Saturday, October 28, 2006

rariteitenkabinet

In voorbije weken las ik het nieuwe boek van Midas Dekkers, "lichamelijke oefening". Ik was erg nieuwsgierig gemaakt door de aandacht die het boek kreeg in de media: het zou sport belachelijk maken, onzin verklaren. Als iemand die behoorlijk wat tijd in sport steekt, zich geregeld over straat begeeft in een strakke broek en wittte schoentjes, is zo'n boodschap intrigerend. Zou Dekkers me recht in het gezicht uitlachen? Fijntjes legt hij uit dat er geen enkel onderzoek is dat onomwonden aantoont dat sport goed is voor je gezondheid, dat je er langer van leeft, of dat het ziekten helpt voorkomen. Dieren hebben het begrepen, die sporten niet. De Olympische Spelen (ik droom nog altijd daar aan mee te doen)? Eén groot rariteitenkabinet! Specifieke kwaliteiten van de winnaars, zijn niets anders dan aangeboren afwijkingen. Het zijn de freaks die de medailles oogsten. Een marathonloper is goed voor de marathon, maar zodra het koud wordt legt hij als eerste het loodje. En help je de mensheid vooruit door harder te trainen? Nee, een volgende generatie moet gewoon opnieuw beginnen. Wat wel blijvend is, zijn de steeds geavanceerdere sportuitrusting, de technologie, de trainingsmethoden, vruchten van geestelijke oefening. Zouden we daar niet onze tijd in moeten stoppen? Ik moet toegeven dat ik serieus een beetje ontdaan was door het boek. Ik kon niet verhinderen m'n eigen sportactiviteiten te relativeren. Prompt sloeg ik een rondje hardlopen over. Is er dan niets goeds aan sport? Dekkers accepteert één reden om aan sport te doen: voor je plezier. Gelukkig. Je lijf, het vehikel van je geest, moet je wel een beetje onderhouden, anders krijg je te maken met botontkalking en verdwijnen je spieren, maar veel is daar niet voor nodig. Wat wandelen en een beetje huishoudelijk werk is al voldoende, meer dan 2000 kCal/week heeft niet veel zin. Maar het probleem is: dat halen veel van ons al niet meer! Hoe meer de machines ons het werk uit handen nemen, des te meer zweten we in de sportschool. Naast relativering van sportverdwazing, biedt het boek ook veel informatie over de menselijke machine, de sportgeschiedenis en de evolutie. Zeer aan te raden, als je de spiegel kan verdragen.

Monday, October 16, 2006

Amsterdam Marathon: 2:44:59

De spieren in mijn benen kan ik stijver voelen worden. Het is de kater van een zelfopgelegde kwelling waar ik geen spijt van heb. Gister liep ik mijn tweede marathon, in Amsterdam. Vrijdag had ik me dan toch maar ingeschreven voor de 42 km. Het zou immers mooi weer worden en ik zou gewoon meedoen voor de ervaring. Met het gebrekkig aantal km voorbereiding zou ik toch niet in staat zijn de tijd van Rotterdam te verbeteren. Maar, ondanks kou voor de start en wind op het parcours liep ik in 2:44:59 naar de finish! Deze keer had ik het beter ingedeeld. Zie het gelopen schema: http://evenementen.uitslagen.nl/2006/amsterdammarathon/graph.png?s=1481&t=nl Merijn liep de 10km en kijk hier, ze kan nog lachen als ze na 48'21'' over de finish komt!

Klimaatsceptici grijpen naar vals spel

Het debat over klimaatverandering wordt nog steeds vertroebeld door wanhopige sceptici, die inmiddels slechts nog hun toevlucht kunnen nemen tot oneigenlijke kritiek. Dat werd weer eens geïllustreerd door een artikel in NRC Handelsblad van Karel Knip op 10 oktober jl. n.a.v. de première van de film "An Inconvenient Truth" van Al Gore in Nederland. Het verwijt van Karel Knip dat Gore het spoor helemaal is kwijtgeraakt is overdreven en onterecht. Strikt formeel zijn de kritiekpunten van Knip op het verhaal van Gore niet onjuist, maar wel erg suggestief en vertekenend. Gore zou beweren dat ijs van de zuidpool bewijst dat hoge CO2-concentraties leiden tot hogere temperatuur. Maar Gore maakt slechts een kwalitatief punt, dát er correlatie bestaat tussen CO2-concentratie en temperatuur, niet welk oorzakelijk of kwantitatief verband. Knip beweert dat het duizenden jaren geleden andersom was, CO2 volgde temperatuurstijging. Helaas, het ligt complexer: eerst steeg de temperatuur, 800 jaar later volgde de CO2-concentratie, die op zijn beurt het broeikaseffect versterkte en verdere opwarming veroorzaakten. Je kunt Gore niet verwijten dat hij in een populaire verhandeling niet alle wetenschappelijke nuances weergeeft. Knip bagatelliseert de effecten van klimaatverandering. Natuurlijk, er bestaat nog veel onzekerheid over de impact, en misschien kan je ze nog bescheiden noemen, maar daar gaat het Gore juist om: zijn pleidooi is erop gericht tot actie op te roepen om de effecten bescheiden te houden, nu het wellicht nog mogelijk is. Recent onderzoek waarschuwt dat de drempel van onomkeerbaarheid, waarvoorbij grootschalige veranderingen met veel impact in op gang komen, al erg dichtbij is. Wachten op volstrekte zekerheid is weglopen voor verantwoordelijkheid. De muggenzifterij van Knip werpt slechts een rookgordijn op rond de essentie van het betoog. Dat betoog staat als een huis. Serieuze kritiek is een essentieel onderdeel van wetenschap, maar met dit artikel levert Knip geen zinnige bijdrage aan de discussie.

Friday, October 06, 2006

Al Gore, Nova en klimaatverandering

Vanavond heb ik me zitten verbijten bij de uitzending van Nova Politiek. Daarin stond het klimaatprobleem centraal en waren PvdA-kamerlid Diederik Samson, staatssecretaris van milieu Pieter van Geel en wetenschapsjournalist Simon Rozendaal uitgenodigd om erover te praten n.a.v. de premiere van de film van Al Gore ("Een Ongemakkelijke Waarheid"). (De uitzending is na te zien op http://www.novatv.nl/.) Het was het gesprek van de gemiste kansen. Klimaatcynicus Van Rozendaal had geen enkel geldig argument om zijn otkenning van menselijk klimaatverandering te onderbouwen; hij ontpopte zich als gelovig in zijn ongeloof. Helaas lieten Samson en Van Geel de kans liggen zijn verhaal onderuit te halen. Van Geel liet daarnaast nog de kans missen de urgentie en ernst van het probleem, waarmee hij het belang van zijn beleidsterrein had kunnen sterken in aanloop naar de volgende kabinetsperiode. Ik snap dat hij zijn huidig beleid moet verdedigen, maar zonder daarop af te dingen had hij de kans kunnen grijpen. Samson kwam verder. Hij stelde dat, of je gelooft in klimaatverandering of niet, er meer redenen zijn waarom we haast moeten maken met een duurzame energievoorziening, dat is wat nodig is. Hier had hij een stap verder kunnen gaan en de directe betekenis van een duurzame energievoorziening voor leefbaarheid in Nederland kunnen noemen. Terecht wees hij er wel op dat het klimaatprobleem juist ook vele kansen biedt voor Nederlandse bedrijven, dat we gebruik moeten maken van onze comparatieve voordelen, waarmee we onszelf en anderen kunnen helpen. Iets wat vaak vergeten wordt. De discussie bleef hoofdzakelijk beperkt tot Nederland. Slechts Samson wees even op de gevolgen voor andere delen in de wereld, die met dezelfde zeespiegelstijging te maken krijgen, maar lang niet zoveel middelen hebben als wij om zich er tegen te beschermen. In een fragment van een jaar geleden hekelde Pieter Winsemius het meelopende karakter van de Nederlandse politiek t.a.v. Europa. "Als je vindt dat anderen niet genoeg doen, moet je ze proberen mee te laten doen i.p.v. je aan te passen." En dat is een boodschap die ook de spelers in het Nederlandse energieveld zich aan kunnen trekken, want daar heerst eenzelfde instelling. "Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country." (JFKennedy). En voor country, kan je ook Europa invullen, of de wereld. De film van Al Gore heb ik in augustus in de VS gezien. Ik wil iedereen aanraden hierheen te gaan, want je krijgt een coherent beeld van de huidige inzichten in klimaatverandering. Ook al is het nogal Amerikaans gepresenteerd, dat is echter geen reden de boodschap af te doen als doemscenario. Je zou het zo kunnen zien: het zijn de voetstappen van de deurwaarder op het tuinpad die namens kredietverstrekker moeder natuur het verstrekte krediet komt opeisen. En niemand weet hoe hoog de rente is.

Saturday, September 16, 2006

Nieuwe energie

Zijn jullie er nog? Ik wel. Althans, ik geloof er nog in, al was ik een tijd lang stil. Na drie maanden gespleten door een grote oceaan, vond ik Merijn weer. Ik zocht haar op in Oregon, heb gezien hoe ze daar naar hele kleine electronenbronnen kon kijken in dure apparaten, en hoe ze erbij moet hebben gezeten in haar 'cubicle'. Typisch Amerikaans, die 'cubicles'. Het zijn een soort flexibele open kantoorkamertjes. Vier schotten, waarvan een met een opening, bakenen het territorium af van een werknemer. Er staat een bureau in en een soort keukenkastjes voor papierwerk. De schotten zijn bekleed met een ouderwets bruin textiel waar je met speldjes de resultaten van je laatste experimenten aan op kunt hangen of de foto's van vrouw en kinderen. Als je in een gangpad tussen de cubicles doorloopt kan je net over de cubicles links en rechts heen kijken zonder dat je iemand kan zien zitten. Toen ik binnenkwam dacht ik dat de hele zaal leeg was, maar in elk hokje zat iemand te werken, als muizen in een dierproeflab. Met auto en tent hebben Merijn en ik de Noordwestelijke staten verkend. Twee weken genoten we van de ruimte, de aanblik, het weer en de drive-through espresso's in Washington, Idaho, Montana, Wyoming en Oregon. Thuis wachtte het werk weer. De eerste twee maanden bij IMSA heb ik vooral veel geleerd over hoe de wereld werkt en met name de energiewereld. Bobo's, belangen en beleid: beetje bij beetje ontrafelt de kluwe zich, maar dikwijls komen daarbij nieuwe knopen aan het licht. Ik prijs me gelukkig met mijn positie van waaruit ik actuele veranderingsprocessen van vrij nabij volgen kan. Bijster interessant. Maar ik hoop dat ik snel ook mijn bijdrage kan leveren aan de sturing daarvan.

