Tuesday, April 04, 2006
managers en vakmensen
Afgelopen zondag met belangstelling het debat in Buitenhof gevolgd over de verstikkende werking van de toename van ‘managers’ in organisaties. De vakman verliest zijn macht, de manager verstikt zijn werk met generieke regeltjes. Daarbij geniet de vakman een lagere status dan de manager, die zich gemarginaliseerd voelt door mensen die het proces dat zij sturen zelden zelf uitgevoerd hebben. Managers houden zich vast aan de mantra’s uit Angelsaksische managementboeken, tot ergernis van de vakmens die vanuit praktijkervaring redeneert. De kloof is soms groot. (Aan dit probleem is een website gewijd: http://www.intensievemenshouderij.nl/) Economieleraar Ton van Haperen zei in de discussie dat het probleem vaakt ligt in details in de uitvoering, die per docent kunnen verschillen.
Ook in de ontwikkelingshulp lijkt dit probleem zich voor te doen. Zoals Jeffrey Sachs schrijft in zijn boek “The End of Poverty”, er is niet één remedie voor alle armoede. De bestrijding ervan vereist een gedifferentieerde diagnose, die per land sterk kan verschillen. Het begin van de oplossing ligt vaak in heel tastbare maatregelen: maatlijden voor leerlingen op school, muskietnetten, kunstmest, medicijnen, enz. Ook hier lijken de rijke landen, als de ‘managers’, zich af te laten leiden door hun eigen bestuurlijke mantra’s, af van de primaire zaken waar het om gaat: schoon drinkwater, gezondheid, voedsel, onderwijs, enz. om de armen boven het bestaansminimum uit te helpen, opdat ze op eigen benen kunnen staan. Zij weten zelf dondersgoed wat zij nodig hebben, dat hoeven wij hen niet te vertellen, zegt Sachs. En dat geluid komt ook van de vakmensen in onze Nederlandse organisaties.
Misschien dat de managers en vakmensen in het onderwijs, de zorg en andere orgnisaties de lessen van Jeffrey Sachs kunnen vertalen naar hun situatie om er hun voordeel mee te doen. (Maar liever nog: laten in de ontwikkelingsproblematiek ook vooral de donorlanden luistern naar de lessen van Sachs.)
Eigenlijk heb ik hetzelfde gedaan bij Airbus. Als adviseur zonder ervaring een algemene theorie, vertaald in een specificatiestandaard die voor alle ingenieurs, die met zeer uiteenlopende specificaties te maken hebben, van toepassing moet zijn uitleggen. Ook dat hield geen stand; de standaard wordt gedifferentieerd.
Standaarden houden het beheersbaar, borgen kwaliteit en voorkomen dat wielen vaker uitgevonden moeten worden, maar bij elke generalisatie hoort een kader waarbinnen die geldig is. Bij een te klein kader is een generalisatie geen generalisatie meer. Met een te groot kader kan je niets in de praktijk. En zo is het toch een kwestie van taal geworden en moet in elke geval een specifiek pakket aan standaarden gekozen worden.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment