Saturday, July 17, 2010

Mende

Vandaag finishte de 12e etappe van de Tour de France op de landingsbaan van het vliegveld van Mende, in de Cevennen. Het vliegveld ligt op een hoogvlakte, het dorp in het dal aan de rivier de Lot. Een steile weg leidt vanuit het dorp naar het vliegveld. Een klim van de tweede categorie, de Côte de la Croix-Neuve, een zeer venijnig ding na een lange etappe zo vlak voor de finish. Garantie voor een spannende finale. Het was niet de eerste keer dat de finish op het Aérodrome de Mende was getrokken.
Precies hier, bovenaan de klim, bezocht ik in 1995, op Quatorze Juillet, voor het eerst de Tour de France.
Vriend Pieter Dijkshoorn en ik waren in de regio op fietsvakantie. De fietsbus had ons in Millau afgezet, vanwaar we door de Gorges du Tarn de Cevennen introkken. Het eerste deel van onze route stond in het teken van Tim Krabbé's wielerklassieker "De Renner." Pieter was er zo enthousiast over, dat het zelfs mij aanzette het open te slaan. Bovendien was het dun, ging het over wielrennen en mocht het meetellen voor de leeslijst op school. Het boek beschrijft een wielerwedstrijd voor amateurs in de Cevennen, rondom de Mt. Aigoual, waarin de auteur een van de kandidaten voor de eindzege is. De koers wordt zo nauwgezet beschreven dat de route vrij eenvoudig te achterhalen is. Naar verluidt zou het uitzicht vanaf de Mt. Aigoual fenomenaal zijn, dat speelde ook mee. Enkele dagen keken we vanaf de top naar de Mt. Ventoux en stelden vast dat het waar was.
Van onze reis hielden we allebei een dagboek bij. Pas jaren later, nadat op 6 mei 2007 Pieter's hart midden in een fietswedstrijd voorgoed stilstond, heb ik zijn voor het eerst dagboek gelezen. Waar mijn schrijfsels feitelijk waren - de route, de temperatuur, dagafstand, dat werk - was Pieter's verslag reflectief, filosofisch soms. Toen we daar bovenop de côte op de tourrenners wachtten waren onze schriften nog nagenoeg leeg, het meeste lag voor ons.
1995 was de laatste keer dat Miguel Indurain de tour won. Hij is nog steeds mijn held. Toen na eindeloos gespannen wachten de renners passeerden was Indurain een van de eersten. Tanden ontbloot, vechtend om in het wiel van Pantani te blijven. Riis zat er dichtbij. In mijn plakboek zit een foto als bewijs. Genomen met een zo'n analoog vakantietoestelletje. De renners zijn meer vegen dan mensen, maar als je het weet dan kun je de wielerlegendes herkennen. Jalabert won. Een legendarische zege. Na 180 km in de aanval bezorgde hij de Fransen een glorieuze overwinning op hun nationale feestdag. Sindsdien heet de Côte de la Croix-Neuve ook wel de Montée Lauren Jalabert. Het was ons niet gelukt Jalabert te kieken. Ik heb toen thuis maar een foto uit een wielertijdschrift geknipt en in mijn plakboek geplakt naast die andere.

No comments:

Post a Comment