Sunday, July 23, 2006

new job

It's been a while since my previous posts. I haven't been updating this blog regularly last month. Two reasons for that. First, I'd had troubles with my connection to the internet from my PC at home. After two months of exchanging modems and making coffee for technicians the thing was finally fixed. Second, on June 26th I started my new job with IMSA in Amsterdam. Here's my colleagues and me: http://www.imsa.nl/Het%20IMSA-team_Het%20team___pagina11_.html Everyday I commute between The Hague and Amsterdam, 2,5 hours per day. The job is a challenge. We break open issues that got stuck, we do trust marketing and intervene where irresponsible developments require an alternative direction or a direction at all, to create a sustainable future. The themes and the teams are diverse. Stakeholders are many, discussion partners high-level. Discussion switch between abstract and concrete very quickly. Very interesting but challenging for me, being used to more concrete problems. After four weeks, I feel confimed that this is the challenge I'm looking for.

Wednesday, July 19, 2006

onoverwinnelijk

ik zie mijn fiets van ver al staan, groen en stralend. Ik voel dat hij mij al eerder heeft zien aankomen. We zijn klaar voor de etappe van vandaag. Na de dagelijkse treinrit van het nachtverblijf naar het begin van de etappe aan de noordkant van Amsterdam Zuid WTC. Het slot driemaal rond de zadelpen, mijn broekspijpen opgestroopt, de vlag valt voor het départ réel. Het eerste deel van de etappe is breed en vlak, maar toch moet je gelijk scherp zijn en van voren zitten, want al snel volgt een smalle passage. Op de brug over de singel zijn moeders met kinderen als ploegen die de stroom in het peloton beletten. Als ze nu van voren wegrijden zit je vast, kan je niet reageren. Gelukkig is de etappe nog lang. Het bredere stuk vals plat omlaag gaat het aan een lint, tot de kruising met de Stadionweg, daar is het opletten geblazen. De kamikazecoureurs kunnen hier een voorsprong pakken door handig tussen de auto's door te manoeuvreren, maar veel zin heeft dat niet, want er volgt een lang vlak stuk waar hergroepering bijna altijd een feit is. Hier moet ik niet teveel werken, maar het wiel kiezen van een nietsvermoedend fietser. "Eerst andermans bordje leegeten, voor je aan je eigen begint." Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt. De bocht rechtsaf bij de xx weg neem ik vlekkeloos, zonder te remmen. Dat spaart krachten, en ik win een plaats. Dat is belangrijk met het oog op de komende klim. Een bocht naar links, even later 180 graden rechts en dan begint de klim naar de naoorlogse poort. Hier moet het gebeuren. Ik span mijn buikspieren, schakel op tijd terug en zet aan. Parcourskennis is cruciaal. In een ruk rijd ik tot bovenop het bruggetje waar ik de punten voor het bergklassement in mijn zak steek. Op de top houd ik mijn benen niet stil maar zet direct vol de afdaling in, hier kan ik een mentale tik uit te delen. Doorgaan! In noodvaart nader ik de kruising met de Lairessestraat. Misschien heb ik geluk en kan ik direct oversteken en moet het peloton voor het kruisende verkeer wachten. Nog een vlak stuk, maar dan in het zicht van de vaste camera's (ze nemen hier een advocatenserie op in een van de villa's) en dan draai ik rechts de finishstraat in. Mijn laatste opponent weet ik binnenlangs te passeren (Lul, kan je niet uitkijken!) met een feilloze bochtentechniek. Nog een keer zet ik aan, maar de zege kan me niet meer ontgaan. Tijd genoeg om rechtop te gaan zitten voor de foto. Ik finish in 7 minuten en 15 seconden vandaag. Geen record, maar in het begin werd er ook niet hard gekoerst. Mijn fiets parkeer ik tegen het hek voor mijn kantoor en stroop de broekspijpen weer omlaag, want ik vind wel dat je representatief de fans en pers te woord moet staan. Het is al mijn 23e zege op rij, maar winnen is verslavend. Met een kop koffie voor het herstel log ik in voor een nieuwe werkdag. Ik gebruik al jaren "doping", als password, maar daar ben ik nog nooit op betrapt. Morgen wordt een zware koers, er is broeierige hitte voorspeld.

Thursday, June 22, 2006

KNMI klimaatscenario's

Dinsdag, 20 juni, bezocht ik het symposium van het KNMI over de nieuwe klimaatscenario's (KNMI'06 scneario's http://www.knmi.nl/klimaatscenarios/knmi06/index.html) die het op 30 mei jl. publiceerde. Het KNMI heeft op basis van tijdreeksen en aan de hand van vele globale en regionale klimaatmodellen vier mogelijke ontwikkelingen van het klimaat in Nederland beschreven in termen van wind, zeespiegelstijging, neerslag. Het viel op dat het KNMI hard zijn best doet de onzekerheden en beperkingen van de scenario's te benadrukken. "Wij willen niet policy prescriptive zijn, maar slecht policy supportive," zie Gerbrand Komen in de openingstoespraak. En: "dit zijn geen voorspellingen, maar mogelijke ontwikkelingen," met het verzoek vooral niet over 'voorspellingen' te praten. Hoe moeilijk dat in toom te houden is bleek toen ook de eigen medewerkers zich schuldig maakten aan deze verspreking. Er is bij de onderzoekers van het KNMI duidelijk vrees dat gebruikers van de scenario's met de data aan de haal gaan en er verdergaande of andere interpretaties aan geven dan verantwoord is, maar daarbij wel refereren aan het KNMI. Dat die vrees niet onterecht is bleek wel uit de presentaties van enkele gerbuikers in de middag. Een waterbeheerder van het waterloopkundig laboratorium probeerde te kijken welk van de knmi-scenario's het meest lijkt om het tot nu gebruikte WB21 middenscenario (http://www.knmi.nl/klimaatscenarios/knmi00/index.html), zodat er niets zou hoeven te veranderen in het beleid. (Anderen waren zorgvuldiger.) Er is daarom een programma opgetuigd onder het kopje 'maatwerk' dat de gebruikers van de scenario's moet ondersteunen bij de interpretatie en toepassing van de data. Misschien uit zelfbescherming geboren, maar gepresenteerd als service. Is dat onderscheid relevant? Want op de lange termijn hebben we maar een belang, want zowel onderzoekers als zij die ons met bouw en beheer van infrastructuur voor de bedreigingen van de klimaatverandering moeten beschermen wonen achter de dijken en hebben niets aan verkeerde conclusies.

Wednesday, June 21, 2006

Circumcycle greater London

Last week, I visited my aunt Maria in Abingdon, close to Oxford, in England. It was the perfect moment to go and see Maria, as I'm enjoying two weeks off in between jobs, and Merijn is doing part of her Ph.D. in the USA at the moment. Maria has been living abroad as long as I can remember. Last sixteen years (with some short intermezzi) she had been living with the Findhorn Foundation in Scotland, before she moved to Abingdon early this year. So I packed some clothes and a tent and set out on my bike for Oxford. In five days of cycling I circled greater London, from Harwich via Cambridge to Abingdon. Then, after a day's rest, on to Littlehampton and via Brighton, Hastings and Folkestone along the south coast to Dover's white cliffs. I enjoyed one evening on the shore of Dunkirk before the train took me back home. In those five days I hardly encountered any cyclists. Only the first day in Cambridge, a young Canadian living in Belfast, who hadn't made up his mind where to go yet, was touring the country by bicycle. I'd never really been to England before, but the fact that prejudices have good reason to be prejudices was confirmed very quickly. Here are several: one of the first cars I saw was the little red van of Postman Pete, delivering mail to the countryside estates, which lie hidden behind endless natural fencing along narrow, winding roads, going up and down and up and down. Short views through the openings often revealed perfectly manicured lawns. The English love short, green grass fields, and I, as a camper with a tent, appreciate that very much. The countryside wasn't the most spectacular, although there were plenty of nice stretches, through wooded areas and along the coast. I enjoyed the cliffs and hills between Brighton and Hastings a lot, as well as the whites near Folkestone and Dover. In Dunkirk I concluded that sea ferries are not designed for cyclists. Prior to departure, it took several kilometers through heavy truck traffic over endless port terrain in exhaust gasses to reach the bicycle parking spot in the belly of the boat. Then, arriving in Dunkirk, the same thing happened again. Among the trucks I winded my way to the exit of the port, following exit-signs indicating the direction to the highway only. A roundabout with an alternative branch was my escape, though slightly discomforting, as the brach headed into an enormous petrochemical industrial area. Fortunately, the single passer-by I asked for directions confirmed that I was indeed heading for the city of Dunkirk, "tout droit". It appeared that I had landed in the west port, which is seperated from the town centre by at least 12 km of heavy industrie. The latter is not really attractive terrain for a holiday cyclist looking for a campsite. The stay with Maria and her partner Trish in Abingdon was very nice. They're both involved in alternative, spiritual healing. Maria has a lot of experience with that and is now trying to set up her own business in Abingdon. She does energy healing therapy, based on a particular spiritual theory. To me it seems quite practical. People come to her with physical complaints (back-aches) and she is trying to find out if there's a hidden mental stress source that might cause the pain. That physical complaints can be related to mental stresses is not really alternative, I think. The spiritual theory seems to provide the healer with a practical (black-box?) model or checklist to ask the right questions and find out what it is that disturbs the patient. The rituals around it, like aromae or touching, I see as means to create an atmosphere of openness, making it easier for the patient to speak out what really bothers him/her, which are likely to be things that are emberassing to say measured by the existing social framework. I think healers like Maria, who take the time to go to the core of your stress, can be very important catalysts for many people to change their uncomfortable situation. I hope she'll manage to help many people in and around Abingdon.

