Wednesday, January 30, 2008
42!
In de Nederlandse Runner's World ranglijst van beste seizoenstijden op de marathon in 2007 sta ik op de 42e plaats! 42e over 42 kilometer, had ik het mooier kunnen wensen? OK, toegegeven, ik zou 'm ruilen voor plek 1, of een startbewijs voor de Olympische Spelen, maar hardlopen is geen kwartetten.
Op zoek naar de online versie van deze ranglijst (nog niet gevonden) stuitte ik op de aankondiging van de film 'Spirit of the Marathon'. De trailer belooft een verdere mythificatie van deze mooiste discipline. Nu nog alleen in de VS te zien, maar ik kan niet wachten tot hij in Nederland in première gaat. Niet alleen de Griekse oorsprongslegende maakt dat de marathon magisch is, maar vooral de afstand, die garant staat voor een onontkoombaar lijden, maar binnen de mogelijkheden ligt van elk gezond persoon. Respect en toewijding zijn noodzaak, overmoed wordt genadeloos afgestraft. Ik denk dat daarom, meer dan welk sportevenement ook, de marathon levens op zijn kop heeft gezet, levens heeft gered, levens heeft beëindigd en lijven geruïneerd ook, maar vaker een uitweg heeft geboden uit een miserabele toestand. Dat op dit podium juist de Afrikanen uit economisch onderontwikkelde landen excelleren en de blanke houten Klazen geen schijn van kans laten draagt er ook nog eens aan bij. Misschien zien sommigen in dit laatste als een nieuwe vorm van zwoegen en zweten voor het grootkapitaal, de arbeidsvoorwaarden zijn in elk geval beter geregeld en de eer komt de loper toe.
Ik krijg moraal, ik wil trainen...maar helaas, mijn achillespees is nog steeds niet opgewassen tegen mijn blanke passen.
Tuesday, January 29, 2008
Slachting in Den Haag
Tijdens een wandelingetje liep ik zondag met Merijn toevallig tegen het Haagsch Historisch Museum aan, op de hoek van de hofvijver en het toernooiveld (Mooie naam. Je ziet de geharnaste ridders met lange lansen hun paarden de sporen geven in een decor van kleurrijke vaandels en trompetgeschal). Gelijk maar even een kijkje genomen. Over twee verdiepingen verspreid werd de geschiedenis van Nederland sinds Willem van Oranje verhaald in de vorm van bekers en kannen (uit den Zylveren Vloot), wandvullende portretten, en impressies van zeeslagen. Sterng keken de stadhouders en koningen neer op ons bezoekers. En bij elke stap kraakte de houten vloer hard door het stille vertrek, alsof ze wilden zeggen: wij volgen u, Nederland, ook nu nog.
Het intrigerendste museumstuk was ook een van de kleinste. Eigenlijk waren het twee stukken. In een apart hokje lagen in het dimlicht de tong en de teen van Johan en Cornelis de Witt. Een beetje verschrompeld en verkleurd inmiddels, maar echt. Een smit had zijn best gedaan op een zilveren doosje om de lichaamsstukken in te bewaren. Hoe moet dat doosje geroken hebben? De twee stukjes mens vertellen het verhaal van een gruwelijke slachting.
Johan de Witt had de schuld gekregen voor de Franse invasie van de Republiek in 1672, die zijn pro-Franse politiek niet heeft voorkomen. Zijn broer Cornelis werd valselijk beschuldigd van verraad. Toen Johan zijn broer in de Haagse gevangenenpoort wilde bezoeken werd hij opgewacht door een bloeddorstig gepeupel, opgehitst door een populist, dat De Witt samen met zijn broer ter plekke genadeloos lynchte. Hun lijken werden ontbloot en ondersteboven opgehangen. Stukken vlees werden uit de lichamen gehakt, verdeeld en opgegeten. De harten werden uitgesneden en tentoongesteld. De teen en tong belandden later in een speciaal ontworpen zilveren doosje, dat nog weer later in het Haagsch Historisch Museum terechtkwam. Gelukkig doen we het tegewoordig beschaafder en houdt de oppositie van de populist het vooralsnog bij de typering 'knettergek' voor de op dialoog gerichte bewindvoerder.
Buiten, op het trapje naar de vijver, tegenover de gevangenenpoort, speelden vandaag de eerste ganzenkuikens in een aangenaam voorjaarszonnetje, gadegeslagen door vertederde wandelaars. Deze broertjes en zusjes hebben minder te vrezen van het volk dan de De Wittjes, nu in de vertrekken van het Binnenhof langs de andere oever de parlementariers een voor een hun dierenliefde belijden voor behoud van de gunst van het volk. Maar donerdag zal de vroege lente een illusie blijken, want kou en hagel wachten. Of anders is er de hongerige snoek, klaar onder het wateroppervlak om de broertjes en zusjes aan stukken te scheuren en op te eten.
Friday, January 25, 2008
Antarctica
Het is alweer een jaar geleden dat ik hoorde dat ik naar Antarctica mocht. Een absoluut hoogtepunt in 2007. Ik werd eraan herinnerd toen ik in het boek 'aanval op de redelijkheid' van Al Gore las over zijn initiatief 'Current TV'. Current TV is een poging televisie te democratiseren. Het is een website waarop mensen zelfgemaakte filmpjes kunnen plaatsen om op die manier hun stem te laten horen, waar zij normaalgesproken geen kans toe krijgen via de televisiekanalen. Een van mijn expeditiegenoten tijdens de reis naar Antarctica, Brendan Williams, heeft een heel mooi filmpje gemaakt van de beelden die hij tussen de ijsbergen geschoten heeft. Het was zijn inzending voor de ecospot challenge op Current TV. Kijk maar eens:
Mooi, he. Binnenkort mag ik zelf weer een presentatie geven over de ervaringen daar en het belang van het continent. De gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen elders op de wereld heeft nu al zichtbare gevolgen voor het afgelegen continent. Maar in de kilometers dikke ijslaag op Antarctica zit een reciprociteit: vele meters zeespiegelstijging hangt als een zwaard van Damocles boven de verantwoordelijken voor het probleem. Dus niet alleen in muurtjesvoetbal of het criminele circuit geldt: wie kaatst moet de bal vangen. Maar helaas zijn bij de vangers ook vele miljoenen die nooit een bal gezien hebben. Die wederkerigheid draag ik niet aan als genoegdoening, maar wel als weer een argument voor actie tegen klimaatverandering. Het is veel meer een veiligheids- en economievraagstuk, dan een milieuprobleem. Het Nobelcomité heeft dat goed begrepen.
Tuesday, January 22, 2008
'Ericvansauersen'
Een van afgelopen dagen verscheen 'Wat is nou gezond?', een boekje van voedingshoogleraar Martijn Katan, waairn hij beschrijft wat gezond eten is en wat niet en Sonjabakkeren, Montignacken en Atkinsen als mythes ontmaskert. (Heb het niet gelezen, maar Katan was te gast in de Tros Nieuwsshow, zaterdagmorgen op radio 1.) Twee maanden terug al zei inspanningsfysioloog Bengt Kayser in het FD dat je de marathon ook kan lopen op BigMacs, en nog hard ook. Hehe, dat werd tijd. Al die diëten met mooie namen missen een wetenschappelijke basis. Er is geen bewijs voor dat het werkt. Ze bestaan bij de gratie van gebrek aan discipline en kennis. Volgens mij is het zo simpel als dit: wat erin gaat aan calorieën moet er ook weer uit, door arbeid en warmte. Gaat er meer in, dan moet het ergens blijven en meestal is dat de buik of zijn het de billen. Die mooie dieetadviezen zijn - en daar is niets mis mee - niet meer dan hulpmiddelen om jezelf te beheersen, want dat valt niet mee. We zijn er nu eenmaal geprogrammeerd op schaarste: eet nu, want je weet niet wanneer je weer iets krijgt. Daarom zijn vette dingen ook zo lekker. De realiteit van vandaag de dag is een andere, voedsel in overvloed en geen noodzaak tot enige fysieke inspanning, want dagelijks kilometers lopen voor een paar vruchten hoeft bijna niemand meer. Dat is heel jammer, maar daar moeten we mee leren leven. Het beste kun je je daar volgens mij tegen wapenen door beweging op te zoeken en te weten wat je eet, een beetje studeren dus. Cabaretier Eric van Sauers - hij zei in zijn programma 'Smulpapen' wel een graantje mee te willen pikken van de dieetmarkt - had zijn boek al klaar. Eén pagina zou het tellen, met één regel: 'Eet minder!' Als ik moest afvallen koos ik voor het 'Ericvansauersen'.
Monday, January 21, 2008
Mastboscross
Ik zou er aan de start staan, afgelopen zondag, naast Kamiel Maase. De eerste ronde zou ik achter de lange rug van Nederlands beste wegatleet de kunst afkijken, de tweede ronde ietsje temporiseren en daarna verdedigen, finishen en naam vestigen in de wedstrijdatletiek. Het liep anders. Ik stond er wel, maar in plaats van een hempje en een kort broekje, droeg ik een regenjas en spijkerbroek en stond ik aan de andere kant van het lint waarmee het parcours was afgezet. Deze BN-De Stem Mastboscross, daar was m'n achillespees nog niet tegenopgewassen. Uit nieuwsgierigheid samen met vriend Mark deze wedstrijd bezocht; even kijken hoe het eraantoe gaat. Eerst een uurtje door het bos (mooi bos!) gelopen samen, droge kleren aan bij de auto en daarna kijken hoe het had gemoeten. Het zou de eerste wedstrijd van Kamiel Maase worden na zijn nationaal record in de marathon van Amsterdam. De speaker was al van ver te horen, kleurrijke linten en opgeblazen bogen tussen de bomen. Toch was Breda niet uitgelopen om de nationale toppers in actie te zien. Het publiek bestond uit een handjevol meegereisde ouders, broers en zussen en trainers. Meer was het niet. Dat verbaasde me. Een stuk of veertig atleten beulde zich 10 km lang af tussen de bomen. Elke ronde meer zwarte spikkels op de billen en kuiten van het slijk. Geconcentreerde gezichten. Ik kreeg er een dubbel gevoel van. Graag had ik ertussen gelopen. Waar was ik geeindigd als ik wel meegedaan had? Toch kwam het modderballet in een leeg bos me ook wat zielig voor. De gedecideerdheid waarmee de atleten zich afbeulen in de drek voor een handvol bekenden, alsof je naar spelende kinderen kijkt. Bij veldrijden krijg ik hetzelfde gevoel. Als Richard Groenendaal met een gezicht verborgen achter een dikke plak modderkoek uiterst serieus en teleurgesteld klaagt over het tegenvallend dagresultaat, vraag ik me af waarom niemand hem vertelt dat hij de hoofdrol speelt in een slapstick. En toch is het ook mooi, oer. Een strijd van man tegen man, met minimale middelen, van A naar B, of er nu een weg is of niet. En met even soepele, lange en hoogfrequente passen als die van de kopgroep in het Mastbos, zou ik geen publiek of weg nodig hebben om gelukkig te zijn.
Winternachten
Dit weekend gaf het Theater aan het Spui onderdak aan Winternachten, het internationaal literatuurfestival. Omdat wij in hetzelfde gebouw wonen hebben we ons zaterdagavond ondergedompeld in angst en hoop, het thema van de avond. Het festival zou draaien om internationale literatuur, uit Suriname en de Antillen. Wie iets van deze culturen op wilde snuiven moest daarvoor wel naar de kleine zaal, want in de grote zaal werd daar de hele avond geen woord aan vuil gemaakt. Daar vonden drie discussies plaast onder leiding van Michael Zeeman, Volkskrantcorrespondent in Rome en zelfverklaard hyperintellectueel. Volgens mij vindt hij zichzelf een buitencategorie denker en woordkunstenaar. Na een waterval van moeilijk, moeilijker, moeilijkste woorden, uitgesproken met zijn gezicht in een quasidiep nadenkende plooi volgde dan toch een vraag die makkelijk met een-derde van het aantal woorden had toegekund en dan voor de ondervraagde beter te begrijpen was geweest. Niettemin wist hij soms direct en best geestig te zijn. Het meest interessant vond ik de bijdragen van Louise Fresco, Ronald Plasterk en Sjoerd Soeters. Fresco zei bij terugkeer in Nederland na jaren bij de FAO in Rome geschrokken te zijn van de pessimistische teneur in Nederland en riep op - door een Libaneze schrijver te citeren - toch vooral ook de rozen te zien en niet slechts naar de dorens te staren. De wetenschappelijke feiten zijn hoopvoller dan de overheersende meningen. Ze zou graag zien dat de politiek meer gebruik zou maken van wat de wetenschap biedt. Architect Soeters loofde de compactheid en kleinschaligheid van de oud-Hollandse stad, de enige die door particulieren zijn gebouwd en niet door megalomane heersers. Hij pleitte voor terugkeer naar deze compactheid in ruimtelijke ordening. Open ruimte is gebaat bij aanwezigheid van mensen in die ruimte. Afwisselende gevels met deuren waar mensen in- en uitgaan, niet te grote pleinen. Grappig, want dat lijkt in tegenspraak met de individuele eisen die we stellen aan een leefbare omgeving: rust, ruimte om te parkeren, veel groen; maar ik kon me voorstellen dat de compactheid sociaal beter werkt. De Volkskrant heeft vandaag een verslagje waar ik me uitstekend in kan vinden.
Thursday, January 17, 2008
Curlingteam
'Waarom praat ze toch zo hard in haar telefoon? En ook nog 's in het Fries!'. Ik raakte een beetje geirriteerd en las de zin in mijn boek nog maar eens een keer. Tevergeefs. Het ging over 'Canadese coaches', 'training', een sportster aan het woord, dus ik was afgeleid. Toen ik door het raam het perron van Schiphol herkende sloeg ik m'n boek dicht op dezelfde bladzijde als waar ik het in Den Haag had open gedaan, pakte m'n tas en begaf me - niet vallen - naar het balkon van het treinstel. Onderaan de trap wachtte een jongedame, geheel in het oranje gehuld, sportschoenen, samen met haar knaloranje rolkoffer tot de trein tot stilstand zou komen. 'Nederland' in zwarte letters op haar rug. Dat moest ze zijn, de Friese sportster. Waar ging ze heen, wat ging ze doen? 'Curling', zei ze. Ze zat in het Nederlands damescurlingteam. Mijn blik ging spontaan naar de koffer. Het zal toch niet, zo'n zware steen? We hebben een curlingteam! Ik wist het niet. En nog goed ook, vorige maand gepromoveerd naar de A-poule in Bern en nu op weg naar de Glynhill Ladies International, van 18-20 januari in Glasgow. Naar Peking ging ze niet, want curling is een wintersport (natuurlijk, domme vraag van mij), maar Vancouver zou toch wel heel mooi zijn. Dan moesten ze zich nog wel plaatsen. Het gaat ze lukken, Shari, Esther, Margrietha en deze Idske van 'team Leibbrandt', en ik zal ze in 2010 naar een plak schreeuwen. Volg ze op: http://www.teamleibbrandt.nl
Monday, January 14, 2008
Internetdemocratie
Op het werk discussiëren we over de invloed van de digitalisering op
onze activiteiten. Dát het een belangrijke ontwikkeling is is wel
duidelijk, maar wát er dan verandert is dat minder. Al Gore verwacht
er veel goeds van. In zijn nieuwste boek - 'De aanval op de
redelijkheid' - wat ik aan het lezen ben, beklaagt hij zich dat o.a.
