dat hij net niet voldoende getalenteerd om er zijn brood mee te verdienen. In het boek deelt Jansen een bijna kinderlijke blijdschap die de sport hem geeft, en die is sterk genoeg om meewarig misprijzen naast zich neer te leggen. Hij put daar zelfs kracht uit. Ik vind dat inspirerend.
Ik denk dat ik inmiddels wel overtuigd ben van het plezier in het lopen en de zegeningen die het met zich meebrengt voor lijf (afgezien van die achilles nu dan even) en geest, maar nu moet het nog ankeren in alledag. Kan ik een dagelijks duurloopje organiseren naast m'n werk en de twee uren in de trein tussen Den Haag en Amsterdam? Hoe doe ik dat met m'n spulletjes in een pand zonder douche of kleedhok? (Bewijs je je bedrijf een dienst als je met een rood gezicht, doorweekt t-shirt en bleke, harige benen nog nahijgend van je 14km lunchloopje op de trap in het pand de CEO van een belangrijke klant passeert?) En krijg ik op termijn misschien spijt als ik zoveel geen aandacht heb kunnen geven, omdat ik al die uren door de duinen draafde? En zo verder. Wellicht gaan we 't zien in 2008. Waar ik vorig jaar door Midas Dekkers ('Lichamelijk Oefening', zie post 28 oktober 2006) een stuk terug was gezet, heeft Dolf me weer een flink vooruit geduwd.