Sunday, June 11, 2006

Van ADSE naar IMSA

Sustainable development & systems engineering. Vrijdag (9 juni) nam ik afscheid van mijn collegae bij ADSE, mijn eerste werkgever. Vanaf 26 juni ga ik bij IMSA in Amsterdam werken. Ik wil verder in duurzame ontwikkeling, duurzame energie in het bijzonder, dat heb ik altijd gezegd, vandaar deze stap. Is dat een stap naar een specialisme? ADSE is een bedrijf dat bouwt op de ‘Systems Engineering’ methode, een verzameling ‘best practices’ die ontstaan zijn in de 20e eeuw om complexe systemen succesvol te realiseren. Succesvol betekent in dit geval dat het systeem de behoeften van de belanghebbenden t.a.v. het systeem bevredigt. Aan het begin van een ontwikkeltraject worden deze behoeften (zacht en kwalitatief) in kaart gebracht, die vervolgens worden vertaald in eisen (hard en meetbaar). Naarmate het ontwikkeltraject vordert en het detailniveau toeneemt, worden ook de eisen steeds verder uitgesplitst. In het proces wordt bij elke detailleringsstap geverifieerd of het ontwerp aan de eisen voldoet. Uiteindelijk wordt na samenbouw getoetst of het resultaat de behoeften bevredigt. Bij IMSA draait het om ‘Duurzaamheid’. Duurzaamheid is een vage term (sommigen zeggen ‘de meest misbruikte term’), maar een breed geaccepteerde definitie van duurzame ontwikkeling is die van het Brundtland rapport uit 1987, die het ongeveer als volgt benoemt: de mogelijkheid in onze behoeften te voorzien, zonder dat dat ten koste gaat van de mogelijkheid van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien. Dat ik kies me te wijden aan duurzame ontwikkeling kan je niet zien als specialisatie. Het thema beslaat alle sectoren. Bijvoorbeeld, zonne-energie lijkt in niets op een micro-WKK-systeem. Nee, duurzaamheid kan je zien als een nieuwe behoefte die de laatste jaren de kop opsteekt, die is gedefinieerd als hierboven, waardoor bestaande systemen niet meer ‘succesvol’ zijn. Het is zaak deze behoefte te vertalen in een set top-level eisen (zoals verbruik van grondstoffen, impact op de leefomgeving, impact op natuurlijk en sociaal kapitaal). Dat zijn eisen die verder kunnen worden uitgesplitst naar alle sectoren en systemen. Uiteindelijk zal iedereen in elke ontwerpspecificatie een hoofdstuk voor duurzaamheidseisen moeten opnemen, standaard. De eisen in dat hoofdstuk zijn elke keer weer anders. Duurzame ontwikkeling zal geen specialisme zijn, maar de behoefte is er één en moet erkend worden, en de vragen die de eisen op tafel brengen zijn vaak gelijk en moeten gesteld worden. De nieuwe vragen vragen om oefening. Tot duurzaamheidsdenken een kritische massa heeft bereikt, is het belangrijk dat er bureau’s zijn met duurzaamheid als kernactiviteit, waar wordt gewerkt aan uitdraging en aan succesvoorbeelden, aan het op weg helpen, aan het wegnemen van het eigen bestaansrecht. Of dat ooit gebeurt, vraag ik me af, want de definitie van duurzame ontwikkeling laat in het midden wat de behoeften van huidige en toekomstige generaties zijn en is dus altijd onderwerp van discussie. Het vraagt wel om nieuwe solidariteit, niet in plaats maar in tijd. Zoals nu een heel systeem van wetgevers, uitvoerders en rechterlijke macht nodig is om via belastingen de middelen te herverdelen in de plaats, zou er op dezelfde manier een heel systeem komen voor het herverdelen van middelen in de tijd? ...en zo begon ik ook aan dit stukje met een stelling, maar komen de vragen gaandeweg het schrijven de waarde ervan verminderen en dijt het stukje uit.

Golden Spike

Recently, following some conversations about my running activities of late, I've been introduced to a runners group of the track & field club ‘Leiden Atletiek’ by my neighbour. She's been a member since long and runs the 400 and 800 meter. Gradually falling into the world of organized running, I found myself visiting the track & field event at ‘Leiden Atletiek’ called ‘Golden Spike’ this Saturday (June 10th). The Golden Spike is one of the major track & field events in the Netherlands. It was the first time I saw an event of this sport live. The entrance to the track is in a quiet living quarter. Upon entering via the small lane leading to the track, which is hidden by the surrounding trees, I enter a small new world. For a few minutes I stood a little confused in the corner as a colourful mess of activities was unfolding on the arena and around, brightly lit by abundant sunlight. Discus, long jump and high jump were enlisted by the 3000 m peloton, while winners of past races were interviewed, potential winners of races to come were warming-up and hurdles were put in place, all at the same time. It took a while to get used to and notice what was actually going on. This event wasn't one of high-class sports only. Just as much it could be classified as a show of beautiful human beings. A collection of remarkably fit and well shaped bodies was trotting back and forth in front of my eyes, men and women alike, a joy to look at. This definitely was not a cross-section of our society, but could it be? Doing sports keeps you fit and beautiful, which in turn stimulates self-confidence. No need for botox, liposuction or diet-products, would that harm the economy?

Wednesday, June 07, 2006

Decivilisation?

Watched a report on tv last night on increased violence in the Dutch amateur soccer competition. The numbers mentioned are incredible. According to the association of amateur referees, every week 300 referees are molested by players, trainers or fans (Netwerk tv report). Every week 2377 matches are canceled because of harassments. Considering 35 weeks of league football a year and 700,000 matches a year (KNVB), the molesting rate would be around 1,5%, which means that a referee risks to be molested once every two years. It must be said that there is much debate about the figures; definitions are unclear and different bodies says different things. But it's likely that the figures only represent the top of the iceberg and more reliable data would only reveil that it's worse in fact. The authority of the referee is eroding and I don’t think he is to blame. Why do grown up people behave like this? It is often said that people become more mature, more outspoken, which is considered positive. But can the increase in violence be seen in this perspective? Don’t we mix up maturity with barbarity? If not, then the grown-up men on the football field, who not seldom are fathers to children for whom they’re supposed to set the example, would keep their hands in their pockets, their curses unsaid and let their brains control their mouths. Molesting a referee or the colleague players of the opponent is proof of the opposite, an open admission of weakness. This morning, last night’s report was complemented by a photograph in the free newspaper Metro, showing a beheaded and torn down figure of the bronze 3D representation of Rembrandt’s ‘Nachtwacht’ in Amsterdam. Which Don Quichote felt threatened by this harmless figure, which does not represent a symbol of any controversial group? On their own they may be small incidents, but it makes me feel sad and challenges my optimism. For any societal development required to sustain and spread our quality of life, can we count on a society apparently moving in an opposite direction? I think, we have to extend our horizon and align the way we act and what we want on the long term. Fortunately, I see positive signs as well.

Sunday, June 04, 2006

Plakrijst

In 2002 was ik in Japan voor een stage. Prachtige ervaring. Enorm aardige mensen. Dat ze vaak onverstaanbaar waren voor mij doet er niets aan af, helpt waarschijnlijk eerder die indruk instand te houden. Wat vooral indruk maakte was de wonderlijke spagaat waarin zij moeiteloos hun fijnzinnige, subtiele culturele tradities laten samengaan met een schreeuwerige moderniteit. Maar nog belangrijker: de unieke keuken. Nog nergens ben ik een geslaagdere combinatie tegengekomen van visuele en orale behaging en voedzaamheid. De zorgvuldige presentatie wekt hoge verwachtingen en eist beheerste consumptie. Wie eraan gehoorzaamt geniet authentieke smaken, die de papillen prikkelen zonder ze te overbelasten. De zondaar brandt zijn mond. Langzaam wint de Japanse keuken waardering in de rest van de wereld, en terecht. Na een tijdje Italiaans, wilde ik me dit weekend eens blij maken met sushi. Ik had rijst, de juiste kruiden en verse vis verzameld, en tijd ook. Maar geduld, dat kun je nergens kopen. "Laat de rijst een uur uitlekken", stond er in m'n kookboek. Waarom in vredesnaam? Kunnen we dus overslaan. "Terwijl de rijst uitlekt, prepareer je de rest van de ingredienten." Maar de rijst kookte inmiddels al een tijdje. Toen ik alle ingredienten geprepareerd had, was de rijst allang gaar. Voor de zekerheid, uit angst voor aankoeken, had ik er nog een scheutje water extra bijgedaan. Eindelijk afgekoeld kon de assemblage beginnen. De rijst leek echter meer op een plakkerig deeg, dan op korrels. Een deegroller was handig geweest, maar daar had het zeker aan blijven plakken. Nu plakte het vooral aan mijn vingers. Met moeite kreeg ik een aantal rolletjes zeewier gevuld met rijst en wat ingredienten, maar ik denk dat er meer rijst aan mijn vingers en de kraan zat, dan in het rolletje. Ik maakte de rollen steeds groter, tot ik uiteindelijk overging op rijstpakketjes van 8 bij 8 cm om van die plakbende af te zijn. Het is me nu duidelijk: om van een recept een lekker gerecht te maken heb je niet alleen de ingredienten nodig, maar moet je ook opgaan in de culturele karakter van de kok uit het land waar het gerecht vandaan komt. De volgende keer dat ik sushi maak bid ik eerst voor mijn voorvaderen bij mijn huisaltaartje en zet ik m'n Japanse taalcursus op als ik de rijst uit laat lekken.

Tuesday, May 30, 2006

topsalaris

Deze dagen vliegen de verontwaardigingen over de topsalarissen weer om je oren. Een onderzoek van Intermediair heeft aangetoond dat ondanks de beschuldiging van ‘exorbitante zelfverrijking’ vorig jaar de salarissen van de top van ondernemingen in de (semi-)publieke sector ook dit jaar weer fors zijn gestegen. Wat moet je daar nou van vinden? Het CDA, D’66, PvdA, GroenLinks, SP en Christenunie vinden het ongehoord, terwijl de VVD de ondernemingen de ruimte wil laten de markt de beloningen te laten bepalen. Kan dit wel? Komt er een evenwicht uit dat eerlijk is, met verkoopbare verschillen tussen de salarissen van de mensen aan de top en zij die lager in de piramide zitten? Op de topsalarissen werken immers andere krachten dan op de lagere salarissen. De eersten hebben te maken met een ander spanningsveld tussen drukken van de kosten en binnenhalen van kwaliteit. Maar bovendien dienen zij het fiat te krijgen van de aandeelhouders, die, vaak zelf in hogere regionen verkerend, daarmee indirect de norm bepalen voor wat zij zelf kunnen vragen. Wint dan niet onvermijdelijk het laatste. De lagerbetaalden zitten in een afhankelijkheidspositie. Misschien zijn zij minder onderhandelingsbegaafd, maar hebben ze niet ook veel minder te kiezen? Als je de salarissen aan de markt overlaat lijken de verschillen dus al snel groter te groeien dan het werk dat ermee betaald wordt rechtvaardigt. Maar is niet hetzelfde aan de hand bij luxe goederen? De verhouding tussen de prijs van een ferrari en een suzuki alto is ook niet in proportie met de nutsverhouding. Maar omgekeerd zou een ferrari ook niet zo mooi zijn als hij niet zo duur was. Een ferrari koop je om andere redenen dan een suzuki alto. Is dat erg? Nee, zolang die ferrari niet betaald hoeft te worden door de suzuki-rijders en zij niet opdraaien voor de stank uit de dubbele, chromen uitlaat. De discussie betreft nu uitsluitend over de (semi-)publieke sector. Maar zou eenzelfde discussie in de private sector geen bestaansrecht hebben, in het kader van de agenda's van het maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo)?

Monday, May 29, 2006

a creative solution

In this month’s edition of the Dutch magazine Utilities I read that minister Dekker allocates two million Euro for projects that help the poor families to save energy (see also: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=23291). This subsidy appears to have been existing since 2002, but this new allocation means an extension. What a good idea this is to alleviate these families of the increased energy prices. Instead of just transferring money to their bank account as was discussed in parliament a few months ago, which is then likely to be spent on other things, this solution hits two in one blow, as it contributes to climate change targets as well. Climate change issues and energy saving are issues still too vague and probably too indirect too for many to be an incentive to choose to invest in energy saving measures. I think it’s these kinds of creative solutions that can make a difference.