de televisie een belangrijke oorzaak is van de afkalvende rol van de
ratio als fundament van het democratisch proces. Het publieke forum voor vrije uitwisseling van ideeën van het geschreven woord is vervangen door het veel minder vrij toegankelijke, top-down forum van
de TV. Ook Piet Borst maakt zich in een sterke column in NRC van
zaterdag jl. - waarmee hij zijn zorgen uit over het in de mode zijn
van spiritualiteit - hard voor de rede: 'De ratio is en blijft de
basis voor vredig samenleven en ondanks verschillen in godsdienst, de
basis ook voor onze huidige welvaart en voor de oplossing van de
problematische bijverschijnselen van die welvaart.' Kan het internet de rol van de rede weer in ere herstellen? Al Gore denkt van wel. Hij ziet het vrij toegankelijke internet als nieuw forum voor vrije uitwisseling van ideeën en standpunten. Is dat zo? De vrije toegang klopt,
maar blijkt z'n nadelen te hebben. In de boekenbijlage van het NRC
van vrijdag 11 januari worden twee nieuwe boeken gepresenteerd die
een beeld zouden laten zien dat stuurloze democratie van het net 'leidt tot amateurisme en radicalisering.' 'Voor het eerst in de geschiedenis heeft de massa toch maar toegang tot een massamedium gekregen - je kunt vaststellen dat de resultaten voorlopig niet meevallen.' Nobelprijswinnares Doris Lessing walgde van de leegte en oppervlakkigheid van het web. Andrew Keen, auteur van het besproken boek 'The Cult of the Amateur - How today's internet is killing our culture and assaulting our economy', zegt dat de internetdemocratie zodanig ver is doorgeschoten dat de woorden van een wijs man nu niet meer waard zijn dan het gestamel van een dwaas. Niet erg hoopgevend,
maar er zijn ook voorbeelden die bewijzen dat internet ook een
krachtig middel is wanneer je het ten goede aanwendt (zie boek 'Wikinomics'). En wat te denken van de Chinese bloggers die corruptie aan de kaak stellen en de inernetcontrole van de partij lijken te doorbreken. Misschien is het nog te vroeg om een oordeel te vellen, is er meer tijd nodig en scheidt na verloop van tijd het kaft zich van het koren via een evolutionair proces. Keren gebruikers zich af van het vullis en krijgt kwaliteit weer de aandacht. Of, zoals de boekrecensie in NRC ook noemt en wat ik waarschijnlijker acht, blijft het 'voor ieder wat wils', fragmentatie in groepen gebruikers en sites van gelijkgestemden, waar tegengestelde meningen nauwelijks voorkomen. We gaan het zien, maar ik denk dat veel zal afhangen van de opstelling van internetgebruikers zelf, van hun kritische en rationele houding, en dat betekent dat goed onderwijs van levensbelang is.
onze activiteiten. Dát het een belangrijke ontwikkeling is is wel
duidelijk, maar wát er dan verandert is dat minder. Al Gore verwacht
er veel goeds van. In zijn nieuwste boek - 'De aanval op de
redelijkheid' - wat ik aan het lezen ben, beklaagt hij zich dat o.a.
