Sunday, December 30, 2007

Van de hardrenner of wielloper

Ik deed de schuurdeur open en daar hing hij. Licht in kleur, licht in gewicht. Toen ik hem van de haak tilde voelde het als vanouds. De vorm is lang vergaan, maar de herinnering vervliegt veel en veel trager. De kleinste prikkel - je vinger langs het lint, een goed aangesneden bochtje - is genoeg om de stof van de beelden te blazen. De fiets, deze week heb ik de fiets, mijn fiets, weer ontdekt. Uit nood geboren, volledig buiten het seizoen, maar dat maakt hem niets uit, de trouwe machiene. Na jaren als eenzame hardloper de kilometers onder de zolen door te hebben laten rollen, in voorbereiding op een halve marathon hier, of een hele daar, vond ik het tijd om nog een extra stap te zetten. In oktober bracht ik in Eindhoven mijn beste tijd op de marathon naar 2:39:18, als recreant tussen de wedstrijdatleten. Dik tevreden natuurlijk! Maar er zit meer in. Ik wil naar sub-2:30 - en het liefst gelijk ook maar naar Londen in 2012 - maar de rek aan wat ik alleen kan doen lijkt er een beetje uit. Sinds een maand ben ik daarom toegetreden tot het atleten gilde, met een echte KNAU-westrijdlicentie. Als jongetje van 8 - het was de tijd van superatleet Carl Lewis - wilde ik al op atletiek. Beetje verspringen en zo, leek me geweldig, maar 't is er nooit van gekomen. Tot een week of 7 geleden dus. Begin november meldde ik me daarom bij de midden- en lange-afstandsgroep van Leiden Atletiek, die wordt getraind door Bram Wassenaar. Bram is coach van Kamiel Maase, dus waar kan je met je ambities op de marathon beter terecht? In de eerste trainingen deed ik gelijk lekker mee met de jongens. Duurloopje, loopscholing met coordinatie- en krachtoefeningetjes en een programma met tempo-intervallen op de atletiekbaan. Lekker, leuk ook. Maar na nog geen vier weken was het raak. Pijntje in de achilles na een baantraining op woensdagavond. 't Zal wel weggaan, dacht ik, weekje doorgetraind, maar beter werd het niet. En nu staan mijn mooie loopschoenen me al twee weken in de gang aan te kijken als een hond die te lang niet is uitgelaten, afgesneden van het maatschappijtje voor ik de kans heb gekregen te integreren (de beste manier daarvoor is gewoon een topklassering in een aansprekende wedstrijd), en doe ik dagelijks de oefeningetje die de fysiotherapeut me heeft opgedragen. En fietsen dus, sinds een halve week. Elke looploze dag heeft de spanning zich verder opgebouwd, zich manifesterend in lamlendig liggend alle jaaroverzichten langs te zappen. Maar sinds ik de bandjes heb opgepompt is de druk weer van het ventiel. Ik kom op plaatsen waar ik lang niet meer ben geweest, en zie wat er allemaal afgebroken en bijgebouwd is. De inspanning en de wind doen het slijm in mijn verkouden keel lekker loskomen. Als de aanvoer mijn neusholten weer gevuld hebben draai ik mijn gezicht van de wind af, haal diep adem, en blaas krachtig door mijn neus om de dode bacteriebrei aan de luchtstroom mee te geven. (Ik heb eerst even omgekeken natuurlijk. Hoe vaak heb ik niet zelf vergast op een sproeinevel van een fietscollega.) Op de fiets kan dit veel beter dan onder het lopen. Een opluchting als na een lange zoektocht het toilet gevonden te hebben is het resultaat. Meestal druk ik voor het uitblazen een neusgat met mijn vinger dicht, om een grotere stuwkracht te ontwikkelen en er zeker van te zijn dat de groene klodder niet op mijn schouder of rug landt. Maar als ik nog even door blijf fietsen zal mijn longkracht voldoende zijn om in een keer beide neusholtes tegelijk te ledigen in de berm, zonder mijn handen van het stuur te moeten halen. (Zouden er eigenlijk geen wedstrijden in bestaan?) Voorlopig fiets ik, nog twee dagen, want dan is het kerst- en nieuwjaarsreces voorbij en wacht weer het forenzenritme. En wellicht heeft de achillespees zich weer herpakt, zelfs sterker geworden, en maken de rubber bandjes weer plaats voor de rubberen zolen, de zadelpijn (dat wel) voor de schurende dijen en het zeemleer voor een onderbroek, en kan ik weer lopen, weer atleet zijn, of worden in Schoorl of Rotterdam. Maar dan een atleet met meer power in de pootjes en lucht in de longen, dankzij de zeewind en de fiets.