ADSE verhuisd naar nieuw pand

ADSE, het bedrijf waar ik werk, is verhuisd. Dat is in dit Hemelvaartsweekend gebeurd. ’t Is een keu-rig pandje waar ik vanmorgen ben binnengestapt; de laatste hand wordt er nog aan gelegd. Ikzelf heb er verdomd weinig mee te maken gehad, met de verhuizing, maar een kleine groep medewerkers heeft zich het schompes gewerkt om alles op tijd over te krijgen. Of je nu je woning of een bedrijf verhuist, er komt altijd een hoop materiaal boven waarvan je het bestaan niet kon bevroeden. Voeg dat samen met het feit dat de vloerbedekking nog half gelegd moest worden terwijl de inhoud van de kasten in hun kartonnen dozen toch echt niet buiten in de stromende regen konden blijven staan en je kan je voorstellen hoe gezellig het geweest moet zijn.

De medewerkers druppelen nu langzaam binnen, een beetje onwennig nog, maar het meubilair is vertrouwd. Waar staast mijn ladenblok? Het koffieapparaat is snel gevonden. Met een vers bakkie in de hand schuifelen groepjes tussen de klusjesmannen door om het pand te bekijken. Het uitzicht is erop vooruitgegaan. Vanaf de eerste etage hebben we vrij zicht op een zonnige dijk waarop de lammetjes huppelen en waarboven de vliegtuigen hun daalvlucht naar Schiphol maken; dat belooft dus een sprong in creativiteit.

Zelf mag ik er nog twee weken naar kijken – al zit ik er nu met mijn rug naar toe - want daarna wissel ik van werkgever.

Friday, May 26, 2006

Man in the train

In the fast service on the way back home form my parents’ place I found myself in a quiet compartment. The four-seat cubicle I had for myself. Without bad feelings I could place my bag on the seat next to me and stretched my legs under the opposite seat. On the other side of the aisle another cubicle occupied by a young woman. Black hair, short black coat and a faded jeans in black boots. I opened my book on the page where I stopped reading before entering the train.A few minutes later, a man in his late thirties entered the compartment and slowly walked to the cubicle where the young woman was sitting. He placed his plastic bag on the table by the window and sat down on the seat facing the girl. From that moment I stared in my book without reading a word as my suspicion was raised. People still walking through a train several minutes after the last stop are suspect, especially with plenty of seats available. I can’t think of one good reason to do so. Then, taking a seat directly opposite a young woman on her own when a seat on a more secure distance from her comfort zone only adds questions. For a while nothing happened. The man played with his telephone, but suddenly he showed the display to the girl.“Do you like this picture?” he said.She looked at it and seemed a little shocked as she said “It’s fine”, requesting not to be bothered anymore by intonation. “I took it myself,” said the man. He walked to another cubicle where another girl was talking to a girlfriend on the phone. He placed his phone in front of her and walked back to his seat. The girl neglected the man. After a few moments the man took back his phone. “Do you want to see a real one?” he said to the young woman with the black hair. No reaction. What’s on the picture? What could he be so proud of that is interesting for girls? I could only think of things disturbing my appetite.I wanted to get away from this man bothering people, not feeling like being bothered for no reason. But wouldn’t that be the easy way? Should I ask the man to stop bothering the young woman? Maybe he doesn’t realize his behavior isn’t appreciated. Does he have a problem of some kind? And I can’t leave the girl alone with this man, can I? Slowly the man started to take off his shoes. First the left one, then his right. When done, he proceeded with his old grey jogging pants. Oh my god, what is he doing? This was the borderline; the girl got up and took a seat on the other end of the compartment, dismissing me of my function as her security officer. Relief. Thank god, a dark green tights showed up underneath his jogging pants. I took my stuff and walked away, becoming one of those strange types who walk through empty trains with no apparent reason.

Wednesday, May 24, 2006

gitaarles

“Niet te snel, Mark. Het ritme en de klank zijn veel belangrijker, die maken muziek, niet de snelheid,” kreeg ik te horen van mijn gitaarleraar toen ik gisteravond m’n huiswerk voorspeelde. Klank en ritme, kwaliteit en balans, niet de snelheid, het is op veel meer terreinen een goede tip. Geen overhaaste stappen die kwalitatief zo beroerd zijn dat je direct door het ijs zakt of tegen een muur loopt, maar een stevige pas na eerst grondig verkend te hebben of de bodem het gewicht wel kan dragen en hoe de kansen liggen voor een volgende stap. Verdonk heeft er vast spijt van deze raad niet opgevolgd te hebben toen ze zich anderhalve week geleden in de leeuwenkuil liet vallen door haar overhaaste conclusie inzake de naturalisatie van Hirsi Ali. Maar ook de felste protestanten mogen best een beetje nadenken voor ze van het spreekgestoelte briesen. Als men over elkaar buitelt als een voortrazend orkest waarvan de muzikanten slecht geoefend zijn en noodgedwongen in hun lessenaar kijken in plaast van naar de dirigent, loopt het publiek weg. De tip van mijn gitaarleraar doet me ook denken aan het vijf-glazenmodel van mijn nieuwe werkgever IMSA (vanaf 26 juni begin ik mijn werkzaamheden op deze nieuwe plek), dat zij hanteert in veel vraagstukken. Een bruikbare benadering op vele fronten. De glazen staan achtereenvolgens voor visie, kennis, netwerk, maatregel en communicatie. Het streven is eerst een glas te vullen voor over te gaan naar het volgende, eerst moet een glas een zuivere klank voortbrengen als je erop tikt, opdat het geheel tenslotte een zuiver, harmonisch accoord vormt waar het publiek tenslotte voor gekomen is. En dat mag best een verrassende compositie zijn.

Sunday, May 21, 2006

10km personal best

Thursday and Friday I joined my colleague Derk to give a course in functionally specifying at Thetford in Etten-Leur (www.thetford-europe.com). Thetford produces, among others, toilets and refrigerators for caravans. In the lunch break I was shortly guided through the assembly hall. Here, the end products are assembled from parts supplied by external parties. The majority of the workers performing the motorially challenging assembly work are women. A unique sight is the kart with several shelves at the entrance of each assembly work cell, which provides the ladies with a facility to store their hand bags in a safe way. I was stupefied by the incredible production rate; hundreds of thousands of toilets are produced each year!

This afternoon I participated in the Royal Ten road race (www.royalten.nl). It's a 10k race through my training area the 'Haagse Bos' and therefore a must to run this race. Fortunately the organization had prayed the right prayers as the weather gods cleared the sky of the grey clouds and their rain showers, the race could be run in perfect conditions. I took off bravely in the front of the pack. There was no way back, this was going to be a hard race, because slowing down deliberately is never an option. The invited Arabians quickly disappeared out of sight, again confirming that, besides not being able to jump properly, 'white men can't run' either. With the wind in the back during most of the first half I realized a 5k split of ~17:15. Was I on track for a sub-35' result? If so, I would go for it. The way back was harder, due to the wind, but due to the fatigue as well. In the final km the slime in my throat narrowed the access for the necessary oxygen, but nevertheless I pushed a little harder. Turning into the finish straight I could see the clock, telling me that 35 minutes had passed already. With the wind in the back I opened all energy sources available to finish faster than 36 minutes. 35'42'' it was, a new personal best. My throat hurt and my eyes must have looked like huge empty glass balls (I didn't feel so well) when a man asked me my name which he wrote at the second position of his list telling me to show up at the award ceremony at three. I had won a prize! As second finisher in the category of 'men without license' I was invited on the stage to receive a bush of purple flowers and a little silver-like plate looking very useful to serve chocolates on in the nearby royal palace. The fact that almost everybody had left the square in front of the stage, and of those who remained only two applauded, couldn't spoil my pride. May 21, 2006 will be remembered as the day I won my first prize in running. Too bad Merijn is not here to give the flowers to. I secretly enjoy the old-fashioned romance of taking up physical challenges for my love and saying 'it was hard and I almost subsided, but I persisted, as I knew who was waiting for me. These I won for you'.

Wednesday, May 17, 2006

Leugentje om bestwil

Heeft u deze dagen de rel rond Ayaan Hirsi Ali gevolgd? Ik vind het ongelooflijk wat er gebeurt. Ze zou hebben gelogen over haar geschiedenis en naam. Moeten we haar dat nou kwalijk nemen? Ze kwam dan misschien niet uit een levensbedreigende situatie, maar dat alles koek en ei was kan ook niet gezegd worden. Waarom zou ze anders vluchten? En wat zou u doen als u na een wanhoopsvlucht in een land aankomt waar u met de waarheid zeker geen verblijfsvergunning zou krijgen? Ik zou het wel weten: ik zou de waarheid een beetje verdraaien. Berokkent u daar iemand schade mee? Dat is moeilijk te zeggen, maar de nadelen van een weigering wegen voor een vluchteling tot in de verste verte niet op tegen de schade van een verblijfsvergunning op basis van een leugen. In de mensensmokkelarij zijn er ongetwijfeld consultants gespecialiseerd in vreemdelingenwetgeving van bestemmingslanden, die goud geld verdienen met de verkoop van kansrijke vluchtverhalen aan vluchtelingen. Waarschijnlijk wordt er meer gelogen dan de waarheid verteld. Natuurlijk, we moeten de leugen niet tolereren, dat gaat ten koste van degenen die uit de slechtste gebieden komen, maar ik denk niet dat je verontwaardigd moet reageren als een leugen aan het licht komt. Het hoort bij het spel. Het is aan de IND om aan waarheidsvinding te doen. Voor de investering in dergelijke inspanningen is er vast een optimum waarbij de mensen met recht op een verblijfsvergunning die ook krijgen en er enkelen zonder recht erdoor glippen.

Dan lijkt het erop of mw. Verdonk, in navolging van een eerdere uitspraak van de Hoge Raad in een verwant geval, de conclusie trekt dat Ayaan Hirsi Magan geen Nederlandse is, omdat aan het Nederlanderschap aan de naam Ayaan Hirsi Ali is toegekend en die blijkt niet te bestaan. Hier snap ik helemaal niets van! Kennen we een status toe aan een naam in plaats van aan de persoon? Een valse naam verandert de ellendige geschiedenis van een asielzoeker toch niet? Dit heb ik nog nergens gelezen. En moeten we ook hier niet gewoon erkennen dat we de leugen ten tijde van de naturalisatie niet hebben kunnen ontmaskeren en ons gelukkig prijzen dat iemand Nederlander is geworden die ons te slim af kan zijn en met hart en ziel misstanden in de maatschappij te lijf gaat binnen de democratische spelregels (ongeacht of haar ideeën juist zijn en haar aanpak effectief)?