de televisie een belangrijke oorzaak is van de afkalvende rol van de
ratio als fundament van het democratisch proces. Het publieke forum voor vrije uitwisseling van ideeën van het geschreven woord is vervangen door het veel minder vrij toegankelijke, top-down forum van
de TV. Ook Piet Borst maakt zich in een sterke column in NRC van
zaterdag jl. - waarmee hij zijn zorgen uit over het in de mode zijn
van spiritualiteit - hard voor de rede: 'De ratio is en blijft de
basis voor vredig samenleven en ondanks verschillen in godsdienst, de
basis ook voor onze huidige welvaart en voor de oplossing van de
problematische bijverschijnselen van die welvaart.' Kan het internet de rol van de rede weer in ere herstellen? Al Gore denkt van wel. Hij ziet het vrij toegankelijke internet als nieuw forum voor vrije uitwisseling van ideeën en standpunten. Is dat zo? De vrije toegang klopt,
maar blijkt z'n nadelen te hebben. In de boekenbijlage van het NRC
van vrijdag 11 januari worden twee nieuwe boeken gepresenteerd die
een beeld zouden laten zien dat stuurloze democratie van het net 'leidt tot amateurisme en radicalisering.' 'Voor het eerst in de geschiedenis heeft de massa toch maar toegang tot een massamedium gekregen - je kunt vaststellen dat de resultaten voorlopig niet meevallen.' Nobelprijswinnares Doris Lessing walgde van de leegte en oppervlakkigheid van het web. Andrew Keen, auteur van het besproken boek 'The Cult of the Amateur - How today's internet is killing our culture and assaulting our economy', zegt dat de internetdemocratie zodanig ver is doorgeschoten dat de woorden van een wijs man nu niet meer waard zijn dan het gestamel van een dwaas. Niet erg hoopgevend,
maar er zijn ook voorbeelden die bewijzen dat internet ook een
krachtig middel is wanneer je het ten goede aanwendt (zie boek 'Wikinomics'). En wat te denken van de Chinese bloggers die corruptie aan de kaak stellen en de inernetcontrole van de partij lijken te doorbreken. Misschien is het nog te vroeg om een oordeel te vellen, is er meer tijd nodig en scheidt na verloop van tijd het kaft zich van het koren via een evolutionair proces. Keren gebruikers zich af van het vullis en krijgt kwaliteit weer de aandacht. Of, zoals de boekrecensie in NRC ook noemt en wat ik waarschijnlijker acht, blijft het 'voor ieder wat wils', fragmentatie in groepen gebruikers en sites van gelijkgestemden, waar tegengestelde meningen nauwelijks voorkomen. We gaan het zien, maar ik denk dat veel zal afhangen van de opstelling van internetgebruikers zelf, van hun kritische en rationele houding, en dat betekent dat goed onderwijs van levensbelang is.
Friday, January 11, 2008
spiraal
De olieprijs ging vorige week door de belangrijke psychologische grens van 100$ per vat, zij het slechts eventjes. Denk niet dat het erg lang zal duren voor de prijs structureel boven deze grens uitkomt. De hoge olieprijs wordt wel gezien als een zegen voor de ontwikkeling van duurzame energie. Immers, hoe hoger de prijs van olie, des te eerder is energie uit duurzame bronnen concurrerend. Ik ben niet echt een econoom, maar vraag me wel af zou het ook door kunnen schieten? Zou de oliekrapte niet zo snel kunnen komen, met zulke economische gevolgen, dat er helemaal geen tijd en geld is om hernieuwbare energie te ontwikkelen, maar alle aandacht uitgaat naar kortetermijnoverlevingsstrategie, dat we in een neewaartse spiraal terecht komen en nieuwe infrastructuur voor een duurzame energievoorziening nog maar even uitstellen? En we weten dat uitstel van CO2-beperkende maatregelen maakt dat de kosten van klimaatverandering alleen maar groter worden. Waar nu het klimaatprobleem en de energieschaarste drijvende krachten zijn achter een duurzame energievoorziening, kan de laatste best acuut zijn. De energievoozieningszekerheid en economische malaise t.g.v. hoge prijzen dringt dan het klimaatprobleem naar de achtergrond met als gevolg een vlucht in vuile kolen zonder oplossing voor de daarmee gepaard gaande extra CO2-uitstoot en luchtvervuiling. De beelden van de webcam van het KNMI op de Euromast die Gerrit Hiemstra dagelijks in het NOS Journaal laat zien zouden dan net zo goed uit Peking kunnen komen. Dat is letterlijk 'zwartkijken', nietwaar? Ik schreef voorgaande een paar dagen terug, maar de gedachte blijkt zo gek nog niet: het World Economic Forum (WEF) in Davos wijst in een rapport ook op deze ontwikkeling (http://www.weforum.org/en/media/Latest%20Press%20Releases/GlobalRisk08Press) . "The objectives of secure, reasonably priced energy and reductions in
emissions of greenhouse gases (GHG) seem both out of reach and in conflict." Kolen zijn smerig, duurzame bronnen missen de potentie om op grote schaal een rol te spelen (wind, zon) of leggen beslag op andere schaarse bronnen als landbouwgrond en water (biobrandstoffen). En onduidelijkheid over toekomstige regulering doet energiebedrijven bijvoorbeeld investeringen in nieuwe energieopwekkingscapaciteit ter vervanging van verouderde installaties uitstellen. 'Het gebrek aan een holistische benadering van energiezekerheid en emissiereducties', zegt het WEF, 'brengt beide doelstellingen in gevaar. De volgende jaren zullen cruciaal zijn om tot een wereldwijde strategie voor de lange termijn te komen.' Geen gemakkelijke opgave.
Wednesday, January 09, 2008
Pezen door Den Haag
Weet je nog, die geblesseerde achillespees? Na dik twee weken dagelijks trouw oefeningetjes te hebben gedaan, met een rugzak gevuld met waterflessen en een zak tuinaarde, heb ik dat juk van me afgeworpen. Ik kan weer lopen! Gisteravond ging het weer 's proberen. Ik wist niet wat er gebeurde. Zodra ik de stopwatch had ingedrukt gingen m'n benen er met me vandoor. Als een losgeslagen stier brieste ik langs de symbolen van ons staatsbestel. Langs Huis ten Bosch, over de Laan van NOI, Madurodam werd nog kleiner toen ik passeerde, in het Vredespaleis vroeg men zich af voor welke oorlog ik op de vlucht was, op het Binnenhof vroeg men een spoeddebat aan. Kan ik het nog? Waar sta ik? Wat is het effect van die paar fietstochtjes? Van m'n krachtoefeningetjes? Ik wilde het allemaal weten, meteen. Na 12 minuutjes een steek. Nee toch! Achillespees? Of toch kuit? Geen antwoord, het verdween! Ik mocht door, door, door het donker. Na drie kwartier was ik terug onder de vlaggen tegenover m'n woning ter ere van scheidend burgemeester Deetman. "Wim, bedankt!", stond erop, maar ik las 'finish'. Ook bij het uitlopen over de tijdelijk - wegens werkzaamheden - autovrije en overharde Veerkaden hield de pees zich stil. Wat een luxe trouwens, die afgezette straat! Normaliter denderen dag en nacht de vrachtwagens voorbij over de krappe baantjes en is het de vuilste straat van Nederland. Nu is het heerlijk rustig, maakt de straat een ruime indruk en vallen opeens de mooie gevels van oude ex-grachtenpanden op. Wat mij betreft gooien we de Veerkaden permanent dicht voor autoverkeer. Met wat groen in het midden, wat restaurantjes en terrasjes wordt het een prachtig voetgangersgebied. 's Zomers een witbiertje in de zon, 's avonds kunt dineren voor je bezoek aan spuitheater, danstheater, filmhuis, concertzaal of raamprostituee om de hoek. Maar helaas, men werkt dag én nacht voor onze deur om de afsluiting maar zo kort mogelijk te laten duren. Binnenkort staan de kaden weer vol verkeer en kan je op de site van het RIVM weer zien hoe ver de meters op de snuffelpalen in de straat de normen voor luchtkwaliteit overschrijden.
Monday, January 07, 2008
De groei voorbij
Net 'De groei voorbij' van Jaap van Duijn gelezen. Interessant, met name door de vele sprekende statistieken en het historisch perspectief. Het gaat erover dat Nederland niet veel economische groei meer kan verwachten. We bevinden ons eigenlijk in een zelfde soort situatie als aan het einde van de Gouden Eeuw, een verzadigde toestand waarin de economische structuur verandert. Er is geen behoefte aan 'meer', maar het streven richt zich op 'behoud'. Dat uit zich in risico-aversie, regeldruk, focus op korte termijn, meer voorkeur voor vrije tijd, en nog een aantal kenmerken. We zijn nog nooit zo snel zo rijk geworden als in de tweede helft van de 20e eeuw, maar veel gelukkigers zijn we niet geworden en we hebben er wel een prijs voor moeten betalen: achteruitgang van milieu, rust en ruimte. We zouden een nieuwe ambitie moeten vinden in het terugwinnen van het verlorene, zegt van Duijn, welvaartstoename door herstel van milieu, minder geluidsoverlast en meer ruimte. Klinkt mooi. Maar het streven naar rijkdom is iets wat je individueel na kan jagen: harder werken, meer geld, meer spullen. Milieu, rust en ruimte vergroten is een lastiger individueel doel. Ja, het kan wel; als je rust en ruimte wil zorg je eerst dat je snel rijk wordt, pakt je boedel en gaat in een mooi huis in een ander land lekker van je rust in het natuurschoon genieten. Ik denk niet dat Van Duijn het zo bedoeld heeft. Het zou een collectieve inspanning moeten zijn, maar waar in het groeistreven de lusten particulier en de lasten gesocialiseerd zijn, is dat in het streven naar herstel van de leefbaarheid andersom. Behoud van welvaart vraagt een flinke inspanning, maar is een nogal defensieve drijfveer. Voeg daar herstel van de leefbaarheid als ambitie aan toe, dan heb je een defensieve missie met een hoop extra randvoorwaarden. Wie definieert een positief, uitdagend perspectief dat mensen ook individueel hun gretigheid ontlokt? Is cradle-to-cradle een goeie?
Saturday, January 05, 2008
verstrikt in netwerken
'Jan invites you to join his network on Plaxo'. Dat is aardig van Jan, maar wat in 's hemelsnaam is plaxo nu weer? Heb m'n linked-in password zojuist ergens weten terug te vinden, m'n profiel op facebook ingetypt met weer dezelfde 'work experience'en 'education' informatie en nu druk bezig m'n hyves te 'customizen'. Leek me wel voldoende, drie netwerken, heb er een dagtaak aan up-to-date te blijven met alle blogs, krabbels en gadgets. Maar is de wereld er nu achter dat linked-in toch niet je-dat is en vindt er een virtuele volksverhuizing plaats naar het nieuwe beloofde land dat plaxo heet? Dan mag ik de boot niet missen, anders ben ik straks de laatste in een versteende wereld van dode profielen. Het gaat geruisloos, je hebt het niet door. Maar welk password zal ik nu weer verzinnen en hoe ga ik dat onthouden?
