Wat doe je als je geblesseerd bent en niet kunt lopen? Behalve
oefeningen van de fysiotherapeut en fietsen kun je lopen met het deel van het lijf dat nog wel functioneert, het hoofd. Lezen over lopen, bijvoorbeeld. Er is niet zo heel veel te lezen over lopen. Wat kun je er ook over schrijven? Er zijn behoorlijk wat boeken over trainingsmethodes, voeding enzovoort, maar dat ken ik nu wel een beetje. Dan is er het tijdschrift Runner's World, dat de loop- en fitheidshype aardig weet uit te buiten. Elke maand prijkt er weer een
jogger met een tandpastasmile op de cover, gehuld in de nieuwste mode, maar duidelijk geen 'atleet' en vast gecast door een reclamegriet die zichzelf in vorm houdt bij een chique fitnesscentrum
(of heet het wellness experience tegenwoordig?). Veel leuker is het literair hardlooprijdschrift '42', onder redactie van Kees Kooman. Het is een verhalenbundel met stukken van bekende lopende schrijvers
en schrijvende lopers dat twee keer per jaar verschijnt. Het risico van breedsprakige 'lopen als metafoor voor het leven en oplossing van alles'-conclusies hangt erboven, maar verreweg de meeste verhalen zijn boeiend. Er blijken heel wat prachtige anekdotes rond
sportprestatie en vergeten atleten. '42' weet de mythe die het wielrennen nog mooier maakt ook een beetje naar het hardlopen te
brengen. Oud-politici Pieter Winsemius en Paul Rosenmöller vertaalden hun hardlooppassie in een dun boekje; Abdelkader Benali schreef een mooi literair werkje over zijn hardloopleven verweven in een emotionele tocht van 42 km door Amsterdam; maar wat vond ik onder de kerstboom: het nieuwe boek van Dolf Jansen, 'Altijd verder'. Hierin schrijft hij over zijn leven als loper, wat lopen doet met zijn leven. Heb het gretig verslonden, want ik wilde wel eens weten hoe hij met lopen bezig is. Hij heeft het vast druk met zijn artiestenbestaan, hoe flikt ie het dan toch zijn kilometers te maken? Hoe past dat geloop bij een artiest, waar de kunsten toch eerder met sex en drugs en wilde nachten in verband worden gebracht?
Dolf Jansen identificeert zich met hardlopen. Hij is hardlopen. Kan niet zonder, gaat 'altijd verder'. Voor de buitenwereld is Dolf Jansen toch vooral cabaretier en programmamaker en minder bekend als loper. Lopen is hobby, bijzaak, maar voor hem zelf lijkt het omgekeerd. Hij is in de eerste plaats de atleet, die droomt (droomde) van Olympische Spelen en altijd bezig met zijn lijf, de training, herstel, voeding. 't Is dat hij net niet voldoende getalenteerd om er zijn brood mee te verdienen. In het boek deelt Jansen een bijna kinderlijke blijdschap die de sport hem geeft, en die is sterk genoeg om meewarig misprijzen naast zich neer te leggen. Hij put daar zelfs kracht uit. Ik vind dat inspirerend.
Ik denk dat ik inmiddels wel overtuigd ben van het plezier in het lopen en de zegeningen die het met zich meebrengt voor lijf (afgezien van die achilles nu dan even) en geest, maar nu moet het nog ankeren in alledag. Kan ik een dagelijks duurloopje organiseren naast m'n werk en de twee uren in de trein tussen Den Haag en Amsterdam? Hoe doe ik dat met m'n spulletjes in een pand zonder douche of kleedhok? (Bewijs je je bedrijf een dienst als je met een rood gezicht, doorweekt t-shirt en bleke, harige benen nog nahijgend van je 14km lunchloopje op de trap in het pand de CEO van een belangrijke klant passeert?) En krijg ik op termijn misschien spijt als ik zoveel geen aandacht heb kunnen geven, omdat ik al die uren door de duinen draafde? En zo verder. Wellicht gaan we 't zien in 2008. Waar ik vorig jaar door Midas Dekkers ('Lichamelijk Oefening', zie post 28 oktober 2006) een stuk terug was gezet, heeft Dolf me weer een flink vooruit geduwd.
No comments:
Post a Comment