Dan wilde ik ook nog iets zeggen over de rechtlijnigheid van Verdonk, maar daarvoor verwijs ik naar de column van Pieter Hilhorst in de Volkskrant van dinsdag 16 mei (http://www.volkskrantblog.nl/bericht/51360). Er zijn nog meer aspecten interessant om te bekijken, maar die laat ik verder even rusten. Wel wil ik nog even kwijt dat ik merk dat ikzelf bij een bekende veel eerder dan bij onbekenden verontwaardigd ben als regelgeving (of wat dan ook) voor diegene nadelig uitpakt. Dat is menselijk, maar is het ook rechtvaardig? Het lijkt erop dat wat dat betreft ook de politici en opiniemakers zeer menselijk zijn in hun reactie op de uitslag van het bliksemonderzoek van Verdonk naar de naturalisatie van Hirsi Ali.

Monday, May 15, 2006

vakantiedruk

Het is weer bijna vakantietijd. Mooie bestemmingen en aantrekkelijke (in)activiteiten bevolken onze bovenkamer. Op internet zoeken we daar de beste deals bij en vieren het als een overwinning als we een retourtje Copa Cabana voor bijna niets hebben weten te bemachtigen. Dat is de zegen van de vrije markt: concurrentie brengt de prijs omlaag. Maar is dat ook de prijs die het kost? Weten we eigenlijk wel wat onze vakantie echt kost? Hier kan je het berekenen:

http://www.dekleineaarde.nl/vakantievoetafdruk/index2.php

Grote voeten? Wat nu? Misschien kan deze site je helpen je vakantievreugde weer wat te herstellen:

http://www.responsibletravel.com/

Mother's day

As I took it easy on Saturday my thoughts occasionally went out to a highly tiring challenge. Fridaynight, at George’s birthday party, Anke (a solar car team mate of mine) told me about her new undertaking. She’s constructing a recumbent tandem to cycle from Delft to Paris in record breaking time! Doing this unprepared is suicide and therefore, on this Saturday she had planned a 380 km tandem ride with her partner-in-crime, who must be either just as crazy, or desperately in love. 380 km! For training only….my God!

Sunday, mother’s day. Instead of her sons arranging something nice for her, my mother took the initiative for a day trip. She invited me to go listen to a choir (Chamber choir “Sjanton”) a colleague of hers is part of that was performing. In a church in Utrecht they sang short pieces from Anglo-Saxon composers (who I don’t know), a capella. I was impressed by the harmony a group of people can bring forth without any instruments but their own voices. Beautiful. The Leeuwenbergh church proved to provide perfect acoustics. The limited length of the pieces I appreciated too, as I was still dealing with a little lack of sleep. During the concert the singing was alternated with two saxophone intermezzi. Saxophone soloist Aubrey Snell (http://www.arteduo.scarlet.nl/Aubrey%20Snell.htm) surprised me with complex, modern pieces, which I enjoyed very much. The second piece, with soprano sax, was accompanied by a modern factory-like composition on tape. Strange, but cool.

After the concert, my mom and I traveled to Amsterdam to have diner with my brother Johan. We found a nice restaurant on the Brouwersgracht, probably one of the most beautiful parts of the city. The evening light twinkling on the Herengracht with the small boats passing by…Amsterdam at its best.

In the morning, I was invited by my neighbor to join her training group in track athletics in Leiden. I enjoyed the relaxed atmosphere at the track and the enthusiastic attitude of the famous trainer, Bram Wassenaar. I’m not used to the fast runs we did yet, but I could cope. I’m welcome to come again, they said, which I probably will. Unfortunately, later in the day a new injury knocked my door; a pain deep in my right knee emerged….<>...

Friday, May 12, 2006

The ambivalence of funerals

Funerals are weird happenings. On one hand it’s always a tragedy, sad. On the other hand however, most funerals are unique reunions of people that have shared histories but hardly ever meet. Yesterday, my good friend Pieter (29) was buried in Pijnacker. I wasn’t his only good friend; many many people, from different places and times, had come to honor Pieter one last time. As Pieter and I have a fair share of common history, many of the people were familiar to me, too. Family, cyclists, class mates, football team mates, it was nice to see them all back. They bring back many good memories. But why does that require a funeral? That’s a price I wouldn’t pay if I had the choice. Nevertheless, the fact that so many people are hurt by this loss makes me feel happy about the man Pieter was, makes me enjoy Pieter one last time, but in the same moment confirms the hurt. After the ceremonies, we share the sadness in a group of cycling friends and commemorate the experiences we enjoyed with Pieter. It makes me feel connected, even a little bit happy, as it shows the beauty of the people involved. But then, when leaving the stage to go home, sadness comes in again, as I realize that with the loss of an unconditional friend the ties with many of these people become insecure if I do not act. The latter seems small next to the first, but it’s there. It’s in my own hands.

PS: please visit www.wtos.nl/pieter to memorialize a great man.

Wednesday, May 10, 2006

Corporate Economic Responsibility

A question I've asked myself, too, also for income taxes:

"Is it responsible for business to see corporate taxes purely as a cost to be avoided, rather than part of their "social contract" with society?"

This question is part of (though not leading in) an interesting article by John Elkington and Mark Lee on a new chapter on corporate social responsibilty: http://grist.org/biz/fd/2006/05/09/lee/index.html

Tuesday, May 09, 2006

Pacific blue

Pieter, 16 november 1976 - 6 mei 2006

Sunday, May 07, 2006

Dag lieve Pieter

Vandaag, zaterdag 6 mei 2006, is Pieter Dijkshoorn overleden. Hij is sinds de basisschool een goede vriend van mij. Pieter is van zijn fiets gevallen, letterlijk, als gevolg van een acute hartstilstand tijdens het beoefenen van zijn passie wielrennen. Het leven verliest een van zijn zeldzame kunstenaars. Velen verliezen een zeldzame vriend. Er zijn maar heel weinig mensen die zo oprecht en onvoorwaardelijk vriend kunnen zijn. Pijn en ongeloof kunnen gedeeld worden in het condoleance register op www.wtos.nl/pieter

Saturday, May 06, 2006

Merijn goes USA

Om half acht vanmorgen begaven Merijn en ik ons in gezelschap van een koffer van 23+ kg, een doos van 2 x 1 m die opgevouwen ook niet veel kleiner was, nog 4 stuks kleine tasjes en een fiets naar het station, om de trein naar Schiphol te nemen. Vanmorgen is Merijn vertrokken naar Hillsboro, Oregon, voor drie maanden onderzoek bij FEI Company (zie foto). Zij zal nu zweven boven de Great Lakes; ik zit in Den Haag. Ik vind het erg leuk dat ze drie maanden nieuwe ervaring tegemoet gaat. Ben er zelfs een beetje jaloers op, dat zij nu haar (of is het mijn?) nieuwsgierigheid weer wat kan bevredigen, al zal ze waarschijnlijk gewoon hard moeten werken, wat voor haar niets nieuws is. Ik had graag meegegaan. Er is weinig mooier dan nieuwe omgevingen leren kennen, ongebonden. Maar vrij rondneuzen, daar heeft niemand wat aan, en daardoor uiteindelijk de reiziger zelf ook niet. De truc is om dat duurzaam te doen, zorgen dat je het lang vol kan houden, om de kosten van je exploraties beloond weten te krijgen, omdat de gemeenschap hetgeen je doet in haar belang acht. Noem het een win-win-situatie. Ik houd m'n sensoren al enige tijd scherp op dergelijke kansen. En weet je? Ik denk dat ik er een gevonden heb; de reis kan binnen afzienbare tijd beginnen. Die zal niet in de eerste plaats geografisch van aard zijn, maar zeker zeer interessante, ontontgonnen kanten van de wereld aandoen. Toen Merijn's silhouette achter het matglas van de douanepoortjes op de luchthaven verdwenen was, duurde het niet lang voor me een ietwat leeg gevoel bekroop. Het is een schitterende zomerdag (buiten spelen kinderen met de stralen van de fontein op het Spuiplein), maar die wordt verstoord door een onrustige behoefte de eenzaamheid buiten de deur te houden. Een chaos van ideeen bevolkt mijn hoofd. Ik moet dit klusje doen, dat opruimen, die bellen, gitaar afstoffen, dat lezen, rondje fietsen, en allemaal nu, nu, nu! Twee seconden later moet ik helemaal niks, want wie maalt erom? Ik geloof dat ik eerst 's goed en lang moet slapen, dan ziet het er allicht een stuk vrolijker uit... ...Als ik straks slaap, wordt zij in Portland van het vliegveld gehaald door een onbekende oude wetenschapper, die haar meeneemt naar zijn huis...slaap ik dan wel?

Wednesday, May 03, 2006

O,o, Nepal.

Het treft me elke keer diep, wanneer berichten van de semi-burgeroorlog uit Nepal mij bereikten. In 1999 ben ik vier weken in dat land geweest en heb ik gezien wat een schitterend land dat is, ondanks de dikke regenwolken die continu de hoge pieken van de Himalaya aan het zicht onttrokken (ik was zo stom geweest in de Moessontijd te gaan). Een schitterend land, prachtige mensen, maar echt straatarm. Het geweld van de laatste tijd is wel het laatste wat ze konden gebruiken daar. Gelukkig heeft het ertoe geleid dat de despotische koning eindelijk deed wat hij allang had moeten doen: het parlement bijeen roepen. Hopelijk komt de macht daar waar die hoort, bij het volk, en komen er spoedig nieuwe verkiezingen die een bekwame regering in het zadel helpen. Dat is allicht wat te optimistisch, maar waarschijnlijk is democratie het beste wapen tegen de maöistische rebellen (al weet ik niet hoever hun invloed onder de verarmde bevolking reikt en hoe groot de kans is dat verkiezingen juist de rebellen het winnen). Ik hoop van harte dat er snel aan een duurzame opbouw van dit land kan beginnen, dat ik ken als vredelievend. En de koning, die kan daar een uitstekende bijdrage aan leveren als symbolisch bindmiddel en uithangbord, zoals Beatrix in Nederland.

Monday, May 01, 2006

birthday-party-weekend

In five days, on Saturday, Merijn will leave me for a while. She’ll fly to the USA for three months of research with FEI Company in Oregon, a major stakeholder in her project. Therefore, and because she’ll turn 28 soon, she organized a farewell party at our home last Friday. Friday happened to be ‘Koninginnenach’ too, which means that several concerts on multiple stages throughout the city center of The Hague are held. It’s a huge event, which attracts massive crowds. A major stage happened to be built-up on the square in front of our home. From our window we could see down on the crowd jumping and cheering for bands like Van Dik Hout, Vive La Fête and others. Hence, good atmosphere for the party was guaranteed as it infiltrated our living room. Unfortunately we couldn’t see on the stage itself. Most guests came to have dinner with us, which had taken Merijn about a full day to prepare. I enjoyed it very much.

Next day, the 29th, my brother turned 26. Besides, it was Queen’s Day, which officially is on April 30th, but as the 30th is a Sunday this year, the festivities were shifted to the 29th. Merijn and I shortly explored the city center of The Hague. But we soon returned home, disappointed. We had seen very little activities to enjoy. Obviously, the highlight had passed, yesterday night. On Queen’s Day itself the city takes its rest to recover from the hangover. Something you have to experience once as a newcomer in town.