Hyves vind ik overigens fantastisch. Opeens kan ik volgen hoe het gaat met vrienden en kennisen die ik allang uit het oog verloren was! Sommigen gunnen je zelfs een flink diepe kijk in hun privébestaan en etaleren de gênanste dingen, geweldig, kan zo in de tabloids. Ook linked-in is ideaal. Gedoe met verschillende verouderde bestanden om alle adressen en nieuwe banen van oud-collegae en bekenden bij te houden is niet meer nodig. 't Is alleen nog even wachten op de winnaar. Welk netwerk zal zegevieren? 't Zullen er waarschijnlijk enkele zijn voor verschillende doelgroepen. Of zou het overwaaien en kan ik ook zonder? Denk het niet, want het brengt echt iets nieuws in communicatie. Maar wie fabriekt er even een frontje dat alle netwerken integreert? zoiets als een RSS-reader, maar dan voor facebook, schoolbank, plaxo enz.. Eén inlognaam, eén wachtwoord. Ik loop vast achter, want zoiets bestaat zeker allang?
Wednesday, January 02, 2008
De klimaathype voorbij
Wouter van Dieren, de directeur van IMSA (waar ik werk), stond aan de wieg van de milieubeweging in Nederland, meer dan 35 jaar geleden. In Trouw verscheen zaterdag 29 december een artikel van zijn hand, een positieve kijk op de uitkomst van de VN-klimaattop in Bali: "De laatste klimaattop betekent een wending ten goede voor de toekomst van de aarde." Lees het hier.
Altijd verder
Wat doe je als je geblesseerd bent en niet kunt lopen? Behalve
oefeningen van de fysiotherapeut en fietsen kun je lopen met het deel van het lijf dat nog wel functioneert, het hoofd. Lezen over lopen, bijvoorbeeld. Er is niet zo heel veel te lezen over lopen. Wat kun je er ook over schrijven? Er zijn behoorlijk wat boeken over trainingsmethodes, voeding enzovoort, maar dat ken ik nu wel een beetje. Dan is er het tijdschrift Runner's World, dat de loop- en fitheidshype aardig weet uit te buiten. Elke maand prijkt er weer een
jogger met een tandpastasmile op de cover, gehuld in de nieuwste mode, maar duidelijk geen 'atleet' en vast gecast door een reclamegriet die zichzelf in vorm houdt bij een chique fitnesscentrum
(of heet het wellness experience tegenwoordig?). Veel leuker is het literair hardlooprijdschrift '42', onder redactie van Kees Kooman. Het is een verhalenbundel met stukken van bekende lopende schrijvers
en schrijvende lopers dat twee keer per jaar verschijnt. Het risico van breedsprakige 'lopen als metafoor voor het leven en oplossing van alles'-conclusies hangt erboven, maar verreweg de meeste verhalen zijn boeiend. Er blijken heel wat prachtige anekdotes rond
sportprestatie en vergeten atleten. '42' weet de mythe die het wielrennen nog mooier maakt ook een beetje naar het hardlopen te
brengen. Oud-politici Pieter Winsemius en Paul Rosenmöller vertaalden hun hardlooppassie in een dun boekje; Abdelkader Benali schreef een mooi literair werkje over zijn hardloopleven verweven in een emotionele tocht van 42 km door Amsterdam; maar wat vond ik onder de kerstboom: het nieuwe boek van Dolf Jansen, 'Altijd verder'. Hierin schrijft hij over zijn leven als loper, wat lopen doet met zijn leven. Heb het gretig verslonden, want ik wilde wel eens weten hoe hij met lopen bezig is. Hij heeft het vast druk met zijn artiestenbestaan, hoe flikt ie het dan toch zijn kilometers te maken? Hoe past dat geloop bij een artiest, waar de kunsten toch eerder met sex en drugs en wilde nachten in verband worden gebracht?
Dolf Jansen identificeert zich met hardlopen. Hij is hardlopen. Kan niet zonder, gaat 'altijd verder'. Voor de buitenwereld is Dolf Jansen toch vooral cabaretier en programmamaker en minder bekend als loper. Lopen is hobby, bijzaak, maar voor hem zelf lijkt het omgekeerd. Hij is in de eerste plaats de atleet, die droomt (droomde) van Olympische Spelen en altijd bezig met zijn lijf, de training, herstel, voeding. 't Is dat hij net niet voldoende getalenteerd om er zijn brood mee te verdienen. In het boek deelt Jansen een bijna kinderlijke blijdschap die de sport hem geeft, en die is sterk genoeg om meewarig misprijzen naast zich neer te leggen. Hij put daar zelfs kracht uit. Ik vind dat inspirerend.