In the evening, we visited a neighbor’s birthday party in café ‘Stout’ next to our apartment building. We hadn’t been there before, but the interior was quite nice!

On Sunday we tried to catch up on some sleep, unsuccessfully. In the afternoon we visited the Escher-museum (www.escherinhetpaleis.nl), which is located in a small palace in The Hague. I was quite impressed by the beauty Escher created out of regular patterns, and was happy to be fooled by the ingenious impossibilities in his work. Besides, the fact that he really committed to what he liked most, despite the insecurity it entailed, is inspiring to me. (All that inspiration....I'm looking forward to the moment when I will wrap up all inspiration and turn it into action that itself will be helpful and inspiring to others.)

We finished the winter-like afternoon on the beach, behind the glass windows of a beach bar, over a steaming mug of hot drinks.

Friday, April 28, 2006

elegant, zonne-energie

In het aprilnummer (tevens 25 jarig jubileumnummer) van Energie+ stond het bericht “Zonne-markt verder ingezakt”. De brancheorganisatie Holland Solar meldde dat er in 2005 nog slechts 1.697 kWp aan vermogen werd geïnstalleerd tegenover 20.000 kWp in 2003. Dat zou een mooi bericht zijn als dat zou betekenen dat er niets meer te plaatsen valt, omdat iedereen al zonnepanelen heeft, maar een blik op de daken vanuit de trein leert dat dat niet het geval is. Het heeft alles te maken met de afschaffing van de subsidie voor particulieren die zonnepanelen op hun dak laten plaatsen, eind 2003. Zo jammer! “Waardevolle kennisintensieve industrie wordt afgebroken”, zegt Dennis Gieselaar, voorzitter van Holland Solar. Naar mijn mening is zonne-energie, in potentie, de meest elegante vorm van duurzame energie. Elke vorm van energie is oorspronkelijk van de zon afkomstig is. Hoe minder tussenstappen nodig zijn om van zonlicht iets bruikbaars te maken, deste krachtiger. Het is toch prachtig dat je met zonnecellen direct uit zonlicht bruikbare electriciteit kan maken, zonder een serie kunstgrepen en tussenstappen als bij windmolens en biomassa het geval is? Bovendien, mits goed gebruikt, kunnen zonnepanelen zorgen voor een esthetische opwaardering van gebouwen. Het oog wil ook wat! Helaas schuilen achter die elegante verschijning nog wat minder elegante aspecten, zoals het nogal lage rendement, de nu nog lange energieterugverdientijd van het complexe productieproces en het intermitterende karakter van het beschikbare zonnevermogen. Het zal nog wel heel lang duren voor zonne-energie in de vorm van PV of zon-thermisch een belangrijke rol gaat spelen in onze energievoorziening, maar ik zie ernaar uit. Er zijn veel innovaties aan de gang om de nadelen die zonne-energie nu nog heeft weg te nemen, al dan niet in Nederland. Ik heb goede hoop dat op termijn ook zonder subsidie de schoonheid van de diep donkerblauwe en -bruine tinten op vele daken de treinreiziger raakt.

Thursday, April 27, 2006

markt, consument en overheid op de weg naar duurzaamheid

Vandaag maar weer ‘s in het Nederlands.

Gister bezocht ik “KansRijk 2006”, een groot evenement van SenterNovem over duurzaamheid en innovatie. Dat is mijn gebied, dus ik moest daarheen. Op het evenement presenteerde SenterNovem alle regelingen die het heeft om duurzaamheid en innovatie te stimuleren. In twee grote congreshallen stonden standjes waar je je van alles uit kon laten leggen, en werden er innovaties gedemonstreerd die mede tot stand zijn gekomen met behulp van de steun van SenterNovem. 2000 mensen waren aanwezig, duurzaamheid is hot.

Naast de standjes was er ook een aantal workshops, meestal met betrekking tot de SenterNovem-regelingen. In de eerste workshop die ik bezocht kwam meteen een pijnlijk punt naar voren. Op de vraag of hij gebruik maakt van de steun van SenterNovem antwoordde de vertegenwoordiger van een start-up bedrijfje dat micro-WKK-installaties wil gaan produceren in Nederland glashard “Nee!”. “Nee, want als ik afweeg wat het me kost om alle papierwerk te regelen tegen wat het me oplevert, dan is de keus snel gemaakt.” Ook andere collega-ondernemers in het zaaltje waren tegen dezelfde administratieve drempel gelopen. Hier ligt dus een duidelijk verbeterpuntje voor SenterNovem. Aan de andere kant verbaasde het mij dat Rob Boerée, directeur Energie en Klimaat van SenterNovem, niet goed wist wat de knelpunten voor de ondernemers zijn. Dat lijkt me toch van wezenlijk belang voor de effectiviteit van zijn regelingen. Ook een man van TNO in de zaal kon vertellen dat zijn instelling 100 miljoen beschikbaar heeft voor ondernemers die de TNO-technologie naar de markt willen brengen, maar niemand die zich meldt. Er kan dus nog veel verbeterd worden. Wellicht moet men een deel van dat bedrag investeren om mensen te vinden die het resterende deel gaan gebruiken. Ook het krantenbericht in NRC.next dat 2/3 van de Nederlanders liever een werknemer is dan eigen baas is slecht nieuws voor de innovatiepredikanten. Maar op een gegeven moment zullen we wel moeten. Eerlijk is eerlijk, ik ben zelf ook geen innovatieve onderneming begonnen toen ik net van de universiteit kwam. Wie weet krijg ik nog eens de geest. In elk geval zag ik op dit evenement heel veel ingenieuze vindingen en oplossingen waar ik echt enthousiast van word. Goede voorbeelden zijn er zeker!

Een workshop in de middag behandelde kort vijf projecten die met SenterNovem-hulp tot stand zijn gekomen. Heel mooi is het project van Nedstack. Zij plaatsen brandstofcellen naast de choorfabriek van AkzoNobel. Met de waterstof die vrijkomt bij de electrolyse van pekel wordt in de brandstofcel electriciteit gemaakt voor die electrolyse (http://www.nedstack.com/doc/pressrelease130105.doc). Of neem die idioten van “Happy Shrimp” die garnalen gaan kweken op de Maasvlakte met behulp van de restwarmte van een electriciteitscentrale (http://www.senternovem.nl/eos/Projecten/EOS_Demonstratie/2006/Happy_Shrimp_Farm.asp). Een ander prachtig plan wordt in Heerlen uitgevoerd, waar mijnwater gebruikt gaat worden om gebouwen te verwarmen en te koelen.

Aan het einde van de dag nam ik deel aan een workshop over de vraag of we een duurzame samenleving gaan bereiken door de markt z’n gang te laten gaan. De concensus was wel dat de markt dat niet alleen kan, maar over de rol van de overheid was men verdeeld. Moet zij de bedrijven leidend maken door aan hen eisen te stellen, of moet de aanbodzijde met rust gelaten worden, maar moet de vraagkant, de consumenten, gestuurd worden. Vogens mij is het een beetje van beide. Op het symposium The Limit van Wouter van Dieren vorige week werd al opgemerkt dat er een discrepantie zit tussen wat we als ideale samenleving zien, waar we naartoe willen, en de keuzes die we maken. In onze keuzes zijn we vaak kortetermijn gericht. Bedrijven en consumenten zitten bij elkaar in de tang. In het ideale geval maken bedrijven wat de consument wil kopen. Zij moeten op de korte termijn winstgevend zijn. Daar is niets mis mee, zij moeten kunnen blijven bestaan. De consumenten maken helaas keuzes die hun korte-termijndoelen dienen. Zolang die discrepantie blijft bestaan is er een overheid nodig die met maatregelen en voorlichting deze ongerijmdheid weg probeert te nemen. De discrepantie was er vooralsnog in mindere mate. De markt heeft prima gewerkt om de welvaart te verbeteren, om groei te realiseren (waarbij we wel de overheid nodig hadden om de inkomsten enigszins te herverdelen). Maar nu hebben we een nieuw, onbekend probleem waar we niet omheen kunnen: we doen een groter beroep op Moeder Aarde dan zij langdurig aankan, we gaan over grenzen heen. Een duurzame samenleving is eentje die binnen de grenzen blijft; we moeten dus terug. De koers moet gewijzigd worden en of de vrije markt daartoe in staat is hangt van de spelers af. Zoals Dennis Meadows vorige week op het symposium zei in zijn presentatie over de 30-jarige update van het beruchte rapport van de Club van Rome “Limits to Growth”, het is van belang dat we onze horizon verleggen, verder vooruit kijken. Waar willen we heen? Hoe komen we daar? Als de consumentengemeenschap een gezamenlijke visie adopteert en wij keuzes maken die in dienst staan van die visie dan volgt de markt, in het ideale geval. Maar markten zijn niet ideaal. Vraag hangt van aanbod af en andersom. Waar aanbieders marktmacht hebben, hebben zij een sociale verantwoordelijkheid en moeten zij een rol spelen in de bewerkstelliging van gedragsverandering. Of dat vanzelf, en snel genoeg, gaat betwijfel ik. Hier lijkt me een duidelijke rol weggelegd voor de overheid en NGO’s en individuen. Aan de ene kant: geef de visie vorm, zorg voor bewustwording en voorlichting en stimulerende regelingen om de vraag te sturen, opdat de enige renderende business case de duurzame business case wordt. Aan de andere kant, stuur aanbod en innovatie met stimulerende en beperkende regelingen en met voorlichting. Op KansRijk zie je de ontluikende bloemen, steeds meer, als alternatief voor onkruid, voorbeelden voor weer nieuwe initiatieven en nieuwe vraag. En wat ook niet vergeten moet worden is dat we het hier over een globaal probleem hebben. Lokaal kan je veel doen, maar globalisering heeft van markten wereldmarkten gemaakt. Een streven naar internationale afstemming van beleid en regels lijkt me dan ook essentieel.

Een lang verhaal en nog steeds te eenvoudig. Hoe langer je erover nadenkt, deste complexer het vraagstuk wordt. Maar we kunnen alvast bij onszelf beginnen; surf eens naar: http://www.milieucentraal.nl/

Monday, April 24, 2006

Weekend on wheels

Spent the weekend in the sunny hills of the province of Limburg, together with a strange mix of cycling friends. Although some of us hadn’t seen each other since the previous edition of this weekend two years ago, it was like we’ve been cycling together very often. All individuals in the group are very different characters but what binds them is the bicycle, the relaxed attitude and, though no legendary cyclists, they’re all cycling legends in some sense. Limburg is the only area in Holland with hills to climb, which works attracts cyclists from the flat rest of the country. For me it was the first time on my race bike since 6 months or so; I’d only been running in the mean time. Now I can tell you that running isn’t quite the same as cycling. The boldness to go for a 120km ride untrained I had to pay for in the end. Despite a strong start and a shorter distance, the next day ended just as bad. Nevertheless, the fatigue in the legs afterwards always feels so good, that the fluffy legs on the Camerig climb are soon forgotten. Besides, my physical condition appeared not to be the worst in the group, which strengthened my morale. Overall, compared to last time, the level was down I’m afraid. Are we getting old? The weekend was great anyway, and race cyclists remain race cyclists in their hearts as long as their club outfits aren't worn.

A highlight was the football game on Saturday evening. Immediately after dinner, with the pile of pasta bolognaise still in tact in our stomachs, we found ourselves in a fanatic soccer game nobody wanted to lose. Not before dark we walked off the field, our trousers covered with green grass stains like children called in for dinner by their moms. But hey, what matters: we won!

Friday, April 21, 2006

Again a fainting passenger in my train.

This morning, for the second time in two weeks, a passenger in my nearest vicinity in the commuter train to Leiden lost consciousness and collapsed like a kitchen towel. It was an awful sight as the eyes of the man (55-60 years old I guess) turned upward. I immediately thought: heart attack! His wife next to him panicked. The passengers around him immediately warned the train machinist, who called for help, and 1-1-2 was dialed, too. Fortunately, I was wrong. The man woke up soon, to the relief of the people around. It’s been hot in the hall where we’ve been standing, probably one of the causes of the incident. The fact that I was around hasn’t anything to do with it, I still think. But it’s enough. I hope people will fail to faint from now on.

The Limits - looking back and beyond

I was given the chance to attend an extraordinary get-together – Wouter van Dieren’s Jubilee symposium ‘The Limits, looking back and beyond’ - around the wide topic of sustainable development. The wide mix of attendees yielded a wide mix of perspectives, making it clear that the topic is wide and very complex. But I think there are two things most agreed upon: the necessity of sustainable development wasn’t disputed and a new set of rules is required in a new cooperative bond between civilians, politicians, business and NGO’s. The biggest challenge is a cultural one: can we change our behavior fast enough? Despite the message from Dennis Meadows, that the warnings of the 1972 report of the Club of Rome ‘Limits to Growth’ haven’t lost any relevance (on the contrary, the challenge to maintain our ecological footprint has become ever more difficult, as we now have to reduce the footprint instead of just slowing down its growth), optimism that we can do it prevails among those most concerned. It seems it starts with small scale private initiatives that inspire others and induce change in other organizations, other sectors, growing to scale exponentially, like a nuclear fission reaction.

Most inspiring and intense was the story of Robert Swan, the first man on the planet to walk to both the South and the North Pole. These adventures, and what he encountered on the way, have made him deeply aware of the vulnerability of our living space, driving him to undertake multiple extraordinary expeditions to spread his message and inspire young people. I bet he inspires the elderly the like. Although the scale might not be comparable, his overland trip with the yacht ‘2041’ through Africa to educate about AIDS prevention reminded me of the Adiante tour through Europe we undertook with Nuna 2 in 2004 to inspire the youth (and their parents with them) on sustainable technology. Swan almost seems addicted to his adventures, but it isn’t hard to imagine what drives him. In the first place it’s probably a highly effective and tangible way to induce the change you consider necessary. And second, it just feels great to meet enthusiastic audience and see people smile, which is an unsurpassable return on investment.

Tuesday, April 18, 2006

Cruelty in lovely Easter days

Merijn had acquired tickets for the Matthaeus Passion on Good Friday evening in the Anton Philips hall in The Hague, facing our appartment. Two hits in one blow: visiting this famous concert hall in our own backyard and experiencing this famous piece of music, check in the boxes. At 6:30 pm we discovered that the concert would start at 7pm: panic. Without a meal we found our seats just in time in the midst of an already occupied row. In the music there were some very impressing parts that convincingly communicated an atmosphere. These were mainly the parts where the choir sang. The aria soli and the narrative soli probably were very well executed and may be necessary for the story, but as for me, they could be left out. Maybe the setting of a church might contribute to the piece for the better. I'm glad I now know what it is, and the story refreshed my memory of the Easter history. The next evening we watched Mel Gibson's "The Passion of the Christ". The film is a challenge for sensitive minds as an unsurpassed cruelty unfolds in a two hour impression of Jesus' way of the Cross. Nevertheless, I was inspired by the superior ethics of Jesus. I wish that those who are religious focus more on practicing the ethics, and adopt a more liberal approach of the technocratic rules and rituals. So yes, after these two experiences and the double-visit to Merijn's parents and my own on Sunday, I've had my share of Easter. Just to be sure of that, I gave in to my chocoholism wherever I came across chocolate eggs. Saturday I decided to try and run a short distance, as it had been six days since the marathon. In the first two days following the marathon I crippled around like a rusty machine requiring a complete overhaul, especially lubrication. The soreness in my legs confirmed that I indeed had tried my best in the race, so nothing wrong with that. In the next days it quickly improved and this Saturday I felt ready for a first run, 25 relaxed minutes, through the Haagse Bos. The first steps revealed remains of physical damage in my calf and thy above the knee, but the exercise was relaxing. However, back home, as soon as I sat down, my legs felt like I had been running really hard for two hours or so! What a strange sensation. Clearly, the books are right again; I should take it easy, take time to recover. Fortunately, yesterday, after I ran some 38 minutes together with Merijn, this sense of fatigue didn't show up, so we're on the way back. In the TV show Buitenhof, on Sunday, the subject of increase of management staff in organisations and its effect on those who do the work came back (see my post of two weeks ago). It's finding its way to the agenda of the public and political debate. To start, just for the sake of catalysing a shift in mindset, what if we just swap the organisation charts up-side-down? To show the workers at the top, being the attractive leaves on a tree, supported and linked by the management and, at the bottom, the director or CEO carrying the complete load of the primary process in the leaves.

Friday, April 14, 2006

Holy cow!

In de wetenschappelijke bijlage van NRC van zaterdag jl. las ik het artikel 'Holy Cow!'. Wat proffessor 't Hooft inhoudelijk precies aan de wereld mee wilde delen mag ik niet begrepen hebben, maar ik werd gelukkig van de zorgvuldigheid waarop hij zijn werk op waarde schatte. Eruit sprak dat hij zich volledig bewust was van de beperkingen, van de onzekerheden in de aannames, zonder enige opsmuk om doorheen te prikken. Secuur trok hij conclusies. Zo kan het dus ook. Misschien maakt zulke zorgvuldigheid het saai, maar een kleine verschuiving van 'autoverkoper' (daar is de holy cow weer) richting 'wetenschapper' in de communicatie van bedrijven en politiek kan volgens mij geen kwaad en zou het leven van gemiddelde burger wellicht wat makkelijker maken.

Eropuit

Eergister een bezoek gebracht aan InHolland hogeschool in Delft. ADSE was gevraagd een workshop te verzorgen op de bedrijvendag van de instelling. De opkomst was niet bepaald bemoedigend, maar desondanks waren de reacties positief. Na afloop nog wat nagepraat met de onderwijsmanager van luchtvaarttechniek. Hij vertelde dat slechts een klein deel van de afgestudeerden te porren was om in het buitenland te gaan werken. Onbegrijpelijk! Hoe komt dat toch? Voor het serieuzere luchtvaartwerk moet je toch in het buitenland zijn. En wat te denken van de bijkomende aspecten als leven in een andere cultuur, een nieuwe taal, de extra jeu van werken over de grens. Maar verandering van spijs doet niet meer eten, blijkbaar. Vanwaar dat gebrek aan nieuwsgierigheid, drang naar avontuur? Geldt dit voor grote groepen? Wat concurreert er met de aantrekkingskracht van het onbekende? Dit lijkt me op gespannen voet te staan met de Nederlandse overlevingsstrategie (innovatie, kenniseconomie).

Monday, April 10, 2006

Marathonlopen is energiemanagement

Alles klopte. Ik had de boekjes uitgebreid bestudeerd en me nauwgezet aan alle geode raad gehouden: maandenlang een opbouwend schema gevolgd, de laatste twee weken afgebouwd, veel koolhydraten gegeten, me een waterhoofd gedronken, op vaste tijden naar bed en nu had ik nog een flesje drinken bij me om 10 minuten voor de start op te drinken. Met een trucje had ik me nota bene een plek op bijna de eerste startrij veroverd! Waarom maakte ik me dan zo druk? Nog geen meter gelopen, maar m’n hartslag hemelshoog. Ik maakte me zorgen: zouden deze zenuwen mijn kostbare energievoorraad al goeddeels opgesnoept hebben? Van de gedachte steeg mijn hartslag nog een paar slagen extra. Om wat rust in mijn tent te brengen probeerde ik maar wat mee te zingen met Lee Towers, die voor de start die 10.000 lopers nog maar eens informeerde dat ze nooit alleen zouden lopen. Allicht ten overvloede; dat ik niet alleen zou lopen was me al duidelijk. Wat een menigte! En allemaal hadden ze al die kilometers getraind, onvoorstelbaar! Een dof kanonschot en we zijn op weg, ...... lees hoe het mij vergaat in de marathon van Rotterdam op http://www.markolsthoorn.nl/rotterdam_marathon.htm (Uitslagen op http://www.fortismarathonrotterdam.nl/)

2 uur, 46 minuten en 19 seconden

...dat is hoe lang ik over mijn eerste marathon deed, gistermiddag in Rotterdam. Nu ben ik wel een beetje trots, maar ook enorm stijf. Hier de statistieken:

Saturday, April 08, 2006

Tomorrow it's d-day, the Rotterdam marathon, my first full one. I think I'm ready. Actually, I wouldn't have minded to run last Thursday already. It really is like the books tell you. In the last two weeks you have to cut down on weekly mileage (it's called 'tapering') to let your body fully recover from the intense build-up training program to enter the race in top shape. Of course, the reduced training time allows you to other interesting things instead. That sounds attractive, but can you, when your mind is with the marathon all the time? Second, as you don't run that much, you loose confidence. And third, lack of exercise makes one bad tempered, which isn't nice for you nor for your environment. Everything little sign of physical malfunction boosts stress level. Will my calf make it? Should I take that irritation in my throat seriously? Fortunately, today I ran a short distance. It felt good and re-established confidence in tomorrow's challenge. Yesterday I got my number. It's 774. The guy at the helpdesk was friendly to me when I asked him for admission to a reserved strating area for faster runners, ahead of the pack. My half-marathon personal best appeared convincing enough. Now I can race from the start without having to slalom around slower runners in the first few kilometers. Actually, it's a lazy day today. I try to avoid standing for too long, I eat carbohydrates all day, drink lots of water (and pee it out again), try to nap for a while and get my clothes together. What to wear? I don't know. What will the weather do? For how long will I have to stand still before the start? Anyway, it'll be alright. At 11 AM the canon will be fired and the crowd will start running, whatever the weather, whatever I wear. From that moment the nerves will be gone. And three (or maybe a little more) hours later the whole thing will be history and I can get back to normal life again, which is probably something my girlfriend is looking forward to.