Ik denk dat ik inmiddels wel overtuigd ben van het plezier in het lopen en de zegeningen die het met zich meebrengt voor lijf (afgezien van die achilles nu dan even) en geest, maar nu moet het nog ankeren in alledag. Kan ik een dagelijks duurloopje organiseren naast m'n werk en de twee uren in de trein tussen Den Haag en Amsterdam? Hoe doe ik dat met m'n spulletjes in een pand zonder douche of kleedhok? (Bewijs je je bedrijf een dienst als je met een rood gezicht, doorweekt t-shirt en bleke, harige benen nog nahijgend van je 14km lunchloopje op de trap in het pand de CEO van een belangrijke klant passeert?) En krijg ik op termijn misschien spijt als ik zoveel geen aandacht heb kunnen geven, omdat ik al die uren door de duinen draafde? En zo verder. Wellicht gaan we 't zien in 2008. Waar ik vorig jaar door Midas Dekkers ('Lichamelijk Oefening', zie post 28 oktober 2006) een stuk terug was gezet, heeft Dolf me weer een flink vooruit geduwd.
oefeningen van de fysiotherapeut en fietsen kun je lopen met het deel van het lijf dat nog wel functioneert, het hoofd. Lezen over lopen, bijvoorbeeld. Er is niet zo heel veel te lezen over lopen. Wat kun je er ook over schrijven? Er zijn behoorlijk wat boeken over trainingsmethodes, voeding enzovoort, maar dat ken ik nu wel een beetje. Dan is er het tijdschrift Runner's World, dat de loop- en fitheidshype aardig weet uit te buiten. Elke maand prijkt er weer een
jogger met een tandpastasmile op de cover, gehuld in de nieuwste mode, maar duidelijk geen 'atleet' en vast gecast door een reclamegriet die zichzelf in vorm houdt bij een chique fitnesscentrum
(of heet het wellness experience tegenwoordig?). Veel leuker is het literair hardlooprijdschrift '42', onder redactie van Kees Kooman. Het is een verhalenbundel met stukken van bekende lopende schrijvers
en schrijvende lopers dat twee keer per jaar verschijnt. Het risico van breedsprakige 'lopen als metafoor voor het leven en oplossing van alles'-conclusies hangt erboven, maar verreweg de meeste verhalen zijn boeiend. Er blijken heel wat prachtige anekdotes rond
sportprestatie en vergeten atleten. '42' weet de mythe die het wielrennen nog mooier maakt ook een beetje naar het hardlopen te
brengen. Oud-politici Pieter Winsemius en Paul Rosenmöller vertaalden hun hardlooppassie in een dun boekje; Abdelkader Benali schreef een mooi literair werkje over zijn hardloopleven verweven in een emotionele tocht van 42 km door Amsterdam; maar wat vond ik onder de kerstboom: het nieuwe boek van Dolf Jansen, 'Altijd verder'. Hierin schrijft hij over zijn leven als loper, wat lopen doet met zijn leven. Heb het gretig verslonden, want ik wilde wel eens weten hoe hij met lopen bezig is. Hij heeft het vast druk met zijn artiestenbestaan, hoe flikt ie het dan toch zijn kilometers te maken? Hoe past dat geloop bij een artiest, waar de kunsten toch eerder met sex en drugs en wilde nachten in verband worden gebracht?
Dolf Jansen identificeert zich met hardlopen. Hij is hardlopen. Kan niet zonder, gaat 'altijd verder'. Voor de buitenwereld is Dolf Jansen toch vooral cabaretier en programmamaker en minder bekend als loper. Lopen is hobby, bijzaak, maar voor hem zelf lijkt het omgekeerd. Hij is in de eerste plaats de atleet, die droomt (droomde) van Olympische Spelen en altijd bezig met zijn lijf, de training, herstel, voeding. 't Is dat hij net niet voldoende getalenteerd om er zijn brood mee te verdienen. In het boek deelt Jansen een bijna kinderlijke blijdschap die de sport hem geeft, en die is sterk genoeg om meewarig misprijzen naast zich neer te leggen. Hij put daar zelfs kracht uit. Ik vind dat inspirerend.
Ik denk dat ik inmiddels wel overtuigd ben van het plezier in het lopen en de zegeningen die het met zich meebrengt voor lijf (afgezien van die achilles nu dan even) en geest, maar nu moet het nog ankeren in alledag. Kan ik een dagelijks duurloopje organiseren naast m'n werk en de twee uren in de trein tussen Den Haag en Amsterdam? Hoe doe ik dat met m'n spulletjes in een pand zonder douche of kleedhok? (Bewijs je je bedrijf een dienst als je met een rood gezicht, doorweekt t-shirt en bleke, harige benen nog nahijgend van je 14km lunchloopje op de trap in het pand de CEO van een belangrijke klant passeert?) En krijg ik op termijn misschien spijt als ik zoveel geen aandacht heb kunnen geven, omdat ik al die uren door de duinen draafde? En zo verder. Wellicht gaan we 't zien in 2008. Waar ik vorig jaar door Midas Dekkers ('Lichamelijk Oefening', zie post 28 oktober 2006) een stuk terug was gezet, heeft Dolf me weer een flink vooruit geduwd.
Subscribe to:
Posts (Atom)