Thursday, April 06, 2006

Verdonk vs Rutte

Natuurlijk, natuurlijk, het moet ‘over de inhoud’ gaan, maar zolang die er nog niet is haal ik het vertrouwen toch uit wat ik wel weet. Dan heb ik toch m’n twijfels bij Rita Verdonk. Voor het lijsttrekkerschap gaan, is dat nu wel verstandig, meisje? Word je er niet ingeluisd? Haar omgeving heeft ‘ongelooflijk veel vertrouwen’ in haar uitgesproken, zegt ze, maar dan kan ik er toch niets aan doen dat ik direct de goede bedoelingen van haar omgeving in twijfel trek: hebben zij wel het beste met haar voor? Ik kan er niet omheen, ze maakt toch een beetje een zielige indruk. Als ze met haar mannelijke stem staccato van het kansel schreeuwt dat ze “niet links, noch rechts, doch rechtdoorzee” is, dan hoor ik de zee galmen in de leegte (en vraag me af waar het adjectief souverein bij zee is gebleven). De glimlach waarmee ze afsluit verraadt een zekere trots en gebrek aan acteertalent. De trots breng ik in eerder in verband met haar strijdlust zelf dan met hetgeen waarvoor ze strijdt. Misschien moet ik eraan toevoegen dat ik het lovenswaardig vindt dat zij de moed heeft ondanks felle, laaghartige kritiek haar lijn vast te houden, los van of ik het met die lijn eens ben. Een goed politicus moet het volk durven uitleggen waarom dat het bij het verkeerde eind heeft. Of Verdonk het laatste ook doet, weet ik niet, want zij is vooralsnog een populaire politica, wat erop duidt dat haar lijn die van de meerderheid van het volk is. Het is een dunne basis waarop ik oordeel, maar veel meer heb ik niet. Moge Rita Verdonk de kans grijpen die ze de komende maanden heeft, om zich bij mij op de kaart te zetten. Ik betwijfel echter of ze dat wel wil, want wellicht verliest ze dan tegelijk het imago waaraan ze haar populariteit te danken heeft.

Tuesday, April 04, 2006

managers en vakmensen

Afgelopen zondag met belangstelling het debat in Buitenhof gevolgd over de verstikkende werking van de toename van ‘managers’ in organisaties. De vakman verliest zijn macht, de manager verstikt zijn werk met generieke regeltjes. Daarbij geniet de vakman een lagere status dan de manager, die zich gemarginaliseerd voelt door mensen die het proces dat zij sturen zelden zelf uitgevoerd hebben. Managers houden zich vast aan de mantra’s uit Angelsaksische managementboeken, tot ergernis van de vakmens die vanuit praktijkervaring redeneert. De kloof is soms groot. (Aan dit probleem is een website gewijd: http://www.intensievemenshouderij.nl/) Economieleraar Ton van Haperen zei in de discussie dat het probleem vaakt ligt in details in de uitvoering, die per docent kunnen verschillen. Ook in de ontwikkelingshulp lijkt dit probleem zich voor te doen. Zoals Jeffrey Sachs schrijft in zijn boek “The End of Poverty”, er is niet één remedie voor alle armoede. De bestrijding ervan vereist een gedifferentieerde diagnose, die per land sterk kan verschillen. Het begin van de oplossing ligt vaak in heel tastbare maatregelen: maatlijden voor leerlingen op school, muskietnetten, kunstmest, medicijnen, enz. Ook hier lijken de rijke landen, als de ‘managers’, zich af te laten leiden door hun eigen bestuurlijke mantra’s, af van de primaire zaken waar het om gaat: schoon drinkwater, gezondheid, voedsel, onderwijs, enz. om de armen boven het bestaansminimum uit te helpen, opdat ze op eigen benen kunnen staan. Zij weten zelf dondersgoed wat zij nodig hebben, dat hoeven wij hen niet te vertellen, zegt Sachs. En dat geluid komt ook van de vakmensen in onze Nederlandse organisaties. Misschien dat de managers en vakmensen in het onderwijs, de zorg en andere orgnisaties de lessen van Jeffrey Sachs kunnen vertalen naar hun situatie om er hun voordeel mee te doen. (Maar liever nog: laten in de ontwikkelingsproblematiek ook vooral de donorlanden luistern naar de lessen van Sachs.) Eigenlijk heb ik hetzelfde gedaan bij Airbus. Als adviseur zonder ervaring een algemene theorie, vertaald in een specificatiestandaard die voor alle ingenieurs, die met zeer uiteenlopende specificaties te maken hebben, van toepassing moet zijn uitleggen. Ook dat hield geen stand; de standaard wordt gedifferentieerd. Standaarden houden het beheersbaar, borgen kwaliteit en voorkomen dat wielen vaker uitgevonden moeten worden, maar bij elke generalisatie hoort een kader waarbinnen die geldig is. Bij een te klein kader is een generalisatie geen generalisatie meer. Met een te groot kader kan je niets in de praktijk. En zo is het toch een kwestie van taal geworden en moet in elke geval een specifiek pakket aan standaarden gekozen worden.

Sunday, April 02, 2006

Last week we finished our job in Hamburg, so I flew back from Hamburg to Amsterdam for the last time in this project on wednesday evening. I don't know whether it should, but it can be interpreted as symbolic that I forgot to take my trolley off the cart when deboarding the aircraft. The trolley, which is too big to take inside the cabin of the small aircraft, I handed over to Lufthansa personnel before boarding to put in the cargo compartment and give it back to me at the bottom of the aircraft stairs upon arrival. However, in the bus from the aircraft to the terminal building I suddenly realized that I didn't have my trolley with me. Was it an unconscious action: "Project is over, so I don't need a trolley anymore!"? I don't think so. The lady of the baggage handling counter tracked my little suitcase swiftly. It had been transferred to the baggage reclaim band. Things like this never happen to me, I used to say. And it used to be true! but I'm afraid I can't say that anymore. Thursday morning I went to the office in Hoofddorp. When I wanted to get off the overly crowded train at my destination, a young, blond woman suddenly fell at my feet. "What is it that gives me the honour?" I thought, but it was immediately clear that this woman had lost counsiousness. What to do? Call 112? But what is the address of a moving train? Tank god, she quickly reopened her eyes, stood up again and walked onto the platform. She 'just' had fainted, 'no problem'. Thursday night I did a 10k run at a moderate pace. Too bad, my right calf hadn't forgotten last Sunday's torture and began protesting again. I hope the bastard will stop moaning and do its job next Sunday. Friday afternoon I visited the factory of Stork Fokker in Papendecht. The mission was to get acquainted with the project leader of the development team of a new dedicated factory for manufacturing of some composite parts for the Joint Strike Fighter (JSF). Possibly, it's going to be my next project, being part of that team and help optimizing the design of part of the factory. As I understood the project faced a tight schedule, I expected to start tomorrow, but things need some time. In two weeks I'll know more. Don't know how to intrepret this message, which isn't quite in line with the signals I received earlier. To be continued. Today, the last long run before Rotterdam. A short one, as it is tapering time. I did 15 km, from here to Scheveningen boulevard and back. The weather was nice, so the boulevard along the beach crowded. I hadn't expected to be forced to slalom around the pedestrians in tights, leaving the impression of being an exhibitionist. Fortunately I didn't have time to worry about that too much, I had to concentrate on the headwind and respiration. I wanted to run at marathon pace, but of course, I didn't have the means to verify this along the route, so I chose to be at the safe side and ran too fast. A stupid thing to do in the tapering phase! Nevertheless, afterwards I felt great. My calf moaned again, but at reduced volume. He'll be quiet in a week.

Tuesday, March 28, 2006

Hell over Hamburg

Yesterday night hell broke out over Hamburg. While I was enjoying my book and wine in perfect peace in the hotel restaurant, the city was tormented by intense thunderstorms. A whirlstorm hit the southern part of the city. Two construction cranes were blown down, killing two people. Flying iron made the highway a place to stay away from. Greenhouses were turned into open fields. 300,000 people were cut off of electricity for the whole night. (See the ravage in the picture.) I slept peacefully. I heard the news while I was dressing up this morning after a relaxed (my legs still hurt from last weekend) run around the Alster lake, in peaceful dawn. An elder man explained that he had seen many storms in his long life, but nothing to compare this. When I left Airbus yesterday evening, the sky was dark already, thunder could be heard and a short but intense hailstorm hit the employees waiting for the ferry to bring them across the Elbe. At that moment I fortunately was shelterd by the small waiting box thing, but its size dit allow everyone to enjoy that privilege. The unlucky ones had to withstand the thick hail, no-one complained. Joggers could still be seen trotting along the Elbe, undisturbed. Apparently, there's nothing to worry about, I thought. Could this be blamed to ourselves? Is this one of these transition shocks of mother earth on her way to a new climatological equilibrium? It's hard to tell. Nevertheless, it's a pitty that it's these doom scenarios that quickly become boring when used to blame the public for burning fuel in cars or airplanes. I hope we'll manage to picture an alternative, a positive future how we 'want' it to be, instead of being lead by 'what we want not'. This doesn't change the fact that the reason why we need to picture a new future is because else we'll run into one we want not...

Sunday, March 26, 2006

36:18

I'm tired. This first spring weathered weekend's been a physically challenging one: the 10km race in the City-Pier-City event in Den Haag on Saturday*, a wedding in the extreme East of the country that same evening from which Merijn and I returned only at 3:15 am this morning, but since the clock switched to summer time this night, it was 4:15 already, and then the last long run (37km) in preparation for the Rotterdam marathon at 11 am this morning.
The 10km race on Saturday went quite alright. Here's the result:
And here you can find photos:
www.aktiefoto.nl (enter my number as search query: 2140).
I finished 14th in 36:18, which, considering the non-specific preparation and the sub-37' split time in my best half-marathon race, shall be improved in the future.
The long run today, in the windy dunes around Zandvoort, didn't result in any frightening pains, which I'm very happy with. The weekend was a good test; I look forward to Rotterdam with increased confidence.
Tomorrow I have to go to Hamburg again for work, for the last time in this project: organizethe files, hand over the deliverables, select a new, caring host for the plant in our office. My legs hurt, my eyes are heavy, my head starts acheing; it's time for recovery, let's go sleeping.

Thursday, March 23, 2006

the wrack is back on track

“A small inflammation of the bursa,” the specialist said. “I have a little injection for that.” One minute later I felt the needle penetrate my heel. A small amount of infection fighting liquid flowed into me. If it wasn’t needed physically, it does help rebuild my confidence in a responsible physical condition at the start of Rotterdam marathon. I’m very glad that the infection is not in my Achilles tendon itself. With a loosened ankle (physiotherapist), a modified heel cap (podologist), some gel to treat the trouble spot (doctor) and an injection (specialist) I feel like a weak wrack, which wasn’t exactly designed for reliability, but nevertheless, I consider myself back in the race! Now let’s get back on track, too. In the evening I explored the course of the 10km race of the City-Pier-City half-marathon event in Den Haag this Saturday. It's good last test and speed work-out for the marathon. Besides, I just cannot miss this top event, which is practically in my own back yard.